Klimmen, de Puy de Dôme en één tijdrit: zo ziet de Tour de France 2023 eruit

De 110de Ronde van Frankrijk kent voor het eerst sinds 35 jaar weer eens een aankomst op de Puy de Dôme en bevat maar één tijdrit. Ook biedt het parcours van 2023 het hoogste aantal cols (30). Dat maakte de organisatie donderdagmiddag in Parijs bekend tijdens de presentatie van de Tour de France 2023, die volgend jaar op 1 juli in Spanje van start gaat.

Le Grand Départ is voor de zesde keer in tien jaar buiten Frankrijk. Dit jaar was Le Grand Départ in Kopenhagen, komend jaar begint de Tour in Baskenland.

Dertig jaar geleden begon de Tour ook in Spaans Baskenland: de proloog in San Sebastián werd destijds gewonnen door de latere winnaar Miguel Indurain. De Tour eindigt op 23 juli, traditiegetrouw in Parijs.

Bekijk hier een kaartje met het parcours van de Tour de France 2023:

De eerste etappe van 2023 begint en eindigt in Bilbao, waar na een heuvelachtige rit over 185 kilometer de eerste gele trui wordt uitgereikt aan, vermoedelijk, een puncher of een sprinter met ijzersterke benen.

Ook de tweede rit, over 210 kilometer van Vitoria-Gasteiz naar San Sebastián, gaat nog over Baskisch grondgebied. De derde, overwegend vlakke, etappe brengt het peloton dan naar Frankrijk, om precies te zijn Bayonne.

Na het eerste weekend gaan de renners naar Dax. Daar veroverde Wim van Est in 1951 als eerste Nederlander de gele trui.

Vervolgens is het nog maar een kleine stap naar de Pyreneeën, waar de renners al in de eerste week overheen moeten. Zo voert de vijfde etappe van Tarbes naar Cauterets over onder meer de Col d'Aspin en de Tourmalet. De eerste week voert het peloton ook langs Bordeaux. De stad waar twaalf etappes Nederlandse overwinningen zijn geboekt.

De eerste week komt op zondag tot uitbarsting op de Puy de Dôme, de vulkaan in het Centraal-Massief die voor het eerst sinds 1988 in het parcours is opgenomen en waar Joop Zoetemelk twee keer als eerste boven kwam. De Puy de Dôme is de finish van de negende etappe op zondag 9 juli.

Maandag 10 juli is de eerste rustdag van de Tour, daarna voert de weg via een handvol overgangsetappes naar het Jura-gebergte en de Alpen. Op vrijdag 14 juli, de Franse feestdag, voert de dertiende etappe naar de Grand Colombier. De zondag daarop kunnen de wielerfans zich verheugen op een rit van Les Gets naar de Mont Blanc.

Na de tweede en laatste rustdag begint de slotweek op dinsdag met een individuele tijdrit door de Alpen van Passy naar Combloux. De enige tijdrit van deze Tour.

In De Vogezen zal waarschijnlijk een hectische slotfase en de ontknoping van drie weken fietsen volgen. De voorlaatste etappe eindigt op Le Markstein, die in 2014 en 2019 ook al eens moest worden bedwongen, maar in deze editie voor het eerst de finishplaats is.

De Tour eindigt op zondag 23 juli traditioneel met een etappe naar Parijs. Voor de start in Saint-Quentin-en-Yvelines zullen de champagneglazen en -flessen alvast worden ingeladen in de ploegleiderswagens, want de winnaar is dan - normaal gesproken - bekend.

Tadej Pogacar, de winnaar van de Tour in 2020 en 2021, noemt het parcours zwaar. Dit komt volgens hem door het vele klimmen in de eerste en laatste week. Hij kijkt echter wel met een goed gevoel vooruit. "Het duurt nog even, maar ik kijk uit naar juli."

Merijn Zeeman, de sportief directeur van Jumbo-Visma, vindt dat het parcours er "goed uitziet". Hij wil en kan nog weinig zeggen over de namen die naar Frankrijk gaan, toch zegt hij dat de kans klein is dat Jonas Vingegaard niet meedoet.

De Deen liet eerder al doorschemeren dat hij zijn titel wil verdedigen. Zeeman: "Wij willen die wedstrijd ook nog een keer winnen en Jonas heeft afgelopen jaar aangetoond dat hij de beste is, maar of hij definitief gaat, dat is iets voor later."