Rechters hebben een brandbrief naar het kabinet gestuurd over de problemen met de jeugdhulpverlening. In juni vorig jaar stuurden kinderrechters ook al een brandbrief, sindsdien is de situatie alleen nog maar verslechterd, zegt Susanne Tempel, kinderrechter en woordvoerder familie- en jeugdrecht namens de Raad voor de Rechtspraak tegen Nieuwsuur.
In de brandbrief spreken de rechters hun zorgen uit over de kwalitatief slechte informatie die ze krijgen aangeleverd en over de trend dat uitspraken vaak niet of veel te laat worden uitgevoerd. Dat terwijl de uitspraken van rechters ingrijpend zijn voor zowel ouders als kinderen.
Kinderrechter Tempel legt uit dat zij en haar collega's afhankelijk zijn van goede en tijdige informatievoorziening om zwaarwegende beslissingen te nemen zoals het uit huis plaatsen van een kind. Ze moeten ja of nee zeggen op een verzoek tot uithuisplaatsing op basis van onderzoek. Maar rechters kunnen niet vertrouwen op de onderzoeken. "Dit maakt het voor ons nog lastiger om kinderen en ouders te beschermen tegen te heftig of te fors ingrijpen", zegt Tempel.
Personeelstekort
Tempel benadrukt dat het niet aan de kwaliteit ligt van mensen die werkzaam zijn in de jeugdhulpverlening. Het komt vooral door personeelstekort. En die tekorten wreken zich niet alleen bij het voor een zitting aanleveren van goede onderzoeken. Als de rechter een kind bijvoorbeeld onder toezicht stelt, komt het voor dat deze maatregel niet wordt uitgevoerd.
"Ik heb het recent gehad met een kind dat met één van beide ouders geen contact had. Ik heb het kind onder toezicht gesteld en een gezinsvoogd aangewezen. Maar die werd ziek. Er is dan geen vervanger." Uiteindelijk loopt zo'n traject dan vast, zegt Tempel. Ze zegt dat dit veel stress oplevert bij alle betrokkenen, bovendien is dit kind wellicht de mogelijkheid ontnomen om een band met beide ouders op te bouwen.
Wij hebben de taak om bescherming te bieden. Op het moment dat het systeem dusdanig faalt worden wij ook minder geloofwaardig en lijkt het alsof we te weinig doen.
Rechters bewegen al een beetje mee met de nieuwe situatie. Voorheen was er bij een uithuisplaatsing of onder toezichtstelling meestal pas na een jaar weer een zitting. Nu kiezen rechters er soms voor om al na drie maanden de voortgang te bespreken. Dat levert de betrokken ouders en kinderen veel spanning op en de jeugdzorg veel extra werk, maar rechters kiezen hier voor om te toetsen of het afgesproken traject wel wordt uitgevoerd. Want als een traject te lang stilstaat kan dat grote gevolgen hebben voor alle betrokkenen.
De rechters hopen dat minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming en staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport snel in gesprek willen over de problemen om deze op te lossen. Vooralsnog is er geen antwoord gekomen op de brandbrief vanuit het ministerie. De brief is in maart verstuurd.
Meer problemen
In de brief kijken de rechters behalve naar de jeugdhulpverlening ook naar de wachtlijsten bij gemeenten voor kinderen van gescheiden ouders. Zij worden onvoldoende of te laat geholpen. Ook zijn er problemen bij de gespecialiseerde jeugdhulp, wat zorgt voor lange wachtlijsten voor bijvoorbeeld jeugd-tbs.
Als er niets verandert, staat de geloofwaardigheid van de rechtspraak op het spel, ziet ook kinderrechter Susanne Tempel. "Wij hebben de taak om bescherming te bieden. Op het moment dat het systeem dusdanig faalt worden wij ook minder geloofwaardig en lijkt het alsof we te weinig doen."
De problematiek rondom uithuisplaatsingen staat volop in de schijnwerpers door de toeslagenaffaire. Het Centraal Bureau voor de Statistiek bracht woensdag naar buiten dat 1675 kinderen van toeslagenouders uit huis geplaatst sinds 2015. Nog meer dan eerder was gemeld.
Donderdag debatteert de Tweede Kamer over het onderwerp.