Nog nauwelijks coronatests, experts worstelen met zicht op virus
Met nauwelijks nog maatregelen, slechts 24 patiënten op de IC en enkele honderden op de verpleegafdelingen lijkt corona voor veel mensen iets van vroeger. Dat is precies waar deskundigen voor waarschuwen: dat het virus buiten beeld raakt, terwijl er in de herfst zo maar een opleving kan komen.
"Het is zaak dat de surveillance goed op gang komt", stelt Marion Koopmans. Mede OMT- lid Menno de Jong zegt dat we "zeer beperkt zicht" hebben en daardoor ook minder snel kunnen reageren als het nodig is.
Beide virologen pleiten voor actie, zoals het doen van steekproeven. De Jong: "Zet een bus neer, test een groep mensen en kijk dan hoeveel besmettingen er zijn en welke varianten er rondgaan."
Rioolwater en huisartsen
Momenteel zijn er elke dag nog zo'n 2000 mensen die bij de GGD testen, waarvan de helft positief is. Maar uit rioolwatermetingen blijkt dat er nu in werkelijkheid flink meer besmettingen zijn dan in dezelfde periode vorig jaar, toen eind mei gemiddeld ruim 3000 mensen positief testten. Probleem daarbij is dat uit die cijfers niet blijkt wie er besmet is: jongeren, kinderen of ouderen? En dus hoe ernstig een eventuele uitbraak is.
Dat hoopt het RIVM op verschillende manieren op te vangen. Niet alleen met de rioolmetingen, maar ook door het gebruik van de peilstations van het Nivel, een netwerk van inmiddels bijna 140 huisartsen die wekelijks monsters opsturen om te kijken welke ziektes rondgaan. Ook daar komen echter nauwelijks mensen met klachten, dus komen ook maar heel weinig monsters binnen om te testen.
Twee weken geleden was de weekopbrengst heel Nederland 47 samples, waarvan er slechts één coronapositief was. Te weinig om goed in de gaten te houden hoe het met het coronavirus gaat in Nederland.
Ziekenhuizen vinden nieuwe varianten
In de grote steden is er een groep onderzoekers die samen met de GGD een systeem hebben opgezet om coronavarianten snel op te sporen. Met een speciale techniek kan het Amsterdam UMC binnen een etmaal de positieve testen van de GGD analyseren op welke varianten er rondgaan.
Omdat vooral ouderen en kwetsbaren nog testen, krijg je daardoor alleen geen representatieve steekproef, erkent moleculair microbioloog Marcel Jonges. "Gelukkig testen we ook veel ons eigen zorgpersoneel, jonge mensen die vol in het leven staan. Daardoor kan je toch een voorspelling doen over hoe het virus rondgaat."
Uit de steekproeven van het lab van Jonges blijkt dat de in Nederland heersende BA2-omikronvariant inmiddels nog maar 69 procent van alle besmettingen uitmaakt in Amsterdam. De variant wordt steeds meer verdrongen door de uit Zuid-Afrika overgestoken BA4- en BA5-varianten. Vorige week was het 15 procent, deze week 17 procent. Volgens Jonges overigens geen reden tot zorg, omdat de varianten niet ziekmakender lijken dan de oorspronkelijke omikronvariant.