Olympische punten sprokkelen voor BMX'ers: 'We moeten als land aan de bak'

Dit weekend staat er bij de wereldbekerwedstrijden BMX op Papendal meer op het spel dan de winst en punten voor de wereldbekerstand. Willen de Nederlandse mannen een rol van betekenis spelen tijdens de Olympische Spelen van volgend jaar, moet er gepresteerd worden door de rijders van bondscoach Martijn Jaspers.

"Het is wel de realiteit dat we niet in een luxepositie zitten", zegt huidig olympisch kampioen Niek Kimmann. De 27-jarige BMX'er uit Overijssel lijkt zeker van zijn plaats in Parijs, maar of hij daar geflankeerd gaat worden door een of twee landgenoten, is nog maar de vraag.

"Sinds Peking 2008 zijn de mannen met het maximaal aantal startplekken naar de Spelen gegaan, maar drie is niet realistisch op dit moment. Hopelijk kunnen we voor twee plekken gaan, we moeten als land aan de bak."

De oorzaak is duidelijk volgens Jaspers: "Erkende puntenpakkers als Twan van Gendt en Joris Harmsen zijn na Tokio gestopt. En Kimmann en ook Dave van den Burg hebben gekampt met slepende blessures."

Om minimaal twee BMX'ers af te vaardigen, moeten de Nederlandse mannen zich bij de eerste vijf landen scharen op de olympische ranking. Een plek bij de eerste twee landen levert zelfs drie startbewijzen op. De landenranking wordt opgemaakt door de punten van de eerste drie rijders per land op de wereldranglijst op te tellen.

Papendal

Waar de Nederlandse vrouwen stevig op de eerste plek van de ranking staan, moeten de mannen het voorlopig doen met een negende plaats. Werk aan de winkel dus, te beginnen op Papendal, waar dit weekend twee wereldbekerwedstrijden op het programma staan.

"Een realistisch doel is twee startplekken", zegt Jaspers over de kansen van zijn ploeg. "Daarvoor moeten we constant met twee, drie man in de finale staan. Als dat een of twee keer lukt, ziet het er in een keer heel goed uit. Het gat naar plek drie, vier en vijf is niet zo heel groot."

Punten voor de olympische ranking zijn te behalen op onder meer WK's en wereldbekerwedstrijden. Bij de eerste twee wereldbekerraces in het Turkse Sakarya eindigde Kimmann als vierde en veertiende.

Jaymio Brink deed in Turkije van zich spreken door in de tweede race vijfde te worden, iets wat door eerstejaars eliterijders niet vaak is gepresteerd. "Dat gebeurt niet vaak, Kimmann heeft dat gedaan. Verder waren het maar vijf tot tien anderen die dat ook gedaan hebben", aldus het aanstormende talent.

De 19-jarige Brink, die al op vroege leeftijd met de BMX-sport in aanraking kwam, racet nu tegen zijn idolen waar hij een aantal jaar geleden nog tegenop keek. "Ik ben niet bang voor ze, ik haal er positieve energie uit. Het voelt heel stoer om daarnaast te staan."

Parijs als bonus

Jaspers is overtuigd van de kwaliteiten van Brink, die vorig jaar bij de Nederlandse eliteselectie werd gehaald. In eerste instantie met het oog op de Spelen van 2028, maar nu zou hij zomaar volgend jaar al in actie kunnen komen op het grootste sportpodium ter wereld.

"Laten we hem daar alle faciliteiten voor geven, als hij het niet haalt, is dat absoluut geen schande", zegt Jaspers over het moment dat Brink zich aansloot. "Parijs zou een bonus kunnen zijn en die bonus wordt steeds realistischer."

Het zijn woorden waar Brink zich wel in kan vinden. "Het liefst wil ik naar Parijs, maar het grote doel, wat betreft medailles, is Los Angeles in 2028. Het is fijn dat het zo snel gaat."