Tweede Kamer brengt laatste wijzigingen aan in pensioenwet
De Tweede Kamer heeft nog voor laatste wijzigingen gestemd van de Wet toekomst pensioen. Donderdag wordt er over de uiteindelijke wet gestemd, maar in principe is hij klaar en is er voldoende steun.
Zo wordt de startleeftijd voor het opbouwen van een pensioen verlaagd van 21 naar 18 jaar. En voor uitzendkrachten wordt de wachttijd van een half jaar om een pensioen te mogen opbouwen geschrapt, zodat zij ook bij vaak wisselen van baan kunnen meedoen aan de oudedagsvoorziening.
Verder komt in de wet te staan dat het aantal mensen in loondienst dat toch geen pensioen opbouwt, over vijf jaar moet gehalveerd tot 450.000. Deze wijzigingen komen er op voorstel van oppositiepartijen PvdA en GroenLinks. Zij hadden die als voorwaarde gesteld voor hun steun aan de wet.
Ook oppositiepartij SGP steunt de wet. Op verzoek van deze partij komt er een permanente geschilleninstantie waar mensen terecht kunnen als zij het niet eens zijn met de overzetting en de uitvoering van hun nieuwe pensioen door het pensioenfonds.
Tegenstanders SP, PVV, Denk, PvdD, JA21, FvD, Den Haan, BIJ1, BBB, Van Haga en Omtzigt hebben nog geprobeerd via een motie de wet te laten intrekken, maar dat is dus mislukt.
De Eerste Kamer begint volgend jaar op 17 januari aan de behandeling van de wet. Omdat ook PvdA en GroenLinks voor hebben gestemd is er vrijwel zeker ook een meerderheid in de senaat.
De wet zou dan op 1 juli 2023 kunnen ingaan. Fondsen hebben tot 2027 de tijd om hun deelnemers over te zetten.