Noodtoestand in Honduras in strijd tegen afpersing door bendes
Honduras heeft de noodtoestand uitgeroepen in de strijd tegen bendecriminaliteit. De regering wil daarmee vooral afpersing aanpakken, waar bus- en taxichauffeurs en winkeleigenaren slachtoffer van worden.
"We zullen afpersing in elke hoek van ons land uitroeien", zei president Castro. "Deze sociaaldemocratische regering verklaart de oorlog aan afpersing, net zoals de regering vanaf het begin af aan de oorlog heeft verklaard aan corruptie, wetteloosheid en drugshandel."
Wat de noodtoestand exact inhoudt in Honduras, is niet duidelijk. Over het algemeen wordt het met die maatregel eenvoudiger om mensen aan te houden. De noodtoestand moet nog wel worden goedgekeurd door het parlement.
De voorman van de buschauffeurs in Honduras is blij met de maatregel. Volgens hem heeft afpersing door bendes dit jaar aan vijftig chauffeurs het leven gekost. De afgelopen 15 jaar zouden er in totaal 2500 chauffeurs zijn omgebracht. Hij schat dat busbedrijven en chauffeurs gemiddeld 10 miljoen dollar per maand kwijt zijn aan de bendes.
Buurland El Salvador
Honduras is na buurland El Salvador het tweede land in Midden-Amerika waar de noodtoestand van kracht wordt. In El Salvador werd de maatregel in maart ingevoerd na meer dan zestig bendemoorden binnen 24 uur.
De noodtoestand is sindsdien maandelijks verlengd en heeft geleid tot de arrestatie van meer dan 56.000 verdachten van bendecriminaliteit. Mensenrechtenorganisaties zijn kritisch over de maatregel en zeggen dat jonge mannen vaak worden gearresteerd op basis van hun leeftijd, uiterlijk of omdat ze in een sloppenwijk wonen waar bendes het voor het zeggen hebben.