Het aantal nieuwe kankerpatiënten neemt al jaren toe. Want de Nederlandse bevolking groeit en mensen worden steeds ouder. En dus laten miljoenen mensen zich screenen of doen mee aan de bevolkingsonderzoeken. Maar de effectiviteit op grote schaal is discutabel, vinden experts.
Radioloog en zorgondernemer Loek Winter schreef er een boek over, en is kritisch. "Die bevolkingsonderzoeken naar kanker hebben feitelijk weinig meerwaarde: zeer veel gezonde mensen worden gescreend, terwijl maar een heel kleine groep Nederlanders er gezondheidsvoordeel van heeft."
145 miljoen
Nederland kent drie bevolkingsonderzoeken: naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. Die moeten ziektes in een vroeg stadium ontdekken. Aan baarmoederhalskanker overlijden ieder jaar ongeveer 200 vrouwen, borstkanker telt ongeveer 3000 sterfgevallen en aan darmkanker overlijden ieder jaar 5000 mannen en vrouwen. De drie bevolkingsonderzoeken kosten opgeteld 145 miljoen euro.
Volgens het RIVM zijn er jaarlijks 325 minder sterfgevallen ten gevolge van baarmoederhalskanker, omdat de ziekte op tijd wordt ontdekt. Het borstkankeronderzoek voorkomt zo'n 850 tot 1075 sterfgevallen en het darmkanker-bevolkingsonderzoek redt nog meer levens: experts denken dat in 2030 daar 2.250 mensen jaarlijks minder aan zullen overlijden.
Probleem met deze cijfers: het zijn berekeningen, want het een-op-een verband tussen een vroegtijdige diagnose en het voorkomen van sterfte kan niet worden gelegd.
Overdiagnoses
De kans dat er bij het bevolkingsonderzoek iets wordt gevonden, is uiterst klein. "Het heeft nut, maar er moeten te veel mensen door het grofmazige systeem. De effectiviteit is mager: er moeten heel veel mensen gescreend worden om een beperkt aantal kankergevallen te vinden", zegt Winter. Hij pleit voor het vernauwen van de groep. "Alleen mensen met een hoog risico."
Met een endoscopie kunnen verschillende organen worden bekeken, zoals slokdarm, maag, dikke darm of dunne darm. Maar deze onderzoeken zijn vervelend. Deze eetbare camerapil moet daar een oplossing voor bieden:
Ook uroloog Arjen Noordzij twijfelt aan nut en noodzaak van de bevolkingsonderzoeken. "Vooral bij kankerscreening weten we - ook bij longkanker - dat niet alle tumoren doorgroeien en progressief worden. Kleine afwijkingen die je kan opsporen, vormen vaak geen problemen."
Hij noemt het risico van overdiagnoses. "Mensen die behandeld zijn, denken dat ze dankzij die behandeling genezen zijn", zegt hij. "Dat worden de wandelende reclameborden. Het is volstrekt logisch dat dit voor die patiënten zo voelt. Punt is dat je dat helemaal niet weet. Wellicht was die patiënt zonder behandeling ook nog in leven geweest."
Cyste
Jeanette van de Lindt kreeg twee keer een vals-positieve uitslag. "Ik kreeg een brief: we hebben iets gevonden, u moet contact opnemen met de huisarts. Je schrikt je gek. Ik zat dezelfde dag bij de huisarts. In het ziekenhuis bleek het een cyste te zijn."
Ook na het darmkankeronderzoek kreeg Van de Lindt een brief. "Ik wist dat het foute boel was, want er zat een boekje bij." Jeanette moest met laxeermiddelen haar darmen leegkrijgen waarna het darmonderzoek kon starten. "Uiteindelijk bleken het wat poliepjes te zijn. Die hebben ze weggehaald en de uitslag was in orde."
Het aantal vals-positieven is relatief hoog, erkent hoogleraar en arts Manon Spaander. "Ik hoop dat we in de toekomst kunnen nadenken of we de groep die we screenen kleiner kunnen maken of de techniek beter kunnen maken, zodat minder mensen belast worden met vals positieve uitslagen."
Winter: "Uiteindelijk komt het erop neer: wat levert het op? En dat moet ook een kosten-batenanalyse zijn, zowel medisch als financieel."