België doet het beter dan Nederland als het gaat om de aanpak van uitbuiting en mensenhandel op de werkvloer. Dat zegt Nationaal Rapporteur Mensenhandel Conny Rijken tegen Nieuwsuur.
Dat geldt zowel voor de opsporing als de berechting van daders. Zo werden in België in de periode 2016-2021 in totaal 956 opsporingsonderzoeken gestart naar arbeidsuitbuiting, tegenover slechts 79 in Nederland.
Wettelijke bescherming
Afgelopen zomer kwam de grootste mensenhandelzaak uit de Belgische geschiedenis aan het licht. Zeker 75 werknemers uit onder meer de Filipijnen en Bangladesh werden onder valse voorwendselen naar België gehaald, zwaar onderbetaald en slecht gehuisvest.
Het onderzoek loopt nog en het aantal slachtoffers kan dus nog toenemen. Volgens de Belgische wet hebben deze slachtoffers recht op bescherming: een verblijfsvergunning en werkvergunning in België.
Niet veel later kwam een tweede zaak in de Antwerpse haven aan het licht, waarin Nederland ook een rol speelt. Een deel van de werknemers werd gehuisvest in Zeeland en Limburg, net over de grens. Het uitzendbureau dat ze rekruteerde, MO Alliance, wordt gerund door twee Nederlanders die nu hoofdverdachte zijn in de zaak.
Slachtoffers van deze grote mensenhandelzaak vertellen wat er met ze gebeurd is:
België kent een bredere definitie van mensenhandel dan Nederland, waardoor de daders harder kunnen worden gestraft. In Nederland moet een misdrijf drie specifieke kenmerken hebben: verplaatsing en/of huisvesting van personen, dwang én uitbuiting.
Dat rijtje blijkt in de praktijk moeilijk te bewijzen, waardoor minder daders worden veroordeeld. De Algemene Rekenkamer en de Arbeidsinspectie pleiten al langer voor betere wetgeving. Het kabinet is bezig met het wijzigen van de wet.
Zelden beroepsverbod
Het is tekenend voor de verschillen in aanpak van arbeidsuitbuiting en mensenhandel tussen Nederland en België, zegt Nationaal Rapporteur Mensenhandel Conny Rijken. "België is echt actiever met dit soort zaken. Die vallen doorgaans binnen het strafrecht. Het is daardoor makkelijker om bijvoorbeeld vrachtwagens in beslag te nemen als chauffeurs worden uitgebuit of om bedrijven stil te leggen."
In Nederland worden dit soort zaken vaak binnen het bestuursrecht afgedaan met een boete. Bijna nooit wordt daders een beroepsverbod opgelegd. Die kunnen na hun veroordeling gewoon weer een uitzendbureau beginnen.
Het aantal meldingen van misstanden door de Arbeidsinspectie zelf is heel laag: slechts 7 procent van het totaal aantal meldingen.
Ondanks de hardere aanpak komt uitbuiting en mensenhandel bij onze zuiderburen voor en blijft het meestal onder de radar. "We vermoeden dat de schaal van dit probleem nog zoveel groter is dan wat we nu hebben vastgesteld," zegt Anton Van Dyck. Zijn organisatie Payoke vangt slachtoffers van de twee zaken op.
"We weten dat er enorm veel onderaannemers zijn in dit soort contractuele constructies. Arbeiders worden onderling doorgeschoven. Er zijn schattingen dat er tussen de 18.000 en 23.000 mensen worden uitgebuit in België. Dus wat we nu weten is waarschijnlijk het topje van de ijsberg."
'Geen resultaat'
Dat geldt volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel ook voor Nederland. Ze schat dat er zo'n 530.000 arbeidsmigranten in ons land zijn. Vorig jaar werden 326 gevallen van arbeidsuitbuiting gemeld, 123 minder dan in 2020.
Het aantal opgelegde boetes door de arbeidsinspectie in 2019: dertien. Rijken: "Het aantal meldingen van misstanden door de Arbeidsinspectie zelf is heel laag: slechts 7 procent van het totaal aantal meldingen."
Sinds 2018 krijgt de Inspectie extra geld vanuit de overheid, maar verbeteringen blijven uit: "Dat er is ingezet op verhogen van de capaciteit is een goede zaak. Maar of het ook tot resultaat heeft geleid? De Rekenkamer constateerde eerder van niet."