Maudie Dankerlui
redacteur Nieuwsuur
Maudie Dankerlui
redacteur Nieuwsuur
Geen loeiende dieselslurpende graafmachines en vervuilende hijskranen meer op de bouwplaats. Vanaf 2030 wil het Rijk, als grootste opdrachtgever van bouwprojecten, klimaatneutraal en circulair werken. Maar die ambitie geeft bouwbedrijven de nodige kopzorgen.
De bouwsector werkt samen met de overheid aan de routekaart 'Schoon en Emissieloos bouwen'. In de conceptversie staat dat vanaf 2030 al het kleinere bouwmaterieel emissievrij moet zijn. Vanaf 2035 moet dat ook gelden voor het grotere materieel.
Als wij onze 28 machines aan de stekker doen, is heel het dorp donker.
Bouwer Rinie Barendregt vindt het zeer ambitieuze plannen. Zijn bouwbedrijf heeft geen elektrische machines, op wat klein materieel na. Zijn 25 ton wegende rupskraan wordt door diesel aangedreven. Op dit moment kan hij niet zonder. De elektrische variant is drie keer zo duur. "De verwachting is wel dat het goedkoper gaat worden, maar nu krijg ik mijn verdienmodel niet rond."
Gerben Brouwer, leverancier van elektrische bouwmachines, legt uit waarom de prijzen zoveel hoger liggen: "Nederland is een van de weinige landen die vraagt om elektrische bouwmachines. In de wereldmarkt is die vraag een speldenprikje en geen reden voor grote fabrikanten om elektrische machines te produceren."
Zijn bedrijf, ELM bouwmachines, is een van de weinige bedrijven die wel elektrisch bouwmaterieel levert: omgebouwde machines. Een grote dieselmachine wordt besteld bij een fabrikant, vervolgens verwisselt ELM de dieselmotor voor een elektrische motor met accu's.
Omdat volledig elektrische machines weinig worden gefabriceerd, is ombouwen voorlopig de enige optie. Een kostbaar en langdurig proces waardoor het maanden kan duren voor zo'n machine daadwerkelijk geleverd kan worden.
De eerste computer was ook ontzettend duur. Elektrische graafmachines zullen ook uiteindelijk betaalbaar zijn.
Sinds vorig jaar biedt de overheid wel een subsidie voor bedrijven die emissievrije machines willen kopen of bestaande machines wil laten ombouwen. "Maar", zegt grondverzetwerker Peter van Schaik, "zodra deze regeling open is, duikt iedereen erbovenop. De één krijgt wel die subsidie en de ander niet. Dus als ik geen subsidie heb, ben ik altijd duurder uit."
Bij het zwaardere materieel speelt bovendien nog een tweede probleem: het opladen van de apparatuur. Dat vergt een ingewikkelde logistieke planning. Een dieselmachine kan gemakkelijk zestien uur draaien, maar een elektrische machine op een accu moet tussentijds worden opgeladen.
Van Schaik: "Als grondverzetbedrijf komen wij in weilanden of natuurgebieden waar geen infrastructuur is aangelegd om grote machines te kunnen opladen. Dan moet je alsnog een gasturbine of diesel-aggregaat neer gaan zetten om stroom op te wekken en dat ding op te laden."
Goede wil
Bovendien, vraagt van Schaik zich af, kun je wel een grote hoeveelheid graafmachines tegelijk opladen? "Wij hebben hier 28 machines. Als wij die 's avonds aan de stekker doen, is heel het dorp donker."
Toch is het ook niet een volledig onbegonnen zaak. Zo heeft bouwreus Heijmans de afgelopen twee jaar 34 miljoen euro geïnvesteerd in duurzame technologie. Het bedrijf begint binnenkort aan een groot project op de A1, waar de opdrachtgever heeft gevraagd om enkel emissievrij materieel.
Ook bij bouwers Van Schaik en Barendregt ontbreekt het niet aan goede wil om te verduurzamen. Barendregt: "De stemming onder bouwers is ook dat er geen ontkomen aan is. De eerste computer was ook ontzettend duur en inmiddels betaalbaar. Dat zal voor elektrische graafmachines op den duur ook zo zijn."