Maatregelen huizenmarkt werken: investeerders kopen minder, starters meer
Vorig jaar hebben investeerders veel minder woningen gekocht dan voorgaande jaren en starters hebben juist meer woningen gekocht. De maatregelen om woningbeleggers en investeerders af te schrikken op de huizenmarkt lijken daarmee te werken, stelt het Kadaster.
Sinds 2021 geldt een hogere overdrachtsbelasting voor investeerders. Daardoor moeten huizenkopers die niet zelf in hun pas gekochte huis gaan wonen 8 procent belasting betalen over de aankoopprijs. Tegelijk betalen mensen tot 35 jaar die hun eerste huis kopen 0 procent belasting als de woning niet duurder is dan 400.000 euro. Anders geldt er een overdrachtsbelasting van 2 procent.
Makkelijker voor koopstarters
De cijfers van het Kadaster laten het effect zien. Het aantal woningen dat investeerders kochten, verdubbelde tussen 2010 en 2020 naar 88.000 in dat laatste jaar. Eind 2020, voordat de maatregelen ingingen, was er nog een piek te zien in dat cijfer. Maar vorig jaar kochten investeerders niet meer dan 51.000 huizen.
In onderstaand figuur is de flinke daling van investeerders in 2021 duidelijk terug te zien:
Ook de zogenoemde kleine investeerders kochten minder woningen dan voorgaande jaren: zo'n 6500 huizen vorig jaar. Die groep is een grote concurrent van starters op de woningmarkt. Maar de koopstarters werden niet verdrongen en bemachtigden vorig jaar 80.000 huizen.
Het Kadaster verwacht dat het aantal aankopen door investeerders voorlopig laag blijft. Want per 1 januari dit jaar geldt ook een opkoopbescherming om investeerders te weren. De gemeente mag dan per wijk bepalen dat een woning alleen nog gekocht mag worden door iemand die er daadwerkelijk gaat wonen.