Na een veronderstelde Oekraïense drone-aanval in de baai van havenstad Sebastopol, waarvan Rusland claimt dat het Verenigd Koninkrijk en Canada erbij betrokken waren, liggen de eerste graanschepen stil in de Zwarte Zee. Rusland wil niet langer meewerken aan de graandeal, die honger in de armste landen moest voorkomen.
De VN vreest een nog ernstigere voedselcrisis als graan grote delen van de wereld niet bereikt en roept op om de deal te respecteren. De Oekraïense president Volodimir Zelensky heeft woedend gereageerd op het besluit van Rusland en zegt dat een grootschalige hongersnood dreigt. Volgens Oekraïne zijn er 176 schepen onderweg met 2 miljoen ton graan, die nu door Rusland worden tegengehouden.
Door de deal werd al 9 miljoen ton Oekraïens graan geëxporteerd. Ook de Europese Unie heeft Rusland opgeroepen om terug te komen op de beslissing om de medewerking op te schorten. De NAVO verwijt Rusland voedsel als wapen in te zetten.
Enorme economische klap
Onderzoeker voedselsystemen Bart de Steenhuijsen Piters van Wageningen University denkt dat het stoppen van de samenwerking binnen de graandeal niet meteen tot enorme problemen zal leiden. "Het effect is betrekkelijk, want er zijn inmiddels al veel andere bronnen in de wereld aangeboord. Onder andere mais en tarwe komen nu uit Canada en de VS."
Voor Oekraïne is het wel een groot probleem dat er weinig graan en mais wordt uitgevoerd. Boeren, die voor de oorlog nog konden rekenen op contracten die voor de toekomst werden gesloten, blijven zitten met de voorraden en kunnen hun nieuwe oogst niet kwijt. "Dat betekent dat er een grote onzekerheid is op de markt van Oekraïne en dat geeft een enorme economische klap", zegt De Steenhuijsen Piters.
De Nederlandse boer Kees Huizinga in Oekraïne is deze week begonnen met de oogst van zijn mais. Hij maakt zich grote zorgen, want hoe krijgt hij die tonnen mais nu de markt op?
Maar waar de graandeal was bedoeld om vooral landen in Afrika en het Midden-Oosten van graan te voorzien, is de praktijk anders gebleken, zegt De Steenhuijsen Piters. "Zo'n 8 miljoen ton is vervoerd via Turkije. 5 miljoen daarvan was mais en zo'n 2,5 miljoen ton was tarwe. En dat mais is naar Spanje, Italië en Nederland gegaan voor veevoer. De tarwe is vooral in de schappen van West-Europa beland."
Uiteindelijk is het vooral bemiddelaar Turkije dat het grootste voordeel van de deal heeft gehad, zegt de onderzoeker. "Ze hebben zelf veel graan in Turkije gehouden en daarmee het brood in eigen land goedkoop kunnen houden in tijden van hoge inflatie."
De landen waarvoor het graan ook was bedoeld - bijvoorbeeld Somalië, Afghanistan en Jemen - hebben van het World Food Program vijf scheepsladingen van 125.000 ton ontvangen. "En dat is maar een fractie van wat er uit Oekraïne is gekomen", zegt De Steenhuijsen Piters.
Ramp na ramp
Boer Huizinga is nu druk met het oogsten van zijn mais, maar de tarwe voor de volgende oogst is al weer ingezaaid. "Er zijn ook boeren die dat niet hebben gedaan, die wachten tot het voorjaar. Als de graandeal definitief van tafel is, dan weet ik ook niet wat wij volgend jaar met onze tarwe moeten doen."
Eigenlijk was Huizinga er al bang voor, "dat Rusland een excuus zou vinden om de deal op te zeggen". Het geeft volgens hem aan dat Rusland nergens om geeft. "De ene ramp na de andere ramp die de Russen veroorzaken. Wij en het Westen moeten daar niet aan toegeven, want dan gaan zij alleen maar door met manipuleren. Zoals ze dat met het gas doen, en nu voor de tweede keer met het graan."