Miljoenen liters olie overgepompt in Jemen, 'milieuramp voorkomen'
De operatie duurde weken, maar de olie uit een verroest tankschip bij de kust van Jemen is weg. Boskalis-onderdeel Smit Salvage heeft 1,1 miljoen vaten olie overgebracht naar een ander schip.
Bijna veertig jaar lag de FSO Safer voor de kust van Jemen als opslagplek voor olie. De laatste jaren werd het schip niet meer onderhouden, vanwege de aanhoudende burgeroorlog in het land.
"We hebben in ons werk wel vaker te maken met zwaar beschadigde schepen", zegt Peter Berdowski, de ceo van Boskalis. "Maar een schip dat zo slecht onderhouden is als dat wat we hier aantroffen, hebben we nog nooit meegemaakt."
De toestand van de Safer verslechterde zodanig dat milieuorganisaties en de Verenigde Naties de laatste jaren waarschuwden voor onder meer lekkages. Met het overpompen van de olie is volgens Greenpeace "een enorme olieramp" voorkomen.
Dat beaamt Berdowski. In het tweede schip zit nu het grootste deel van de bijna 200 miljoen liter olie, de komende week worden volgens hem de laatste restjes opgeruimd en wordt het schip schoongemaakt. Daarna zit de klus er voor Boskalis op.
Er is nog wel een kanttekening, zegt Arabella Bosscher, politiek campagneleider bij Greenpeace Nederland. "Er zitten nog olieresten en giftige stoffen in het schip, en daarnaast moet het schip nog veilig worden weggehaald." Ook aan het weghalen zitten volgens Bosscher nog haken en ogen. "De Safer kan zelf niet meer varen, hij moet gesleept worden."
En als de FSO Safer dan veilig afgemeerd is, moeten ook de ontmanteling en de recycling van het schip zorgvuldig gebeuren. Anders kunnen volgens de milieuorganisatie alsnog giftige stoffen vrijkomen.
"Het probleem is wel gedecimeerd", zegt Berdowski. "Het gaat nu meer om het netjes afhechten van de operatie. Zorgen dat de tanker ook afgevoerd en gesloopt wordt. Het echte grote risico van een milieuramp is nu wel weggenomen. Dat voelt als een enorme opluchting en we zijn ook wel een beetje trots."
De kosten voor de bergingsactie komen neer op zeker 129 miljoen euro. De Verenigde Naties betalen dat, met steun van onder meer Nederland. Ons land legt 15 miljoen euro in. Voor de operatie wordt dus belastinggeld gebruikt, terwijl uit een eerder rapport van Greenpeace blijkt dat grote oliebedrijven als ExxonMobil en TotalEnergies het schip tot 2015 voor opslag hebben gebruikt.
Zij zijn volgens de milieuorganisatie waarschijnlijk deels verantwoordelijk voor de verwaarloosde olie. "Dat voelt heel wrang als je kijkt naar de gigantische winsten die zulke bedrijven maken", zegt Bosscher.
De twee genoemde bedrijven werden door de NOS benaderd om te reageren. ExxonMobil reageert via de mail: "We hebben gedesinvesteerd uit Jemen en destijds daarbij alle verplichtingen aan de koper overgedragen." Wie de koper is, dat weet een Nederlandse woordvoerder niet. Verder wil het bedrijf geen commentaar geven. TotalEnergies reageerde niet voor het tijdstip van deze publicatie.
De olie blijft in ieder geval voorlopig in het nieuwe schip opgeslagen, zegt Berdowski. "Het gaat om een behoorlijke som geld. En dat is natuurlijk ook precies waar de discussie over gaat. Wie is de rechtmatige eigenaar? Dat is tussen de autoriteiten daar nog niet helemaal uitgesproken. Een van de redenen dat de olie er naar mijn mening nog wel even zal blijven."