Geen run op subsidiepot elektrische auto’s ondanks hoge benzineprijzen
De hoge benzineprijzen hebben tot nu toe niet geleid tot een run op de subsidiepot voor elektrische auto's. Van de 91,4 miljoen euro die het kabinet daarvoor heeft vrijgemaakt, is nog bijna dertig procent over. De RVO, de overheidsdienst die op de subsidieverdeling toeziet, ziet geen opvallende stijging nu de brandstofprijzen stijgen, onder meer door de oorlog in Oekraïne.
Toch komt de bodem van de subsidiepot wel in zicht, zeker die voor nieuwe elektrische auto's. Als de aanvragen in dit tempo doorgaan, is de pot over ongeveer vijf weken leeg.
In 2020 en 2021 was de zogenoemde SEPP-subsidiepot heel snel leeg. Om dit jaar meer mensen te laten profiteren, verhoogde het kabinet het totale subsidiebedrag flink, van 28 naar 91,4 miljoen euro. De pot is verdeeld in subsidie voor nieuwe elektrische auto's (71 miljoen) en occasions (20,4 miljoen).
Die eerste is het populairst. Van de 71 miljoen was gisteren nog 18,25 miljoen euro over. Meer dan 15 duizend aanvragers hebben die subsidie inmiddels toegewezen gekregen. Het bedrag per auto ging omlaag. Voor een nieuwe elektrische auto kreeg je eerst 4000 euro, nu is dat 3350 euro.
De RAI en BOVAG, die de registraties van elektrische auto's bijhouden, zien wel een flinke stijging in de registraties van particuliere elektrische auto's, maar daarbij is er niet een onmiddellijk verband met de hoge brandstofprijzen. In de eerste twee maanden van dit jaar werden 6741 elektrische auto's particulier geregistreerd, vorig jaar waren dat er maar 2375. Dat het dit jaar meer is, komt volgens de organisaties doordat de subsidiepot vorig jaar zo snel leeg was en doordat het aanbod van elektrische auto's is toegenomen.
Er is vanwege de hoge benzineprijzen wel meer interesse voor elektrische auto's in de showrooms, maar dat leidt niet meteen tot aankopen. "Nieuwe elektrische auto's kosten nog steeds tienduizenden euro's. Zo'n beslissing neem je niet zo makkelijk", zegt Floris Liebrand van de RAI Vereniging. "Ook is het kostenplaatje voor elke autorijder anders. Als je thuis zonnepanelen hebt en een eigen laadpaal, dan is het een stuk voordeliger, dan wanneer je op straat moet laden, waar de prijzen voor elektriciteit ook omhoog zijn gegaan."
Kabinet wil meer tweedehands stekkerauto's
Met de pot voor occasions gaat het minder hard. Daar zit 20,4 miljoen in en daar is nu nog 8,32 miljoen euro van over. Dat heeft ermee te maken dat de markt voor tweedehands elektrische auto's nog niet zo groot is. Het kabinet gaat er "vol op inzetten" om dat te veranderen, zei staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat onlangs. "Op de tweedehandsmarkt vinden immers de meeste transacties plaats: in 2021 circa 2 miljoen tweedehands auto's ten opzichte van circa 323.000 nieuwe auto's", schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Heijnen hoopt de markt te vergroten door zakelijke rijders te stimuleren om kleinere en compactere elektrische auto's uit de middenklasse te kopen. "Dat zijn auto's die voor veel Nederlanders interessant zijn en op termijn beschikbaar komen voor de Nederlandse tweedehandsmarkt." Het fiscale voordeel voor elektrische auto's in het duurdere segment wordt kleiner.
Elektrisch rijden niet voor iedereen weggelegd
In het verleden was er veel kritiek op de subsidieregeling, omdat het geld veelal terecht kwam bij mensen met hoge inkomens. De regeling is nu aangepast en mag nu alleen worden aangevraagd voor auto's tot 45 duizend euro.
Volgens onderzoek van de ANWB daalt het gemiddelde inkomen van de particuliere elektrische-autobezitter. Onder de mensen die vorig jaar elektrisch zijn gaan rijden, zijn meer mensen met een inkomen van een tot twee keer modaal (43.500 tot 70.000 euro). Automobilisten die al langer een elektrische auto hebben verdienen vaker twee keer modaal of meer (meer dan 73.000 euro).
Tegelijkertijd zijn de groepen met een modaal en beneden modaal inkomen sterk ondervertegenwoordigd. Slechts zes procent van de elektrische rijders heeft een modaal inkomen. Van de groep die afgelopen jaar elektrisch is gaan rijden, is slechts drie procent beneden modaal. Onder bezitters van een diesel- of benzineauto is het inkomen juist evenredig verdeeld.