Manon Hoof werkt parttime in de zorg en heeft een tweede baan bij een meubelbedrijf
NOS NieuwsAangepast

Werkgevers niet happig om mensen meer in te zetten, ondanks personeelstekort

  • Carli Kooijman

    redacteur Economie

  • Sjoerd Mouissie

    Datajournalist

  • Carli Kooijman

    redacteur Economie

  • Sjoerd Mouissie

    Datajournalist

Lang niet alle zorg- en vervoermedewerkers die meer willen werken, mogen dat ook van hun werkgever, ondanks het tekort aan personeel. Dat blijkt uit een enquête die de FNV op verzoek van de NOS heeft uitgevoerd onder leden van de vakbond.

Ruim 11.000 zorgmedewerkers die lid zijn van FNV Zorg en Welzijn vulden de vragenlijst in. Van hen hebben ongeveer 2400 medewerkers de afgelopen vijf jaar aan hun werkgever gevraagd of ze meer konden werken. Ruim vier op de tien kregen die uren minimaal of helemaal niet toegekend.

In de vervoerssector, waar geregeld ritten worden geschrapt vanwege personeelstekorten, waren er bijna 3000 respondenten. Uit die reacties rijst een soortgelijk beeld.

Uit de enquête kan worden geconcludeerd dat werkgevers zelf deels verantwoordelijk zijn voor hun personeelstekort. Maar experts wijzen erop dat de situatie wel complex is.

Uit een eerder rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek al dat verzoeken om meer te werken lang niet altijd worden geaccepteerd. "Het is al langer een fenomeen in de zorg, mensen die onvrijwillig parttime werken of minder uren dan ze zouden willen", bevestigt gezondheidseconoom Xander Koolman. De ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en van Volksgezondheid zeggen desgevraagd dat ze het herkennen.

Koolman spreekt van een ongewenste ontwikkeling. "Het is vervelend, als je meer wilt werken omdat je kinderen ouder zijn of door de stijgende prijzen." Vaak kunnen deze mensen ook geen andere parttime baan erbij nemen omdat ze wel beschikbaar moeten zijn voor hun eerste werkgever, voegt hij toe.

Manon wilde meer werken, maar mocht dit lange tijd niet:

Begeleider gehandicapten werkt nu in meubelfabriek

Ook voor het personeelstekort is de weigering van werkgevers niet goed. In mei schreef de Sociaal-Economische Raad nog dat mensen meer moeten werken, als we onze publieke voorzieningen op peil willen houden. "Keer op keer zeggen we dat wel, maar veel mensen krijgen nog steeds niet de uren die ze willen", merkt hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen op.

"Wij zien ook dat veel mensen niet meer willen werken en daar goede redenen voor hebben," zegt Zakaria Boufangacha, FNV-bestuurder. "Maar als je dat wel wil, zou dat natuurlijk wel moeten kunnen."

  • NOS/Harm Kersten
  • NOS/Harm Kersten
  • NOS/Harm Kersten
  • NOS/Harm Kersten

Uit de enquête bleken geen significante verschillen tussen zorgbranches. In een reactie zeggen brancheverenigingen zoals Actiz en de Nederlandse ggz de uitkomst van de enquête niet te herkennen. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen wil niet inhoudelijk reageren.

De Brancheorganisatie kinderopvang erkent wel dat het soms voorkomt dat medewerkers die meer uren willen werken dat in de praktijk niet kunnen. Bijvoorbeeld omdat werken bij een buitenschoolse opvang (bso) geen dagtaak is.

Als werknemers dan extra uren willen werken, kan worden gevraagd of ze ook bij een baby- of peutergroep willen werken, of op het hoofdkantoor, zegt een woordvoerder. "Niet iedereen wil dat. Of ze willen alleen meer uren op een dag waarop ze al werkten, in plaats van een extra dag werken, terwijl dat voor de bso weer makkelijker kan zijn."

Flexibiliteit en kosten besparen

Dat het soms moeilijk is om de wensen van werkgevers, werknemers en patiënten op elkaar af te stemmen, ziet ook gezondheidseconoom Koolman. In de thuiszorg bijvoorbeeld zijn de piekmomenten 's ochtends, als mensen uit bed gehaald worden, en 's avonds. Tussendoor wordt er weinig personeel ingeroosterd.

"Plat gezegd: het geld wordt gebruikt om mensen in leven te houden, er zijn niet genoeg middelen voor het sociale deel." Dertig jaar geleden was dat anders, maar sindsdien is de zorg "doorgeslagen in efficiëntie," vindt hij.

Dit is voor mensen een reden om de zorg te verlaten.

Xander Koolman, gezondheidseconoom

Verder speelt de behoefte aan flexibiliteit bij werkgevers een rol, denkt de gezondheidseconoom. "Als je iemand aanneemt en een groot contract geeft, en diegene valt uit, dan staat die persoon wel twee jaar lang op de loonlijst. Dat probleem heb je niet bij oproepkrachten."

Wilthagen herkent dit: "Ze hebben liever meer mensen die minder werken, dan een kleinere groep met grote contracten. Bij ziekte of uitval zijn er dan meer mensen inzetbaar, die nog niet ingeroosterd waren."

Volgens de Vereniging Gehandicaptenzorg (VGN) speelt flexibiliteit inderdaad vaak een rol als verzoeken worden afgewezen. Er is ofwel te weinig flexibiliteit bij de organisatie om zich aan te passen aan de wensen van een werknemer, ofwel te weinig flexibiliteit bij medewerkers om op meerdere plekken te werken als er binnen de eigen locatie te weinig uren of budget beschikbaar zijn, aldus de VGN.

'Werkgevers moeten een tandje bijzetten'

"Er zit altijd spanning tussen de belangen van de overheid, werkgevers en werknemers", zegt Koolman. "Maar met zo'n tekort aan personeel, moet het systeem om die werknemers worden georganiseerd, anders is de zorg niet meer draaiende te houden."

De ministeries van Volksgezondheid en SZW zien bijvoorbeeld wel iets in combinatiebanen. Dan zou iemand uit de gehandicaptenzorg na een ochtenddienst bijvoorbeeld kunnen werken in de dagbesteding van de thuiszorg.

Koolman wijst erop dat roostergaten nu vaak worden gevuld met uitzendkrachten en zzp'ers, die meestal duurder zijn. "Werkgevers moeten een tandje bijzetten om tegemoet te komen aan vaste werknemers die meer willen werken. Anders is dit voor hen een reden om de zorg te verruilen voor een sector waar ze wél meer kunnen werken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl