Deeltijdwerk al snel na diploma in trek onder vrouwen, 'niet per se slecht'
Minder dan 35 uur per week werken is vaker de norm voor vrouwen dan voor mannen, en dat begint al direct na het afronden van een studie. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat afgestudeerden volgde in hun eerste negen jaar op de arbeidsmarkt.
Zo werkte 30 procent van de vrouwen een jaar na het afstuderen in deeltijd, tegenover 14 procent van de mannen. Zowel mannen als vrouwen hadden op dat moment ongeveer even vaak betaald werk. In de jaren daarna werd het verschil in de mate van deeltijdwerk nog groter.
Negen jaar na het afstuderen werkte minder dan 10 procent van de mannelijke werknemers in deeltijd. Het aandeel vrouwelijke deeltijders was na negen jaar juist opgelopen naar 40 procent bij vrouwen met een universitair diploma tot 67 procent bij vrouwen met een mbo-diploma.
Levensbepalende gebeurtenissen
Een reden voor dat verschil is dat vrouwen vaker worden opgeleid om te werken in sectoren waar deeltijd de norm is, zoals in het onderwijs en de zorg. Maar dat is niet de enige verklaring.
Levensbepalende gebeurtenissen, zoals samenwonen en de geboorte van een kind, hebben een groter effect op de loopbaan van vrouwen dan op die van mannen. Zo stappen zij vaker dan mannen over van een voltijdbaan naar een deeltijdbaan als ze bijvoorbeeld zijn gaan samenwonen of een kind krijgen.
De grootste sprong vindt plaats in het jaar dat het kind geboren wordt. "Dan zijn het de moeders die toch meer voorsorteren op het zorgen voor een kind, terwijl mannen overwegend voltijd blijven werken", zegt onderzoeker Tanja Traag.
Heersende norm
Een traditionele rolverdeling speelt minder mee onder vrouwen met een hbo- of wo-diploma dan voor vrouwen met een mbo-diploma. "Omdat het opleidingsniveau in Nederland stijgt, kun je concluderen dat het traditionele beeld minder wordt", zegt Traag.
Volgens Traag zijn dit wel heel langzame processen. "Nog altijd vinden veel Nederlanders dat kinderen niet meer dan drie dagen naar de opvang zouden moeten. En 30 procent van de mannen vindt dat vrouwen beter zijn in het zorgen voor kinderen. Dat is de heersende norm."
Europees niveau
Uit de CBS Emancipatiemonitor blijkt dat vrouwen die in deeltijd werken wel steeds vaker een grote deeltijdbaan hebben, dus 28 tot 35 uur per week. En hoewel we Europees 'koploper' deeltijdwerken zijn, staat Nederland ook in de top als het gaat om vrouwen met een baan.
"In Nederland kun je een topfunctie hebben met vier dagen werken in de week, in andere landen heb je dan gewoon geen baan", zegt Traag. "Het wordt in Europese context vaak gezien als iets slechts, terwijl dat niet per se zo is - in Nederland kun je ver komen met je deeltijdbaan."
Reactie minister Dijkgraaf
"Sociale normen zijn in ons land nog steeds erg bepalend voor de keuzes die mensen maken", zegt minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. "Dat houdt financiële ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in stand en de blijvende scheve traditionele verhoudingen als het gaat om werk of de zorg voor kinderen".
Het kabinet wil volgens hem toe naar een gelijke verdeling van werk en zorg, waardoor de positie van vrouwen verbetert. "Toegankelijke kinderopvang, goede verlofregelingen en het doorbreken van genderstereotype rolpatronen moeten hieraan bijdragen. Bovenal is een cultuurverandering nodig, die we mee helpen aanjagen", aldus Dijkgraaf.