Bernhards tl-buizen zijn terug op Het Loo
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Geen plafondschilderingen, kroonluchters of penduleklokken maar stucplafond, tl-buizen en een pick-up. De zitkamer van prins Bernhard uit 1952 is weer terug op Het Loo, een van de veranderingen na een renovatie die vier jaar heeft geduurd. De zakenprins zou er zo weer binnen kunnen lopen, zelfs de luciferdoosjes liggen klaar in de asbakken.
De sfeer van Bernhard mag dan zijn teruggekeerd naar zijn zomerverblijf, die van Willem II is juist verdwenen. Deze negentiende-eeuwse koning hoorde eigenlijk ook helemaal niet thuis op Het Loo: hij verbleef veel liever op Soestdijk.
Daarom viel hij af in de keuzes die bij de nieuwe inrichting werden gemaakt: het paleis gaat niet meer fragmentarisch alle Oranjes langs, maar richt zich op de twee meest relevante verhalen voor deze plek.
"De belangrijkste verandering is dat we twee routes hebben gemaakt, van de eerste en de laatste bewoners van het paleis", legt directeur Michel van Maarseveen uit. "We springen niet meer van de 16e eeuw naar de 19e en terug naar de 17e, maar presenteren een veel meer concreet verhaal."
"Je kan beginnen aan de oostkant met het verhaal van koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary, en voor de westvleugel is koningin Wilhelmina de rode draad. Zo kunnen we uitleggen waarom dit paleis zo belangrijk was voor hun persoonlijke levens en voor de politieke situatie."
Zo vertelt Het Loo nu een meer samenhangend verhaal over de slaapvertrekken van koningin Mary (1662-1694). In vier steeds kleiner wordende kamers - antichambre, bedkamer, kabinet en garderobe - wordt duidelijk gemaakt dat wie dieper in de vertrekken mocht komen, letterlijk en figuurlijk dichter bij de vorstin stond.
Verslaggever Peer Ulijn laat zien waar je dan uitkwam (en dat dat helemaal niet zo glamoureus was):
Wat opvalt is hoe leeg de vertrekken in deze vleugel zijn. Hier zijn geen kabinetten of tafeltjes met beeldhouwwerken geplaatst, voor de authentieke uitstraling zijn de houten vloeren leeg gelaten zoals het destijds was.
"In de paleizen van de 17e eeuw waren gewoon veel minder meubels aanwezig, kijk bijvoorbeeld naar Versailles", zegt Van Maarseveen. "De kamers zien er imposant uit, maar er staat heel weinig. Er ging veel meer aandacht uit naar de plafonds en de wanden."
Die grandeur merkt de bezoeker ook op de staatsietrap, die voorheen verboden toegang was voor het publiek. Van Maarseveen: "Dit is eigenlijk een soort heilige grond van de Oranjes en uit een soort eerbetoon was ooit besloten om hem niet beloopbaar te maken, maar het is het belangrijk dat de bezoekers eroverheen kunnen lopen."
Op de trap ervaar je nu veel beter de majestueuze wandschildering, een doek van 550 vierkante meter groot, op Panorama Mesdag na het grootste schilderij van Nederland (met als knipoog een afbeelding van de jonge Wilhelmina als godin Diana).
Het was allemaal duidelijk bedoeld om indruk te maken op de gasten. "Nu snap je hoe dat paleis werkt, hoe imposant het is om na die prachtige trap aan te komen in de grote zaal." Het paleis is tenslotte gebouwd door een stadhouder die zich als echtgenoot van de Britse koningin kon meten met Europese vorsten uit diezelfde tijd als de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV (1638-1715).
Wij zijn niet het uithangbord van de monarchie.
Dat wil niet zeggen dat er kritiekloos wordt gedweept met de Oranjes, benadrukt Van Maarseveen. "We benoemen ook de minder mooie kanten. Neem de moord op de gebroeders De Witt in 1672, het moment dat Willem III stadhouder werd. Er is nog altijd discussie hoe groot zijn rol daarin was; hij heeft de moord in ieder geval niet tegengehouden. Dat is een verhaal wat we ook vertellen, gewoon zoals het was."
Van Maarseveen wijst op de tuinen, die de bewoners graag vol exotische flora uit de koloniën zagen. "Volgend jaar komt er een tentoonstelling waar ook de minder mooie kanten aan bod komen: slavernij, kolonialisme en de rol die de Oranjes daar soms in gespeeld hebben."
"Wij zijn niet het uithangbord van de monarchie, we vertellen het gewoon eerlijk", zegt Van Maarseveen, die zelfs hoopt republikeinen aan te spreken. "Zo iemand zal zich misschien ergeren aan dingen uit het verleden, maar kan ook genieten van de mooie vertrekken of de geschiedenis die we vertellen. Ook een republikein moet zich hier welkom voelen."