Waarom veertig opkomende economieën BRICS-land willen worden
Soehayla Halouchi
redacteur Online
Soehayla Halouchi
redacteur Online
Bijna tien jaar geleden begonnen de grootste opkomende economieën hun eigen Wereldbank. Inmiddels staan zo'n veertig landen in de rij om zich te voegen bij de BRICS, een samenwerking tussen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Hoewel de groep nog geen formeel handelsblok is, denken deskundigen dat het een kwestie van tijd is voor ze een sterk alternatief vormen voor de G7.
De BRICS-landen waren zo'n twintig jaar geleden de snelst groeiende economieën. De verwachting is nog steeds dat ze de komende jaren een groot deel van de wereldeconomie voor hun rekening nemen. De Chinese economie zal volgens prognoses 1,5 keer groter worden dan de Amerikaanse. In 2050 zal het land de internationale economie domineren, is de verwachting.
"Er komt een generatie aan die moet leven en werken in een wereld die niet meer gedomineerd wordt door het Westen, en dat vinden we eng", stelt Haico Ebbers, hoogleraar internationale economie aan de Nyenrode Business Universiteit. Onder meer Argentinië, Saudi-Arabië, Iran en Indonesië hebben een verzoek lopen om zich aan te sluiten bij de samenwerking.
In augustus komt de top samen in voorzittend land Zuid-Afrika om de nieuwe aanmeldingen te bespreken. En om de mogelijkheid van een eigen munteenheid te verkennen, weg van de dominante Amerikaanse dollar.
Gedeelde frustratie
Wat deze uiteenlopende groep landen bij elkaar brengt? Buiten dat ze dezelfde ontwikkeling doormaken van middeninkomensland naar welvaartstaat, is het vooral de gedeelde frustratie over de hoge drempel bij de westerse Wereldbank om duurzame hulp te krijgen, zeggen deskundigen.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF), zusterorganisatie van de Wereldbank, stelt bijvoorbeeld als eis voor hun leningen aan landen die hulp nodig hebben, dat de macht van de staat daar afneemt en bedrijven meer vrijheid moeten krijgen. Ook de Wereldbank stelt dergelijke eisen aan ontwikkelingslanden.
"Landen die gaan lenen moeten door die regels bezuinigen op andere dingen, wat natuurlijk slecht is voor de economie en de mensen. Democratische processen implementeren zoals 'minder overheid' en 'meer markt', is natuurlijk logisch op de lange termijn, maar op de korte termijn is het dodelijk", concludeert Ebbers.
Dit idee van strenge regels voor opkomende economieën, zou moeten waarborgen dat die landen democratischer worden en zo mensenrechten bewaken. Een deel van de landen die zich bij de BRICS willen aansluiten, wordt door onder meer de VN beschuldigd van mensenrechtenschendingen.
"Maar economische rechten zijn ook mensenrechten", vindt Ebbers, "en als ik met mijn Chinese collega's praat betekent dat nu eerst riolering en een dak boven je hoofd krijgen, uit de armoede geraken. Het Westen gaat ervan uit dat een democratisch proces altijd het startpunt moet zijn, terwijl dat stap voor stap kan komen, kijk maar naar Zuid-Korea."
En dus verkennen de regeringen van opkomende economieën andere opties en zoeken ze toenadering tot de BRICS-landen. "Ze zoeken elkaar op vanuit de frustratie dat de meeste regels op het terrein van globalisering gemaakt worden door het Westen", zegt Ebbers.
Samenwerking met Rusland
Verschillen in politieke systemen en opvattingen weten die opkomende economieën enigszins te overbruggen. Neem de samenwerking tussen China en Turkije: hoewel ze het oneens zijn over bepaalde kwesties - zoals de volkerenmoord op de Chinese moslimminderheid, de Oeigoeren, en de Turkse opvang van deze groep - vinden ze elkaar op economisch terrein.
Om te voorkomen dat er twee machtsblokken ontstaan die recht tegenover elkaar opereren, proberen de landen afspraken te blijven maken met het Westen. Dat blijkt nu nog lastig, zeker omdat Rusland onderdeel uitmaakt van de BRICS-groep.
Bij de bijeenkomst van komende maand zal de Russische president Poetin niet aanwezig zijn, vanwege het arrestatiebevel dat tegen hem is uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, zal er wel bij zijn.