Haaland ziet wat jij niet ziet: hoe 'scanning' de superspits helpt scoren
Een Noorse reus met een blond knotje, kraalogen en ledematen van een octopus houdt verdedigers uit hun slaap. Erling Haaland, 22 jaar, doelpuntenmaker voor Manchester City van beroep, blijft dit seizoen maar scoren.
Al twintig keer in twaalf duels. Inclusief drie hattricks. Dinsdagavond ligt FC Kopenhagen weer in zijn vizier in de Champions League, de ploeg waartegen Haaland er een week geleden twee maakte in de 45 minuten die hij binnen de lijnen stond.
De spits is oersterk, 1.94 meter lang en razendsnel. Tel daar een prima techniek en enorme scoringsdrift bij op en je hebt een zeldzame voetballer. Maar wat maakt Haaland net even unieker dan andere topspitsen?
Zelden vertoond
Een Noorse wetenschapper, Geir Jordet, heeft wel een verklaring voor Haalands zelden vertoonde cijfers. "Voetbal is een spel van informatie verzamelen. Haaland is daarin een machine", laat hij weten in een telefonisch interview.
Jordet, professor bij de School voor Sportwetenschap in Oslo, doet al ruim twintig jaar onderzoek naar psychologie in het voetbal en is gespecialiseerd in 'scanning'.
"Scanning is het door een voetballer van de bal wegkijken, voorafgaand aan het moment dat een speler de bal ontvangt", formuleert Jordet zorgvuldig. Die definitie kwam niet zomaar tot stand.
Close-upbeeld
Via een vriend stuit Jordet vijftien jaar terug op een stapel dvd's. Urenlang wedstrijdmateriaal, close-up-beelden van 120 voetballers uit de Engelse Premier League. Hij kijkt alles. Iedere keer turvend als een speler zijn omgeving in het veld 'scant'.
"Het was overduidelijk dat hoe meer spelers scanden, hoe beter ze presteerden. De frequentste scanners waren Frank Lampard en Steven Gerrard." Jordet voelt dat hij iets op het spoor is en filmt op reis door Europa nog tal van voetballers.
Met een computer vol empirisch bewijs keert Jordet terug naar Noorwegen en doet verslag van zijn vondsten aan een geïnteresseerde groep Noorse coaches. Onder wie de trainers van de club waar Haaland als acht-, negenjarig jochie leert voetballen.
Jordet breidt zijn onderzoeksmethode in de loop der jaren uit, gebruikt inmiddels zelfs eye-tracking, en doorkruist opnieuw het continent om onderzoek te doen in onder meer de Premier League, de Bundesliga en de jeugdopleiding van Ajax. De voetbalwereld omarmt zijn studies steeds vaker.
Veel topvoetballers, vooral middenvelders, scannen zich tijdens een wedstrijd suf. Het wekt de illusie dat ze ogen in hun achterhoofd hebben. "Voetballers gebruiken het om een beter overzicht te krijgen van spelmomenten in de wedstrijd en om dingen eerder te zien dan hun tegenstanders", zegt Jordet, die al honderden spelers bestudeerde.
Maar zo intensief als Haaland om zich heen kijkt, dat zag zelfs Jordet niet eerder bij 's werelds beste aanvallers.
"Het is een groot plezier hem te zien scannen. Hij gebruikt het om ruimte te vinden, om in goede scoringspositie te komen en om te kijken waar de bal zal eindigen in het strafschopgebied."
Noem het gerust een extreem bewustzijn van zijn omgeving op het veld. Het levert Haaland een opvallende statistiek op. "Hij staat bijna nooit buitenspel (pas twee keer dit seizoen, red.). Zeer zeldzaam voor een speler die leeft op het randje van buitenspel."
"Het is intuïtie, zijn perceptie van ruimte, om actief te zoeken naar waar zijn teamgenoten en tegenstanders staan en dan de bal te ontvangen. Als de bal naar hem toe komt, kijkt Haaland nogmaals weg om te zien waar en vanuit welke hoek de verdedigers hem onder druk komen zetten."
Dat geeft de spits de mogelijkheid de bal in de aanname direct mee de ruimte in te nemen, weg van de naderende mandekker.
Oog in oog met de doelman blijft de Noor vervolgens ijzig koel. "Dan zie je hem actief kijken naar het doel, de positie van de keeper en een opening om op te mikken."
Haaland kijkt iedere twee à drie seconden weg
De frequentie waarmee Haaland om zich heen kijkt, is uitzonderlijk hoog voor een aanvaller. "We hebben hem meerdere keren bestudeerd en hij zit altijd tussen de 0.35 en 0.50 scans per seconde."
Dat betekent dat Haaland iedere twee à drie seconden wegkijkt van de bal, voordat hij die ontvangt. "De gemiddelde scanfrequentie van andere Premier League-aanvallers ligt tussen de 0.27 en 0.28", legt Jordet uit. "Haaland is een machine, die zeer effectief informatie verzamelt."
"In die stapel dvd's met 120 spelers", rakelt Jordet snel weer even de informatie van vijftien jaar geleden op, "zaten ook 40 aanvallers. Allemaal topspitsen, je zult al hun namen nog kennen. Maar slechts één van die spelers zat boven de 0.28, cijfers die enigszins vergelijkbaar zijn met die van Haaland nu. Dat was Dennis Bergkamp."
Timing van Frenkie
Jordets gedachten dwalen even af naar Frenkie de Jong. "Ik ben groot fan. Een uitstekende scanner. Hij voert het moeiteloos en elegant uit. En zijn timing. Dat is essentieel. Scannen op het juiste moment."
Elke keer als de bal wordt gespeeld, moet een voetballer volgens Jordet naar de bal kijken. "Zodat er tussen de balcontacten in geen noodzaak meer is om de bal te volgen, want je weet dan al waar hij heen gaat. Dat is het moment waarop je moet scannen."
"Eigenlijk heel logisch, toch? Dit is precies hoe spelers op topniveau scannen. Ze zijn als een klok. Een metronoom."
Kan een voetballer eigenlijk beter worden in scannen? "We kunnen het observeren, analyseren en feedback geven. Daardoor kunnen spelers er ook makkelijker op trainen."
Voor Haaland lijkt dat overbodig. De arme zielen die hem moeten verdedigen dan misschien? "De potentie om beter te worden door het trainen van scanning is groter bij verdedigers dan aanvallers", zegt Jordet.
"Iedere wedstrijd in de Champions League of Premier League zie je verdedigers grote scanfouten maken, waarbij ze zich niet bewust zijn van hun omgeving."
Dan schrikken ze plots wakker en heeft Haaland er alweer drie in liggen.
Haaland heeft relatief weinig balcontacten nodig om te scoren. Vergelijk hieronder zijn cijfers met die van andere topspitsen in Europa: