Nieuwe protestdag in Frankrijk, vijf vragen over de onvrede
In Frankrijk wordt vandaag opnieuw gedemonstreerd tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. Afgelopen donderdag liepen soortgelijke protesten flink uit de hand, met veel gewelddadigheden. Vijf vragen over de protesten en de politieke gevolgen.
Hoe hevig zullen de protesten van vandaag zijn?
Vriend en vijand houden rekening met rellen. Veel demonstranten zijn erg boos op de regering, er lopen veel jongeren mee die vaak iets radicaler zijn dan de traditionele vakbondsmensen. Én er zijn Black Bloc-demonstranten: anti-kapitalisten die regelmatig vernielingen aanrichten en de politie aanvallen.
Alleen al in Parijs worden 5500 agenten ingezet. In heel Frankrijk zijn het er 13.000. Volgens minister Darmanin van Binnenlandse Zaken is die inzet nodig omdat "extreemlinkse activisten vernielingen willen aanrichten, mensen willen verwonden en agenten willen doden".
Hoe vaak is er al gedemonstreerd en hoeveel mensen doen er steeds mee?
Het is de tiende keer dat er een landelijke actie- en stakingsdag is tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. De eerste was op 19 januari. De opkomst verschilt per keer. De autoriteiten zeggen dat het aantal deelnemers telkens schommelt tussen 300.000 en 1,2 miljoen, de bonden spreken van 1 miljoen tot 3,5 miljoen deelnemers.
Uit de cijfers blijkt dat de huidige demonstratiegolf hoort bij de grootste protesten van de afgelopen decennia in Frankrijk.
Overigens zijn er niet alleen landelijke actiedagen. Sinds januari wordt er ook volop tussendoor actiegevoerd en gestaakt, in verschillende sectoren en op verschillende plaatsen. Er zijn regelmatig wegblokkades en spontane demonstraties en bij de spoorwegen en sommige vuilnisophaaldiensten wordt al weken gestaakt.
President Macron heeft de pensioenhervormingen er al doorheen gekregen, wat willen de demonstranten dan nog bereiken?
De wet die de nieuwe pensioenleeftijd regelt is officieel aangenomen, maar zonder stemming in de Franse Assemblée, vergelijkbaar met de Tweede Kamer in Nederland. Alleen het Franse Constitutionele Hof zal zich er nog over uitspreken: het hof gaat toetsen of de wet en de totstandkoming ervan voldoen aan de Franse grondwet. Overigens ging de Franse Senaat wel akkoord met het voorstel om de pensioenleeftijd te verhogen van 62 naar 64 jaar.
Veel deelnemers aan de demonstraties zeggen dat ze doorgaan tot de wet alsnog wordt ingetrokken. Vakbondsvoorman Laurent Berger stelde president Macron voor om de wet 'op te schorten'. "Dat geeft ons de tijd om naar een sociaal en intelligent compromis te zoeken", zei hij.
Tot de dag van vandaag wil Macron niets van een compromis weten. Hij houdt vast aan de hervorming omdat de pensioenen straks anders niet meer te betalen zouden zijn, vanwege de vergrijzing.
Bij de massaprotesten van vorige week zijn meer dan 170 mensen gearresteerd. De spanning liep hoog op tussen de demonstranten en de politie:
Wat betekent deze onrust voor Macrons toekomst als president?
Politiek en juridisch staat de positie van Macron niet op het spel. Hij is vorig jaar herkozen voor een ambtstermijn van nog eens vijf jaar. Een Franse president kan alleen afgezet worden, door de gezamenlijke Eerste en Tweede Kamer, als hij 'niet meer aan zijn wettelijke verplichtingen kan voldoen', bijvoorbeeld in geval van ziekte.
Wat de oppositie wel kan en mag doen: de regering van president Macron naar huis sturen. Dat zijn dus zijn premier en ministers. Maar de moties van wantrouwen die tot nu toe werden ingediend, haalden geen van alle een meerderheid.
Toch komt Macron niet ongeschonden uit de protesten. Zijn populariteit is sinds december flink aan het dalen. Nog maar 28 procent van de Fransen is tevreden over hem. "En voor het eerst zien we nu dat er ook in Macrons eigen achterban twijfels ontstaan. Zijn kiezers vragen zich af: hoe gaat dit aflopen? Aanhangers vinden dat hij het op de spits drijft", zei IFOP-onderzoeker Frédéric Dabi in Le Monde.
Hoe breed gedragen zijn de protesten?
De landelijke demonstraties kennen altijd een redelijk vaste groep deelnemers: leden van vakbonden, leraren, spoorpersoneel en andere ambtenaren. De deelname van Fransen uit het bedrijfsleven is meestal kleiner: daar hebben de bonden minder aanhang.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is de organisatiegraad in Frankrijk opvallend laag: slechts iets meer dan 8 procent van de werknemers is lid van een vakbond, tegen bijvoorbeeld 16 procent in Nederland.
Toch is de invloed van de bonden groot, omdat ze dé vaste gesprekspartners zijn van de overheid en onderhandelen namens álle werknemers en niet alleen namens hun leden.
Uit alle peilingen blijkt wel dat de overgrote meerderheid van de Fransen de demonstraties en acties steunt. Ze zijn ook in grote meerderheid tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Een onderzoek van vorige week liet zelfs zien dat een op de vijf Fransen het gebruik van geweld, het aanrichten van vernielingen en brandstichtingen tijdens de demonstraties steunt.