In samenwerking met
Omroep Brabant
NOS Nieuws

Giftreinen door Brabantse steden zijn hoofdpijndossier bij verkiezingen

Duizenden treinen met giftige en brandbare stoffen rijden ieder jaar over het spoor tussen Breda en Eindhoven, op nog geen honderd meter afstand van duizenden woningen. Door onderhoudswerkzaamheden aan de Betuwelijn, die exclusief voor goederentreinen is, worden dat er de komende jaren alleen nog maar meer.

Alternatieven zijn lastig en duur. "Wij zijn de regio die niet meetelt", zucht Gabriël van der Heijde uit Oudenbosch. Langs zijn huis denderen dagelijks de treinen.

De Brabantroute is de spoorlijn die de Rotterdamse haven verbindt met het Duitse Ruhrgebied en die door de dichtbevolkte steden Breda, Tilburg en Eindhoven loopt. Tankwagens of ketelwagons rijden daar iedere dag met onder meer brandbare gassen als lpg en propaan, brandbare vloeistoffen en ammoniak.

Daarnaast is er nog de West-Brabantroute, die van Rotterdam naar Antwerpen loopt en die langs woonwijken in onder meer Oudenbosch en Roosendaal loopt. Ook hier worden gevaarlijke stoffen dwars door steden vervoerd.

Actievoerder Van der Heijde strijdt er al jaren tegen. "De West-Brabantroute is na de Betuwelijn de drukste goederenlijn in Nederland. Het aantal ketelwagons mag hier tot 2040 nog doorgroeien tot maar liefst 50.000 per jaar."

Ondanks de forse stijging van het aantal treinen, wil staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat het toezicht op het vervoer van gevaarlijke stoffen gaan versoepelen.

Voor de burgemeesters van Breda, Tilburg en Eindhoven was dat de reden om eind vorig jaar een brandbrief naar het kabinet te sturen. "Het voorgenomen rijksbeleid betekent een oncontroleerbare toename van vervoer van gevaarlijke stoffen. Wij kunnen de veiligheid van onze inwoners zo onvoldoende waarborgen. En dat is onacceptabel", staat daarin te lezen.

Meer giftreinen en meer bewoners is een slechte combinatie.

De burgemeesters van Breda, Tilburg en Eindhoven

Bijkomend probleem is het woningtekort. Er moeten tot 2030 zo'n 130.000 extra woningen worden gebouwd. Veel van die huizen en appartementen worden gebouwd langs het spoor in de grote steden.

Dat maakt de gevolgen van een eventueel treinongeluk met gevaarlijke stoffen op het Brabantspoor vele malen groter, met in potentie honderdduizenden slachtoffers. "Meer giftreinen en meer bewoners is een slechte combinatie", schrijven de burgemeesters.

Wat wil de politiek?

Veel partijen in de Brabantse Staten vinden dat er iets gedaan moet worden aan de grote hoeveelheid giftreinen.

Zo wil D66 dat gevaarlijke stoffen in West-Brabant via een eigen spoortraject of via buisleidingen gaat, de zogeheten Delta Corridor. Ook Lokaal Brabant en de VVD noemen buisleidingen een alternatief. Maar zo'n systeem is duur: de kosten worden geraamd op zo'n vier miljard euro.

Forum voor Democratie en SP houden het bij strenger toezicht en strengere handhaving.

GroenLinks wil dat er helemaal geen gevaarlijke stoffen meer over het spoor worden vervoerd. De partij gaat daarvoor lobbyen bij het Rijk. De PVV en Volt willen dit ook.

Door Oudenbosch rijden jaarlijks duizenden ketelwagons met gif

Actievoerder Van der Heijde, van de Vereniging Alternatief Goederenvervoer, pleit ervoor om het vervoer van de gevaarlijke stoffen te verplaatsen naar de binnenvaart. "Dat is minder vervuilend en minder gevaarlijk dan over het spoor, met minder potentiële slachtoffers."

Waterbed

Maar de genoemde alternatieven zijn lastig en duur. Bovendien is het Rijk bang dat het stoppen met vervoer per spoor een verplaatsing betekent van het probleem.

Dat onderschrijft Nils Rosmuller. Hij is lector energie en transportveiligheid. "Onze maatschappij heeft de stoffen die worden vervoerd nodig om te kunnen functioneren. Stoppen is geen oplossing."

Rosmuller waarschuwt voor het waterbedprincipe. "Als je het in Brabant weghaalt, duikt het ergens anders weer op. Dan is het probleem voor Brabant verdwenen, maar dan steekt het elders de kop op en dat is dus ook geen oplossing."

Advertentie via Ster.nl