Woningaankopen door investeerders sinds 2013 niet meer zo laag
In de eerste helft van dit jaar hebben investeerders veel minder woningen opgekocht dan in voorgaande jaren. Investeerders kochten tussen januari en juli 10.384 woningen, het laagste aantal sinds 2013, blijkt uit cijfers van het Kadaster. In de tweede helft van 2020 kochten ze nog meer dan 40.000 woningen en in de eerste helft van 2020 nog bijna 20.000.
Die forse daling volgt op de invoering van een hogere overdrachtsbelasting voor investeerders op 1 januari. Huizenkopers die niet zelf in hun pas verworven huis gaan wonen moeten sindsdien 8 procent belasting betalen over de aankoopprijs van een huis. Mensen tot 35 jaar die hun eerste huis kopen betalen 0 procent en anderen 2 procent.
Die maatregel is bedoeld om woningbeleggers en investeerders af te schrikken en dat lijkt dus te werken. "Het effect van die hogere belasting is goed zichtbaar", zegt Paul de Vries, woningmarktexpert bij het Kadaster.
Net voor de invoering op 1 januari hebben investeerders snel nog even veel huizen gekocht, daarna is het ingezakt:
Afgezet tegen het totaal aantal woningverkopen is de invloed van investeerders ook gedaald. Want in de eerste helft van dit jaar was nog maar 7,4 procent van alle woningtransacties een aankoop door investeerders. In de tweede helft van 2020, net voor de invoering van de hogere overdrachtsbelasting, was hun aandeel nog 20,9 procent en in de eerste helft van 2020 was dat 14 procent.
Van alle woningen in Nederland is nu 8,6 procent in bezit van investeerders. Lokaal valt dat percentage een stuk hoger uit. In Amsterdam gaat het bijvoorbeeld om 21 procent en in Den Haag om 19 procent.
Opkoopbescherming per 1 januari
Dankzij een nieuwe wet kunnen gemeenten vanaf 1 januari 2022 investeerders weren. De gemeente mag dan per wijk bepalen dat een woning alleen nog gekocht mag worden door iemand die er werkelijk gaat wonen. Veel grotere steden zijn van plan die zogeheten opkoopbescherming in te voeren. Het Kadaster verwacht dat door de combinatie van de al ingevoerde hogere overdrachtsbelasting en die opkoopbescherming het aantal aankopen door investeerders laag zal blijven.
"Wellicht zullen investeerders eind dit jaar nog wel veel woningen kopen om de invoering van die opkoopbescherming voor te zijn", zegt Paul de Vries van het Kadaster. "Maar ik verwacht wel dat het daarna rustiger zal worden. Er is dan toch wel heel veel beleid om aankopen door investeerders te ontmoedigen."
Een van de gemeenten die de opkoopbescherming willen invoeren is Den Haag. Het gemeentebestuur zegt blij te zijn dat investeerders, ook zonder die maatregel, nu al minder woningen kopen. "We hebben te maken met een historisch woningtekort, dus dit is zeker goed nieuws. Tegelijkertijd is het maar één instrument in het pakket aan middelen dat er uiteindelijk voor moet zorgen dat de woningmarkt beter beschermd wordt en toegankelijker wordt voor starters."
Huizenprijzen
Paul de Vries van het Kadaster denkt dat de verhoging van de overdrachtsbelasting plus de invoering van opkoopbescherming ook effect zullen hebben op de huizenprijzen. "Er bewegen zich dan minder kopers op de markt, dus de prijsstijging kan afvlakken." De Vries verwacht dat effect vooral in grotere steden, want dat zijn de plekken waar investeerders meestal huizen opkopen. "Er zijn ook gemeenten en wijken waar nu al geen investeerders actief zijn, daar zal je geen verschil merken."
'Vrije sector de dupe'
Vastgoed Belang, een vereniging van particuliere verhuurders, vindt de maatregelen tegen investeerders een slechte ontwikkeling en wijst erop dat de vrijehuursector hierdoor in het nauw komt. "Het lijkt sympathiek, maar je vergeet zo volledig die belangrijke groep die op de vrijehuursector is aangewezen", zegt directeur Laurens van de Noort. "Nederland heeft al de kleinste vrije sector van Europa. Middeninkomens, starters, singles, iedereen die in de stad een plek wil vinden en niet kan of wil kopen is de dupe hiervan."