Albanese bootvluchtelingen komen aan in Brindisi in juli 1990.
NOS Voetbal

Waarom heel Albanië supporter is van AS Roma in finale tegen Feyenoord

  • Arthur Huizinga

  • Omar El Gendy

  • Arthur Huizinga

  • Omar El Gendy

"Ik weet zeker dat Tirana ons het gevoel zal geven dat we in Olimpico spelen. Daje Roma!" Dat schreef Marash Kumbulla, verdediger van AS Roma, na het bereiken van de Conference League-finale tegen Feyenoord.

Voor Kumbulla is de eindstrijd in Tirana een thuiswedstrijd en ook weer niet. De talentvolle mandekker speelde namelijk al veertien interlands voor Albanië, al werd hij geboren in Italië.

Voor Kumbulla's vader Lin was Italië het beloofde land, net zoals het voor tienduizenden Albanese bootvluchtelingen in de jaren 90 was. Dat zoveel Albanezen verlangden naar 'Il Bel Paese' - het mooie land - heeft een reden.

De Italiaanse connectie met Albanië gaat ver terug. In de Zuid-Albanese badplaats Sarandë kun je je nog altijd vergapen aan Romeinse ruïnes. In de veertiende eeuw concurreerden de Venetiërs met het Ottomaanse Rijk om de macht in Albanië.

En ook Benito Mussolini drukte tijdens de Italiaanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog zijn stempel op de architectuur in de hoofdstad Tirana en belangrijke kustplaatsen als Shkodër, Vlorë en Dürres.

Paranoia

Maar dit verhaal begint in de periode dat de gordijnen gesloten waren rond Albanië. Van 1948 tot 1991 was Albanië het meest geïsoleerde land in Europa. En dat had alles te maken met de paranoia van Enver Hoxha, de vader van de socialistische staat.

Aanhangers van het oude communisme in Albanië bij het graf van leider Enver Hoxha in 2013.

Hoxha was een onderwijzer, opgeleid in Frankrijk en België, die zich ontpopte als partizanenleider in de strijd tegen de Italiaanse en later de Duitse bezetters. Dat het Westen voor Hoxha een vijand was, stond vast. Maar ook zijn vrienden vertrouwde hij minder en minder.

Hij brak in 1949 al met Tito en na de dood van zijn geliefde Stalin in 1953 keerde Hoxha ook de Sovjet-Unie de rug toe. Mao Zedong werd zijn beste vriend, tot Hoxha als krasse zeventiger ook de Chinezen van zich vervreemdde.

De bunkertjes in Tirana zijn het symbool van de paranoia van een leider, die zich van alle kanten bedreigd voelde. En van de isolatie waarin hij zijn bevolking stortte.

Progressie en isolatie

Hoewel het Albanië onder Hoxha niet enkel getypeerd kan worden als kommer en kwel - zo leerden bijna alle Albanezen lezen en maakte de gezondheidszorg grote stappen - groeiden generaties Albanezen op binnen de ijzeren grenzen van het eigen land.

Bekijk hieronder een reportage over wat het organiseren van de Conference League-finale voor Albanië betekent en hoe Feyenoord-supporters toeleven naar hun trip naar Tirana.

Een tripje naar het buitenland was ondenkbaar en vanaf 1967 zelfs per wet verboden. De buitenwereld was de vijand, zo werd de Albanezen ingeprent. Toch werd er stiekem over gefantaseerd. En daarbij had geen enkel land zoveel aantrekkingskracht als Italië.

Vanaf de jaren zeventig keken veel Albanezen namelijk al heimelijk naar de Italiaanse televisie, die ze bij goed weer konden ontvangen. Waar de Albanese televisie in die tijd vier uur per dag saaie programma's uitzond waarin de communistische verworvenheden geprezen werden, vergaapten veel Albanezen zich aan de beelden van het Westen.

Ten tijde van het overlijden van Hoxha in 1985 werden die beelden mooier en mooier. De commerciële televisie was bezig de Italiaanse markt te veroveren en daarmee veranderde ook de beeldvorming. Nieuwsprogramma's en talkshows waren niet langer zakelijke gesprekken tussen mannen in pak.

Verleiding van de Serie A

De commerciëlen introduceerden fotomodellen, liefst schaars gekleed, om het beeld te verfraaien. Reportages over de fraaie stranden van Italië kregen de voorkeur boven een werkbezoek aan een fabriek. Met dank aan Silvio Berlusconi kreeg de Italiaanse televisie een Disney-uitstraling.

Met Berlusconi aan de knoppen van zijn tv-kanalen en van topclub AC Milan mag het geen wonder heten dat ook de Serie A-uitzendingen een facelift kregen. In Albanië smulden ze ervan. Eerst nog stiekem, maar vanaf de jaren negentig steeds openlijker.

Veel van de 173.000 bunkers in heel Albanië hebben tegenwoordig een andere bestemming.

Na de val van de muur in 1989 was de geest in communistisch Europa uit de fles. Toch duurde het tot 1991 voor de laatste communistische leider Ramiz Alia, de schoonzoon en opvolger van Hoxha, verdreven werd uit Albanië.

Meteen kwam de exodus op gang. Tienduizenden Albanezen, opeengepakt op overvolle schepen, probeerden de overtocht naar Brindisi of Bari te maken. Iedereen wilde naar het gedroomde land, naar Italië.

Kumbulla is 'Max' voor Italiaanse vriendjes

Lin Kumbulla, de vader van AS Roma-speler Marash, was een van hen. In de jaren 90 maakte ook hij de oversteek in een gammel rubberbootje en vestigde zich in Peschiera del Garda in de buurt van Verona.

In februari 2000 kwam daar zijn zoon Marash ter wereld. 'Max', zoals hij door zijn Italiaanse vriendjes genoemd werd, bleek goed te kunnen voetballen. Via Hellas Verona kwam hij uit bij AS Roma, waar hij in de voetsporen trad van de eerste Albanese ster in de Serie A.

De kleine en razendsnelle Naim Kryeziu werd tijdens de Italiaanse bezetting in 1939 in Tirana ontdekt door een Italiaanse sportleraar en aanbevolen bij AS Roma. Daar maakte hij zich onsterfelijk door Roma in het oorlogsjaar 1942 aan de eerste scudetto in de clubhistorie te helpen.

Kumbulla - een van de elf Albanezen in de Serie A dit seizoen - kan Roma ten koste van Feyenoord de eerste Conference League-trofee schenken. Of hij daarmee ook onsterfelijk wordt in Rome is de vraag.

In Tirana is hij dat al lang.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl