"Miguel Indurain zei het al: er kan altijd een kat oversteken." Rolf Sörensen, wielericoon in Denemarken, wil zich nog niet rijk rekenen als het gaat om de winstkansen van de Deense geletruidrager Jonas Vingegaard in de Tour de France.
Het leiderstricot zit weliswaar stevig om zijn schouders, maar met de Pyreneeën op komst en een uitgedunde Jumbo-Visma-ploeg - Primoz Roglic stapte zondag niet op en Steven Kruijswijk viel uit - wacht hem nog een zware klus. "We moeten afwachten. Er is nog een lange weg te gaan."
Sörensen en zijn landgenoot Michael Rasmussen reizen in het spoor van Vingegaard mee met de Tour de France om verslag te doen voor respectievelijk de Deense televisie en de Deense krant Ekstra Bladet. Beiden weten hoe het is om successen te boeken in de belangrijkste rittenkoers ter wereld. Al waren hun wielerprestaties niet smetvrij.
Zowel Sörensen als Rasmussen gaf later toe verboden middelen te hebben gebruikt. Rasmussen werd zelfs in het geel door zijn eigen Rabo-ploeg uit de Tour gehaald, omdat hij gelogen had over zijn whereabouts.
Niet veel parallellen
Rasmussen wil dan ook niet te veel parallellen trekken tussen Vingegaard en zichzelf. "Ik heb mijn verleden en hij heeft het zijne. Het is vijftien jaar geleden; sindsdien is er veel gebeurd." Wel kan Rasmussen zich verplaatsen in een renner die het geel om zijn schouders heeft. "Dat gevoel is wel hetzelfde. Het is geweldig om rond te rijden in het geel."
De leiderstrui geeft je als renner een beschermd gevoel, legt Rasmussen uit. "Het team zal je steunen, de renners zullen honderd procent voor je geven". Ook in het peloton heeft het geel z'n voordelen. "Het is makkelijker om je daarin te bewegen. Ze geven je allemaal net vijf centimeter extra ruimte."
Daar staat tegenover dat de druk van buitenaf gaandeweg toeneemt. "Dat is voor Jonas wel veranderd. In het verleden stond hij in de belangstelling van de Deense pers en misschien de Nederlandse. Nu heeft de hele wereld interesse. Veel journalisten komen naar mij toe om te vragen hoe je de naam Vingegaard uitspreekt."
Om de druk weg te nemen is het vooral zaak de rust op te zoeken. Daarbij is het voor Vingegaard een voordeel dat hij als een van de laatsten het podium hoeft op te zoeken voor de dagelijkse ploegenpresentatie.
"Hij kan in de bus blijven tot vijf minuten voor vertrek en dan rechtstreeks naar de startlijn rijden." De coronasituatie biedt als bijkomend voordeel dat het publiek automatisch meer op afstand wordt gehouden dan in het verleden het geval was.
Niet verrast
Verrast over het sterke optreden van Vingegaard is Rasmussen niet. De jonge Deen had immers vorig jaar al zijn visitekaartje afgegeven met zijn tweede plaats in de Tour. "Hij toont min of meer hetzelfde niveau als vorig jaar. Het verschil met toen is dat Pogacar nu één slechte dag heeft gehad. Hij kwam suiker te kort, vergat te eten en te drinken. En zelfs een Ferrari kan niet zonder benzine."
Ook Sörensen is niet verbaasd over de prestaties van Vingegaard tot nu toe. Zoals de voormalige Rabo-prof de andere successen van Denemarken ook zag aankomen. "Vóór de Tour had ik al gezegd dat ik teleurgesteld ben als we niet minstens drie etappes hadden gewonnen en een man op het podium hadden. Dat is nu al gelukt. En ik denk dat daar nog een ritzege bij komt."
De komende week moet blijken of Vingegaard in staat is Pogacar van het lijf te houden. Sörensen: "Pogacar is echt de slechtste die je kan hebben op de tweede plaats. Hij zal iets bedenken, dat staat wel vast. En als bij Vingegaard de vermoeidheid toeslaat, is alles mogelijk. Maar het gat is meer dan twee minuten."
Rasmussen vult aan: "We hebben het wel over Pogacar, dus je kan pas feest gaan vieren in Parijs."