Nog drie landen sluiten zich aan bij onderzoeksteam oorlogsmisdaden in Oekraïne
Estland, Letland en Slowakije sluiten zich aan bij het Joint Investigation Team (JIT) dat onderzoek doet naar door Rusland gepleegde oorlogsmisdaden in Oekraïne. Dat team werd twee maanden geleden opgericht door Polen, Litouwen en Oekraïne.
Volgens de Oekraïense openbaar aanklager Irina Venediktova zijn er door het onderzoek inmiddels zeshonderd verdachten van oorlogsmisdaden in beeld gekomen. Tachtig van hen zullen vervolgd worden. Op de lijst staan volgens Venediktova "topmilitairen, politici en Russische propaganda-agenten".
Het Internationaal Strafhof ICC heeft zich ook al aangesloten bij het JIT, zodat er makkelijk informatie gedeeld kan worden. Nederland is er niet bij aangesloten, maar wel bij het ICC.
Namens Nederland zijn er ongeveer dertig mensen van de Koninklijke Marechaussee in Oekraïne om onderzoek te doen. Het gaat om forensische, digitale en tactische opsporingsambtenaren. Ook zijn er opruimingsexperts bij van de Explosieven Opruimingsdienst, een patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut, een tolk, medisch personeel en een team van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).
'Toetreding drie landen duidelijk signaal'
De Europese justitieorganisatie Eurojust, die in Den Haag zit, ondersteunt het JIT onder meer juridisch en financieel. Ook zorgt het voor een goede samenwerking tussen de betrokken landen en het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Volgens Eurojust is de toetreding van de drie nieuwe landen een duidelijk signaal dat "alles in het werk zal worden gesteld om bewijs van misdaden in Oekraïne te verzamelen en om de verantwoordelijken voor de rechter te brengen."
ICC-hoofdaanklager Karim Khan hoopt dat nog meer landen zullen helpen bij het onderzoeken van mogelijke oorlogsmisdaden in Oekraïne. Ook zegt hij dat er wordt gewerkt aan het openen van een kantoor in Kiev, om van daaruit onderzoek te kunnen doen.