‘Consument wil wel veranderen, maar wacht op politiek en bedrijven'
Gedragsverandering kan volgens onderzoekers van het VN-klimaatpanel een grote bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering: zo'n veertig tot wel zeventig procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2050. Dat staat in het vandaag gepubliceerde VN-klimaatrapport. Het gaat bijvoorbeeld om energiebesparing, het gebruik van duurzame energie en duurzaam vervoer en het eten van minder vlees en zuivel.
Het is het eerste klimaatrapport dat diep ingaat op de mogelijkheden om gedrag van consumenten, bedrijfsleven en overheden te veranderen. Veertig tot zeventig procent minder uitstoot, dat is een heleboel. Is dat ook echt te halen? "De wil is er in ieder geval wel", zegt hoogleraar psychologie Linda Steg van de Universiteit Groningen en een van de auteurs van het derde IPCC-rapport. Volgens haar blijkt uit onderzoek dat mensen meer om het klimaat geven dan we soms denken. Als het ze mogelijk wordt gemaakt, willen ze best hun gedrag aanpassen.
Die bereidheid wordt door politiek en bedrijfsleven nogal eens onderschat. "Bedrijven denken: ik kan wel iets produceren, maar dat willen mensen toch niet kopen. Overheden denken: ik kan geen klimaatbeleid voeren, want daar vind ik geen draagvlak voor, dan word ik niet herkozen. Consumenten denken: ik wil wel, maar de overheid en het bedrijfsleven doen niks." Hierdoor zitten volgens Steg alle partijen op elkaar te wachten.
Ze plaatst bij de mogelijke uitstootvermindering van consumenten wel een kanttekening: "Voor er zulke percentages worden gehaald, moeten er nog een hoop barrières worden weggenomen". De belangrijkste barrières die klimaatvriendelijk gedrag in de weg staan zijn volgens Steg gebrek aan geld, bijvoorbeeld voor het aardgasvrij maken van huizen, gebrek aan kennis en gebrek aan motivatie.
Wat zijn duurzame keuzes en hoe moeilijk zijn die te maken? We vroegen het hoogleraar Linda Steg en een aantal consumenten:
Heeft het wel zin?
Veel consumenten vragen zich af of duurzame keuzes wel zin hebben. Een groot deel van de CO2-uitstoot komt van de industrie, transport en landbouw, en daar heb je als consument niet direct invloed op. Maar dat betekent volgens Paulien van der Geest van consumenten-voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal niet dat gedrag geen effect heeft. "Natuurlijk moet er ook een systeemverandering plaatsvinden, maar nieuwe wetgeving, infrastructuur of het omschakelen naar groene energie heeft langer de tijd nodig. Consumenten kunnen snel schakelen. Wat zij vandaag doen, heeft morgen effect", zegt Van der Geest.
Milieu Centraal ontwikkelde een aantal klimaatklappers: concrete dingen die consumenten kunnen doen om hun uitstoot flink te beperken. Hieronder een aantal gedragsveranderingen waarmee je veel 'klimaatwinst' kunt behalen:
Van der Geest wijst er op dat consumenten in het Westen veel meer uitstoten dan die in armere landen en dat er hier dus ook meer winst te halen valt. "Als consumenten van alle westerse landen gezamenlijk duurzamere keuzes maken, maakt dat echt wel uit."
Hoe motiveer je mensen?
Het kabinet zet al vol in op maatregelen om duurzaam gedrag te stimuleren. Denk aan een mogelijke belasting op vlees en op vliegen en aan het dringende advies om de thermostaat twee graden lager te zetten. Daar komt ook veel kritiek op, onder meer omdat die maatregelen ongelijkheid in de hand zouden werken.
Volgens Steg zijn financiële prikkels als een vleestaks en duurdere vliegtickets goede instrumenten om duurzame keuzes te stimuleren, maar moet er dan wel een goed en eerlijk alternatief zijn, zoals goedkoop openbaar vervoer en betaalbare en smakelijke vleesvervangers. "Gedrag wordt door veel verschillende factoren bepaald. Het is niet alleen wat we willen of leuk vinden, maar ook wat mogelijk is. Het is daarom niet alleen de verantwoordelijkheid van de consument zelf. Het hangt heel erg af van het gedrag van bedrijven en overheden."