Greenpeace: visserij in te beschermen gebieden op zee sterk toegenomen
Juist in gebieden op zee die volgens recente afspraken beschermd moeten worden, is de visserij volgens Greenpeace sterk toegenomen. De milieuorganisatie becijferde dat visserij gemiddeld met 8,5 procent toenam in de periode tussen 2018 en 2022; in de te beschermen gebieden gaat het om een toename van 22,5 procent. Ook andere factoren, zoals diepzeemijnbouw, vormen nog steeds grote bedreigingen, waarschuwt de organisatie.
Onderhandelaars van de Verenigde Naties spraken in maart van dit jaar af dat 30 procent van de zee in 2030 beschermd moet zijn. Over het verdrag werd tien jaar onderhandeld en de uitkomst werd als historisch gezien.
De internationale wateren gelden als 'vrije zee', met als gevolg dat ze vrijwel onbeschermd zijn. Tot nu toe was slechts 1,2 procent van deze wateren beschermd. De onderhandelaars waren het eens geworden over de tekst van het verdrag, maar de invoering kan nog lang duren.
'Maak haast met invoering'
Volgens Greenpeace toont hun onderzoek aan dat de "realiteit op zee zich in de tegenovergestelde richting beweegt dan de ambitie die in het verdrag is vastgelegd". De milieuorganisatie pleit ervoor om haast te maken met de invoering van het verdrag en met het uitvoeren van de afspraken.
Greenpeace berekende de visserijactiviteiten in samenwerking met Global Fishing Watches; er werd gekeken naar het aantal uur dat er wordt gevist, aan de hand van open data over de positie van schepen.
Volgens Furu Mienis, zeeonderzoeker bij het zee-instituut NIOZ, is het juist belangrijk dat er specifieke plekken in oceanen worden beschermd. "Op sommige plekken, zoals rondom zeebergen en onderwatergeulen, komt heel veel leven voor, en daar wordt ook veel gevist", zegt ze tegen de NOS.
Soms denk ik wel eens, gaat er echt iets gebeuren?
Naast visserij vormen onder meer de mogelijkheid tot diepzeemijnbouw en de opwarming van het zeewater nog steeds grote bedreigingen voor de oceanen, zegt Greenpeace. Diepzeemijnbouw, oftewel het winnen van metalen op de bodem van de oceaan, moet volgens het verdrag aan regels worden gebonden. De VN heeft een besluit over toestemming hiervoor recent nog voor zich uit geschoven; in de tussentijd staan meerdere bedrijven te wachten om met het delven te beginnen.
Voorstanders wijzen erop dat die grondstoffen kunnen worden gebruikt voor de energietransitie. Er kunnen bijvoorbeeld windmolens, batterijen en elektrische auto's mee gemaakt worden. Tegenstanders benadrukken dat er nog veel onbekend is over de mogelijke consequenties voor het zeeleven. "Slechts 7 procent van de diepzee is goed bekeken", zegt Mienis.
"Het Greenpeace-rapport leest over het algemeen als een dwingende boodschap dat er iets moet gebeuren, want anders is het te laat", zegt Mienis. "Soms denk ik wel eens, gaat er echt iets gebeuren? De eerste stap van het verdrag was natuurlijk fantastisch, maar het is wel duidelijk dat het echt uitgevoerd moet worden."
"Het verdrag geeft ons een krachtig instrument om de oceanen te beschermen", schrijft Greenpeace. "Maar nu moeten regeringen het verdrag dringend ratificeren en zorgen voor oceaanreservaten om de oceanen de ruimte te geven om te herstellen en te gedijen."
Oceanen op de kaart
Zeeonderzoeker Mienis ziet wel een positieve beweging: sinds de opstelling van het verdrag in maart wordt er volgens haar veel meer gesproken over de rol van oceanen in het klimaat. "De oceanen staan dit jaar enorm op de kaart, dat komt onder meer door de extremen in de watertemperatuur en de consequenties daarvan." Zo steeg de temperatuur aan de oppervlakte van de Stille Oceaan dit jaar tot een recordwarmte van 21,1 graden.
"Er is wel een extreem jaar voor nodig geweest, maar ik denk dat mensen steeds meer beseffen dat er actie nodig is."
Waarom is de oceaan beschermen zo moeilijk? Dat legt NOS op 3 uit in dit interactieve audio-verhaal: