Nederlandse houwitsers aan het front in Oekraïne krijgen geen pauze
Twee laag overvliegende Oekraïense straaljagers en legerambulances komen ons tegemoet, als we oostwaarts rijden op weg naar een ontmoetingsplaats. We gaan kijken bij de pantserhouwitsers die door Nederland en Duitsland aan Oekraïne zijn geleverd - een reis vol obstakels.
We hobbelen eindeloos achter oude groene vrachtwagens met voorraden en brandstof aan. Die gaan dezelfde kant op als wij. In de verte zijn rookpluimen zichtbaar. Het front is niet ver weg. Veel gebouwen vertonen oorlogsschade. Maar dat dateert al van de gevechten in 2014, toen de strijd om de Donbas begon.
Dan komen de verse kraters. Ergens in de Donbas is het ontmoetingspunt, een stoffige kruising in een zo goed als verlaten dorpje. Een oudere militair stapt op ons af. "Hulde aan de helden", staat op zijn uniform op de plek waar Nederlandse militairen normaal een naambordje dragen. Soldaten geven hier alleen voornamen, commandanten alleen codenamen.
Aan onze chauffeur overhandigt de persofficier een klein papiertje met gps-coördinaten. Dat is het punt waar we de commandant van een artillerie-eenheid zullen ontmoeten die vecht met de Nederlandse en Duitse pantserhouwitsers.
In de video zie je hoe we, slalommend langs barricades en brandende wrakken, op onze bestemming komen:
Het tot stand brengen van deze ontmoeting heeft de nodige voeten in de aarde gehad. Het Nederlandse ministerie van Defensie kon niet helpen. "Er zit geen track-and-trace op de houwitsers. We hebben ze aan Oekraïne gegeven, ze komen niet meer terug. Daarom volgen we ze niet. Het is ook uiterst gevoelige informatie", zegt een defensiewoordvoerder. Maar onze lokale fixer weet het Oekraïense leger toch zover te krijgen dat we de kanonnen mogen zien.
'Noem nergens een locatie'
Vlak nadat we een fel brandende terreinwagen zijn gepasseerd, slaan we een bosweggetje in. Daar ontmoeten we commandant Delta. Nog enkele kilometers rijden we verder, over bospaden en weggetjes die zijn omzoomd met dichtgetimmerde boerenhuizen. Een enkele dorpsbewoner staart ons argwanend na. En dan opeens, op een smal overgroeid bospad, zien we een van de achttien pantserhouwitsers die Nederland en Duitsland hebben geleverd.
We stoppen daar niet. Ons bezoek zou mogelijk de locatie van de zware wapens kunnen verraden. "Noem nergens een locatie", is de opdracht van het Oekraïense leger. "De Russen weten niet waar ze zijn. Als ze een aanwijzing krijgen, gaan ze genadeloos naar ze op zoek."
De persofficier vraagt vriendelijk om onze telefoons op vliegtuigstand te zetten. Verder is hij uiterst ontspannen. Geen strenge eisen, zoals dat vaak gaat in legers. Helmen op en scherfvesten aan? Dat moeten we lekker zelf weten.
Gloeiend heet en gitzwart
We rijden uiteindelijk een garage binnen van een verlaten agrarisch bedrijf. En daar moeten we ook binnen blijven, uit het zicht van mogelijke Russische drones die het slagveld afspeuren.
Daar staat dan zo'n immense houwitser, inclusief bemanning. Hij is net binnengereden, want de uitlaatroosters zijn gloeiend heet en gitzwart van het roet.
Details over de operatie krijgen we niet. De commandant - verzorgd baardje, vriendelijke glimlach - mogen we niet interviewen, ook al spreekt hij Engels.
Wel mogen we de soldaten spreken. Ze klimmen op en af het pantser en hangen in de motor. Soldaat eerste klas Mikolaj, die sinds 2015 in het leger zit, maakt de luchtfilters schoon. Hij vertelt dat het kanon al een maand in bedrijf is en dat hij is opgeleid in Duitsland. Of het effectief is? "Onze infanterie is tevreden." En hij is bang, want ook Mikolaj weet dat de Russen jagen op dit geavanceerde geschut. Over zijn gezinssituatie wil hij liever niets zeggen. Ondertussen weerklinken de dreunen van de andere houwitsers in de omgeving.
Wat is je volgende opdracht, vraag ik. "De overwinning", antwoordt hij met verontwaardiging in zijn blik. En nee, die achttien houwitsers zijn niet voldoende om het verschil te maken op het slagveld.
'Oekraïne te zwak voor aanval, Rusland niet sterk genoeg'
Dat bevestigt ook Oleg Zjdanov, voormalig lid van de Oekraïense generale staf. "Op duizend kilometer front zijn 260 stuks moderne westerse kanonnen te weinig, veel te weinig." Maar effectief zijn de wapens wel, volgens hem.
"Behalve in de Donbas hebben we overal de aanvalskracht van het Russische leger gebroken. Het is nu een stellingenoorlog geworden. Wij zijn te zwak om aan te vallen en de Russen niet sterk genoeg om aan te vallen."
Het tempo waarmee de nieuwe wapens geleverd worden door het westen, baart Zjdanov de grootste zorgen. "De Russen zijn nu aan het bijkomen en herbevoorraden. Maar ze mogen geen adempauze krijgen. Alles hangt af van hoe snel wij extra wapens krijgen. Het is nu een race tegen de klok. Wie die wint, wint deze oorlog."