Gemeenten en deskundigen verwachten dat het bouwen of verbouwen van een woning vanaf volgend jaar fors duurder zal worden vanwege een nieuwe wet. Het bouwtoezicht, dat nu nog bij gemeenten ligt, wordt vanaf volgend jaar geprivatiseerd. Vanaf dan houden commerciële partijen toezicht op de bouw. De kosten daarvan zijn voor de consument.
Wie nu een pand wil laten (ver)bouwen vraagt bij de gemeente een vergunning aan. Daaraan zijn kosten verbonden, de zogenaamde leges. In de nieuwe situatie vervallen enkele vergunningen en daarmee vervalt ook een aantal leges. Maar de kosten zullen naar verwachting juist stijgen, omdat het straks voor veel bouwwerken ook verplicht is een 'kwaliteitsborger', een onafhankelijk toetser, in te huren.
Een uurtarief van 118 euro voor zo'n toetser is geen uitzondering. Gemeenten en deskundigen verwachten dat de kosten voor consumenten zullen stijgen. "Vanuit proefprojecten hebben we ervaren dat de kosten voor eenvoudige plannen fors hoger zullen worden door de introductie van de kwaliteitsborger", stelt de gemeente Rotterdam.
De wet gaat gelden voor de volgende bouwwerken:
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is bedoeld om de verantwoordelijkheid voor fouten in de bouw meer bij bouwbedrijven te leggen. "De controles van gemeenten waren marginaal", zegt hoogleraar bestuursrecht Richard Neerhof. "Klassiek voorbeeld: het beton is al gestort, nu kan de gemeente niet meer controleren of de wapening er wel in zit. Marktpartijen namen niet voldoende verantwoordelijkheid", zegt Neerhof.
Daarop adviseerde een commissie dat die verantwoordelijkheid meer bij bouwbedrijven moet komen te liggen. Een private partij moet de bouw controleren. "De gedachte was: de markt gaat het dan wel goed doen", zegt Neerhof.
Een deel van de wet moet ook consumenten beter beschermen. Nu kunnen kopers bij de oplevering gebreken aanwijzen, maar is eenmaal een handtekening gezet voor akkoord, dan is de aannemer vaak niet meer aansprakelijk.
Dat gaat onder de nieuwe wet veranderen: aannemers blijven ook na oplevering aansprakelijk voor onopgemerkte bouwfouten. Daarmee krijgt de consument al een sterkere positie. Veel gemeenten vinden daarom toezicht door een commerciële kwaliteitsborger onnodig.
De kwaliteitsborger is scheidsrechter, maar heeft geen rode kaart.
Het invoeren van de wet is al een aantal keer uitgesteld en is gekoppeld aan de invoering van de Omgevingswet, op 1 januari 2024. Maar inmiddels, zo blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur, zetten veel partijen vraagtekens bij de noodzaak van de wet. Gemeenten geven hun toezichtsrol uit handen aan de kwaliteitsborger, maar blijven wel eindverantwoordelijk. Ze moeten ook handhaven wanneer er bij de bouw iets niet deugt.
"Het zal moeilijk zijn om invulling te geven aan die verantwoordelijkheid", zegt de gemeente Eindhoven. "Omdat met het wegvallen van het toetsen en controleren van de bouwtechnische kwaliteit van bouwplannen, een deel aan ons zicht onttrokken wordt."
"De kwaliteitsborger is scheidsrechter, maar heeft geen rode kaart. Als er iets misgaat moeten ze de scheidsrechter erbij halen en dat is dan dus de gemeente. Die moet bepalen of de bouw door mag gaan", zegt Wico Ankersmit van de Vereniging Bouwtoezicht Nederland. En hoewel gemeenten minder inkomsten uit leges halen, kunnen ze niet bezuinigen op bouwtoezicht: ze moeten in geval van gebreken ingeroepen kunnen worden.
Als klein kind behandeld
Ook kleine aannemers worstelen met de nieuwe wet. Zij moeten het hele bouwproces vastleggen, met foto's en video's die de kwaliteitsborger vervolgens beoordeelt. "Wij hebben geoefend", zegt aannemer Jan Siebring. "Tijdens het lijmen van kalkzandsteen moesten we 28 foto's en filmpjes maken van hoe we de lijm gebruikten."
Sienring vindt het onwerkbaar. "Dit zijn mannen die met hun handen in het beton zitten hè. Het zijn geen jongens van twaalf. We voelen ons als kleine kinderen behandeld." Daarnaast vrezen kleine aannemers ook een berg aan bureaucratische verplichtingen. Grote bouwbedrijven hebben daarvoor ondersteunend kantoorpersoneel, maar kleine bouwers vaak niet.
Het mogelijke tekort aan kwaliteitsborgers is nog een punt van zorg. Er zijn naar verwachting per 1 januari 200 toetsers beschikbaar. Veel te weinig, vrezen gemeenten en aannemers. "Dat kan leiden tot vertraging van bouwprojecten. En we lopen als gemeenten het risico dat goed en kundig personeel bij ons wordt weggekaapt. Terwijl wij als bevoegd gezag óók moeten blijven beschikken over toezichthouders", stelt de gemeente Purmerend.
De Eerste Kamer heeft nog vragen over de invoering van de wet. Minister Hugo de Jonge blijft bij de verwachting dat deze op 1 januari 2024 in kan gaan.