De gesprekken die meldpunt Veilig Thuis voert met kinderen in onderzoeken naar mishandeling en seksueel misbruik, moeten beter. Dat zeggen deskundigen na onderzoek van Nieuwsuur.
Uit dat onderzoek blijkt dat de kwaliteit en manier van kindgesprekken per Veilig Thuis-regio verschilt. Daardoor kunnen signalen van kindermishandeling over het hoofd worden gezien of verkeerd geïnterpreteerd, waardoor kinderen slechter worden geholpen en waardoor strafbare mishandeling mogelijk onbestraft blijft.
Onbetrouwbare verklaringen
Volgens de wet moet Veilig Thuis na een melding van geweld of seksueel misbruik onderzoeken of daar echt sprake van is. Om dat te kunnen vaststellen, praat Veilig Thuis met kinderen vanaf 4 jaar. In een protocol staat dát met kinderen moet worden gepraat, maar niet hóe.
Daardoor verschilt de manier van aanpak per Veilig Thuis-regio en soms zelfs binnen een regio van medewerker tot medewerker. Ook het opleidingsniveau van de medewerkers varieert. Het leidt ertoe dat er gesprekstechnieken worden ingezet zonder wetenschappelijke onderbouwing. En wanneer tijdens een gesprek een vermoeden van strafbare kindermishandeling ontstaat, moeten gesprekken soms worden gestopt omdat medewerkers niet de scholing hebben het kind hierover te bevragen.
Onderzoeker forensische psychologie Brenda Erens (Maastricht University) keek voor haar promotie-onderzoek naar de meest geschikte interviewmethoden. Ze plaatst kritische kanttekeningen bij de gesprekstechnieken van Veilig Thuis. Die zouden kunnen leiden tot onbetrouwbare verklaringen. "Dat kunnen kinderen zijn die wel mishandeld worden thuis, maar waarbij je er niet achter komt", zegt Erens. "En andersom: als er geen kindermishandeling speelt, dan wil je dat ook heel graag weten."
Het vastleggen van gesprekken gebeurt ook op verschillende manieren. In de ene regio worden gesprekken opgenomen om schriftelijk uit te werken, in de andere regio worden gesprekken helemaal niet opgenomen en maken medewerkers alleen aantekeningen. Verklaringen die een kind bij Veilig Thuis heeft afgelegd zijn daardoor niet zelden onbruikbaar in een later politieonderzoek, omdat de kwaliteit te wensen overlaat.
Er is vaak geen fysiek bewijs, dus een gesprek is een cruciaal element in onderzoek naar kindermishandeling.
En in een aantal regio's maakt Veilig Thuis bij kindinterviews gebruik van de 'drie huizen methode'. Daarbij moet een kind drie huizen tekenen: een huis van zorgen, een huis van goede dingen en een huis van dromen. De bedenker van die methode zegt tegen Nieuwsuur dat deze methode niet geschikt is voor feitenonderzoek naar kindermishandeling.
"We vinden het zorgelijk dat jullie aantonen dat kinderen per regio op een andere manier worden bejegend", zegt kinderrechtenadvocaat Eva Huls van Defence for Children. "De uniforme werkwijze is er dus niet. Het kan ook betekenen dat kinderen die door matig opgeleide professionals worden gesproken, daadwerkelijk slechter af zijn."
In een aantal regio's maakt Veilig Thuis ook gebruik van tekeningen die het menselijk lichaam uitbeelden en van duplo-poppetjes. Onderzoek wijst uit dat het gebruik daarvan bij kinderen verkeerde suggesties kan wekken, omdat kinderen dit beeld niet kunnen vertalen naar het menselijk lichaam.
"Onze resultaten zijn zorgelijk omdat we weten dat bij kindermishandeling er vaak geen fysiek bewijs is en er geen omstanders waren", zegt onderzoeker Erens. "Kinderen weten vaak als enige wat er is gebeurd, dus een interview is een cruciaal element in elk onderzoek naar kindermishandeling."
Huls vindt dat ook bij de politie een en ander te verbeteren valt aan de kinderverhoren. "Het mag wat kindsensitiever. Je verhaal doen op een politiebureau is op zich al intimiderend."
Dat merkte ook 'Julia', die op haar 15e slachtoffer werd van seksueel misbruik en haar verhaal deed bij de politie:
Negen van de 25 Veilig Thuis-regio's zijn inmiddels overgeschakeld op een wetenschappelijk onderbouwde interviewmethodiek: het uit de Verenigde Staten afkomstige NICHD-protocol. Dat gaat uit van open vragen waarbij het kind zoveel mogelijk uit zichzelf vertelt. Uit onderzoek van Erens blijkt dat die verhoortechniek verschil maakt. "Kinderen vertellen meer en rapporteren na het verhoor een prettiger gemoedstoestand dan de controlegroep."
Feiten en meningen scheiden
Veilig Thuis wil die methode in de toekomst overal invoeren. Ook de Raad voor de Kinderbescherming stapt binnenkort over op het NICHD-protocol. Dit protocol wordt ook door de Belgische politie gebruikt voor het verhoren van kinderen. In Nederland gebruikt de politie deze methode niet.
In een reactie zegt Veilig Thuis dat het hun taak is feiten en meningen te scheiden en bevestigt dat er ruimte is voor verbetering. "Veilig Thuis staat aan de vooravond van een intensieve periode van kwaliteitsverbetering van de kindinterviews en de landelijke uitrol van de NICHD." Wanneer die uitrol voltooid moet zijn, weet het netwerk niet.
De verantwoordelijke ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en die van Justitie en Veiligheid benadrukken dat Veilig Thuis-locaties regionaal zijn georganiseerd. "Binnen de wettelijke taak is er ruimte voor inkleuring en maatwerk per regio. Waar op landelijke schaal verbetering en/of uniformering mogelijk of wenselijk is, staan we achter een gerichte aanpak daarvan en stimuleren we dat ook gericht."