Steeds meer Oekraïners die naar Nederland zijn gevlucht zijn hier inmiddels ook aan het werk. Bij het UWV zijn bijna 3000 meldingen binnengekomen van werkgevers die een Oekraïner in dienst hebben genomen en dat aantal blijft toenemen.
Dat lijkt misschien niet veel op het totaal van ruim 37.000 vluchtelingen die op 14 april bij gemeenten zijn geregistreerd. Maar als de Oekraïners er überhaupt al aan toe zijn om te werken, moeten ze eerst door nogal wat bureaucratische hoepels springen.
Officieel hebben Oekraïners die in Nederland aan het werk willen per 1 april geen werkvergunning meer nodig. Werkgevers moeten wel een melding maken bij het UWV als ze een Oekraïner in dienst nemen. Voor ze aan het werk kunnen, hebben de Oekraïners een inschrijving bij de gemeente en een burgerservicenummer (bsn) nodig. Ook vragen de meeste werkgevers om een bankrekeningnummer voor het salaris, hoewel sommigen het salaris ook contant uitbetalen. Het verschilt per gemeente en per bank hoe lang dat duurt.
Maar dan zijn ze er nog niet: als de Oekraïners niet over een biometrisch paspoort beschikken, moeten ze eerst langs de Oekraïense ambassade. Ze hebben dan ook een vertaling van hun papieren nodig. En dat terwijl vanwege de huidige personeelstekorten veel sectoren staan te springen om nieuwe collega's.
Traumatische ervaring
"Iedereen die bij ons wil komen werken, is van harte welkom", zegt Bernard Mollink van schoonmaakbedrijf CSU. Sinds vorige week werken twee Oekraïense vrouwen die nu in Den Haag wonen in een hotel in diezelfde stad. Ze komen als geroepen, want in de coronaperiode waren de hotels vaak gesloten en daardoor is een deel van het personeel ander werk gaan zoeken.
"Deze dames spreken een beetje Engels, dus we kunnen wel met ze communiceren", vertelt Mollink. "We zorgen ervoor dat ze niet onder extreme werkdruk komen te staan. Zeker bij deze werknemers is de benadering net even wat anders, want ze hebben een traumatische ervaring achter de rug." Ook voor hotels in Leiden hebben zich Oekraïense vrouwen gemeld, maar zij wachten nog op hun bankrekening.
Inna Lukasevych en Julia Kravchuk zijn nichten van elkaar, vluchtten van Oekraïne naar Nederland en werken nu allebei voor schoonmaakbedrijf CSU:
In de gemeente Den Haag doen ze er alles aan om de Oekraïners die dat willen snel aan het werk te helpen. Zo is er op het stadhuis een aparte balie gecreëerd waar Oekraïners zich kunnen inschrijven om een bsn te krijgen, leefgeld te regelen en informatie van het UWV over baankansen kunnen ontvangen.
Ook is er op de aanmeldlocatie voor vluchtelingen een bijeenkomst georganiseerd over werk. Vervolgens zijn geïnteresseerden gekoppeld aan werkgevers voor een meet & greet. Het gaat voornamelijk om werkgevers in de zorg, horeca en de kassen in het Westland.
Eigen taal
Ook particuliere organisaties komen in actie om de Oekraïners te informeren over de Nederlandse arbeidsmarkt. Zo organiseert JobOn - een vrijwilligersorganisatie die mensen helpt bij het vinden van een baan - samen met Oekraïense carrièrecoaches verschillende online webinars om Oekraïners alles te leren over werken in Nederland.
"Het is fijn als iemand in hun eigen taal uitlegt welke stappen ze kunnen maken", legt oprichter Pieter Vermeer uit. "En dat ze weten dat er tekorten zijn in sommige branches."
De Oekraïners zelf kunnen tijdens de seminars vragen stellen. Over arbeidscontracten bijvoorbeeld, en of ze beter Nederlands of Engels kunnen leren. Maar niets moet, benadrukt Vermeer. "We beginnen altijd met: 'je hoeft niet te werken, ga eerst landen. Het is puur als je er klaar voor bent, ga je dan oriënteren."