NOS NieuwsAangepast

Overheid wil weer macht over volkshuisvesting, verplichte bouw betaalbare huizen

De Rijksoverheid krijgt weer macht over de woningbouw. Minister De Jonge voor Volkshuisvesting heeft zijn wetsvoorstel gepresenteerd met daarin verplichtingen voor gemeenten, provincies en woningcorporaties. Het is een van de belangrijkste afspraken uit het regeerakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie.

"We zijn als overheid al jaren niet planmatig met volkshuisvesting bezig geweest", zegt De Jonge. "Daarom is er te weinig gebouwd."

Het Rijk gaat in een meerjarenplan bepalen wat er landelijk gebouwd moet worden. Daarbij wordt rekening gehouden met wat er in de toekomst nodig is voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met lage en middeninkomens, ouderen, migranten, mensen met een beperking, daklozen of studenten.

Sociale huurwoningen verplicht

Gemeenten moeten hun aandeel in meerjarenplannen vastleggen. Gemeenten die achterlopen met hun aandeel in sociale huurwoningen moeten verplicht ten minste 30 procent sociale huurwoningen bijbouwen. Andere gemeenten moeten juist hun achterstand bij woningen voor middeninkomens wegwerken.

Twee derde van de woningen die landelijk gebouwd moeten worden zijn betaalbare woningen, zoals sociale huurwoningen en koopwoningen met een prijs van maximaal 355.000 euro. Tot en met 2030 gaat het om 350.000 koop- en huurwoningen in het middensegment en 250.000 sociale huurwoningen van woningcorporaties.

De overheid gaat zich ertegenaan bemoeien, want hoe het nu gaat werkt het niet, zegt De Jonge:

De Jonge: veel huizen voor mensen niet meer betaalbaar

De bouwopgave is niet vrijblijvend: het Rijk stelt eisen die uitgevoerd moeten worden. Bijvoorbeeld hoeveel sociale huurwoningen er in een provincie bij moeten komen, of betaalbare koopwoningen, en dat die goed verspreid moeten worden over de provincie.

De provinciebesturen moeten voor hun regio vertalen wat dat opgeteld betekent. Bijvoorbeeld of er voldoende bouwgrond is en of er wel geïnteresseerde projectontwikkelaars en woningcorporaties zijn om die bouwprojecten uit te voeren.

Ook moeten de provincies in de gaten houden of 'hun' gemeenten zich aan de taakstelling houden. De eisen gaan niet zo ver dat het Rijk precies bepaalt waar de woningen komen en hoeveel verdiepingen een gebouw heeft, dat bepalen de gemeenten zelf.

Woningcorporaties worden medeverantwoordelijk voor de 'woningbouwopgave' van de provincie waar zij gevestigd zijn. Zij mogen geen nieuwe bouwprojecten buiten hun provincie aangaan.

Voor de korte termijn moeten woningcorporaties flexwoningen neerzetten op tijdelijke locaties. Zij krijgen de garantie dat als op de locatie iets anders wordt gepland, zij de flexwoningen snel kunnen verplaatsen naar een ander terrein. Het idee is dat corporaties zo meer animo krijgen voor deze tijdelijke huisvesting.

Om lange bezwaarprocedures bij nieuwbouw te voorkomen is er nog maar één keer beroep mogelijk bij omgevingsvergunningen voor woningbouwprojecten, bijvoorbeeld als omwonenden in het geweer komen tegen een nieuwbouwproject.

Aan de rand van gemeenten gaat meer gebouwd worden, zodat families bij elkaar kunnen blijven, zegt De Jonge:

De Jonge: ook aan rand van gemeenten moet weer gebouwd kunnen worden

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl