Zeker drie maanden lang zouden er geen mensen op stoelen hoeven te slapen in Ter Apel, zo was de hoop. Het werd uiteindelijk exact een week. Afgelopen nacht moesten wederom zo'n 140 asielzoekers de nacht doorbrengen op stoelen in de kantoren van het aanmeldcentrum. Het onderstreept dat de noodzaak van structurele oplossingen voor de asielproblematiek groeit met de dag.
Eind vorige maand kondigde staatssecretaris Van der Burg (Asiel) aan dat veiligheidsregio's per toerbeurt crisisnoodopvang zouden gaan verzorgen. Daarbij ging het om plekken voor 600 asielzoekers, verdeeld over vier veiligheidsregio's per twee weken.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) sprak van een "zeer welkome bijdrage aan het aantal beschikbare opvangplekken", omdat zo eindelijk de druk op het aanmeldcentrum in Ter Apel enigszins verlicht kon worden.
'Geen 600 plekken met druk op de knop'
In de praktijk is het geen wondermiddel gebleken. De veiligheidsregio's hebben bijvoorbeeld moeite om de crisisopvang te realiseren. Zo is het Amsterdam-Amstelland nog niet gelukt de gevraagde 150 plekken te leveren, schreef RTV Noord gisteren, waarna Groningen besloot bij te springen met extra plaatsen.
"Er is een beetje het beeld ontstaan dat die 600 plekken er met één druk op de knop zouden zijn, op de dag dat die estafette in werking trad. Was het maar zo, er wordt veel gevraagd van de regio's", zegt COA-woordvoerder Frank Neervoort, die benadrukt dat nog niet alle beloofde plekken beschikbaar zijn.
Of er geen mensen op stoelen hadden geslapen in Ter Apel als al die plekken er wel waren? "Dan zou het kantje boord zijn geweest", zegt hij. "Plus: dan moeten mensen nog steeds overnachten in de sportzaal. Dat is gewoon niet wat we willen. Er komen zo'n duizend mensen per week binnen in Ter Apel en dat aantal is simpelweg te hoog voor de crisisnoodopvang die we hebben."
Inmiddels wordt er binnen de veiligheidsregio's gesproken over nog eens 300 extra crisisopvangplekken. Volgens het COA zijn die plekken absoluut nodig, aangezien elke extra opvangplek winst is "in deze crisissituatie".
Woordvoerder Neervoort benadrukt tegelijk dat de maatregelen weinig doen voor de problematiek op de langere termijn. Kortstondige crisisnoodopvang is volgens hem allesbehalve ideaal. In de eerste plaats niet voor de asielzoekers zelf. "Je weet bij dergelijke opvang een ding zeker: na twee weken komen ze weer terug. Je sleept mensen zo door het hele land."
Structurele oplossingen
Liever ziet hij structurele oplossingen, waar volgens hem ook wel over wordt gesproken met het kabinet, zoals minimaal een extra aanmeldcentrum of extra grootschalige opvanglocaties. Ter Apel is als enige aanmeldcentrum in Nederland de spil in elke asielprocedure. Asielzoekers komen daardoor uiteindelijk weer terug naar Ter Apel, omdat ze daar bepaalde stappen in hun procedure moeten doorlopen. Het leidt allemaal tot extra drukte.
Verder is er amper uitstroom uit de asielzoekerscentra van statushouders, omdat die door de krapte op de woningmarkt zelden woonruimte krijgen toegewezen. Daardoor blijven de opvangcentra overvol.
In Ter Apel is het vastlopen van het asielsysteem momenteel het zichtbaarst, zegt COA-woordvoerder Neervoort: "Het bad zit daar vol tot aan de rand en met twee druppels loopt het over. Ik begrijp dat iedereen dan naar het bad kijkt, maar het systeem loopt op tal van andere onderdelen ook vast."