Weer rechterlijke dwaling: vrijspraak in zaak Rosmalense flatmoord, excuses van OM
Opnieuw is in Nederland een rechterlijke dwaling vastgesteld: de zaak van de Rosmalense flatmoord. Het gerechtshof in Arnhem sprak vanmiddag de 64-jarige Rob B. vrij van doodslag op zijn vriendin. De voormalige verdachte heeft veertien jaar onterecht vastgezeten.
Rob B. was zelf niet bij de uitspraak aanwezig. Volgens zijn advocaat Pieter van der Kruijs was dat te zwaar voor hem. Hij woont in een ggz-instelling.
B. was zeer opgelucht en geëmotioneerd, zei Van der Kruijs na afloop. "Hij is razend blij. Het is eindelijk voorbij. Het meest aangrijpende is dat hij niet geloofd is."
Excuses Openbaar Ministerie
Kort na de uitspraak kwam het Openbaar Ministerie met excuses. "Het OM betreurt het enorme leed dat Rob B. en zijn dierbaren is aangedaan en gaat kritisch kijken naar het verloop van deze zaak", zegt Mariëtte Bode, landelijk hoofdadvocaat-generaal van het Ressortsparket, in een persbericht. "Onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie zijn fouten gemaakt en daar bieden we onze excuses voor aan."
Het OM wil dat ook persoonlijk doen, in een gesprek met Rob B. en zijn advocaat. Dan wordt volgens het OM ook gekeken of er overeenstemming kan worden bereikt over een schadevergoeding.
Advocaat Van der Kruijs had vandaag ook gehoopt op excuses van het hof, maar die kwamen niet. "Ik had ook graag gehoord dat mijn cliënt te horen had gekregen: je hebt het niet gedaan. Dat is niet gebeurd."
Kritiek op deskundigen
Het gerechtshof uitte vandaag stevige kritiek op de aanstelling van twee deskundigen, die vijftien jaar geleden concludeerden dat het waarschijnlijk een misdrijf was. Een van hen was betrokken bij het opsporingsonderzoek, maar later ook als onafhankelijke deskundige. "Dat is op zijn minst onwenselijk", zei het hof vandaag. Bovendien woonden de twee deskundigen samen en bespraken ze de zaak.
Het hof gaat nu uit van recentere bevindingen van andere deskundigen. Zij halen de oude onderzoeken naar de verwondingen en bloedsporen onderuit en gaan uit van zelfdoding. "Er zijn geen concrete en overtuigende aanwijzingen meer dat de verdachte betrokken was", aldus het hof.
Het gerechtshof benadrukte dat niet vaststaat wat er precies is voorgevallen. "De rechter kijkt alleen of er genoeg bewijs is voor wat de verdachte ten laste wordt gelegd. Het is niet aan de rechter om een uitspraak te doen over het andere scenario: suïcide."
Bloedspetters
Rob B. werd ruim vijftien jaar geleden door zowel de rechtbank als het gerechtshof veroordeeld voor doodslag op de 37-jarige Regie van den Hoogen. Ze woonden samen in Rosmalen en hadden allebei psychische problemen.
Op 10 april 2000 belde B. de politie dat hij zijn partner dood had aangetroffen. Haar keel was doorgesneden. Volgens deskundigen was het onwaarschijnlijk dat ze dit zelf had gedaan. Onder andere bloedspetters op de kleding van Rob B. zouden bewijzen dat hij de dader was.
Rob B. werd volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard en veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. Na vijf jaar voorarrest zat hij negen jaar lang in een tbs-kliniek. In 2017 was hij uitbehandeld.
Twijfel
Ondanks de veroordeling bleef er altijd twijfel over de zaak. Een herzieningsverzoek van de advocaat van B. leidde uiteindelijk tot nieuw onderzoek. Ditmaal concludeerde het Nederlands Forensisch Instituut dat zelfdoding het meest waarschijnlijk was.
Bovendien lag er een nieuwe verklaring van een huisarts, waaruit bleek dat Regie van den Hoogen vanwege waanideeën mogelijk een reden had om zichzelf te verwonden. Ze vroeg de arts kort voor haar dood om iets uit haar hals te snijden.
Deze inzichten leidden ertoe dat het Openbaar Ministerie twee weken geleden om vrijspraak vroeg. Het OM plaatste de zaak zelf al in het rijtje rechterlijke dwalingen, waar ook de Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord in staan.