De pot geld die gemeenten krijgen van het Rijk om armere gezinnen 800 euro energietoeslag te geven, is 'bij lange na niet voldoende' om iedereen die er recht op heeft dat bedrag te geven. Dat zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
In sommige gemeenten trappen ze daarom op de rem, blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur. Enkele gemeenten geven een kleiner bedrag aan de armste huishoudens, bijvoorbeeld 200 euro. Of ze geven wel die 800 euro, maar aan een veel kleinere groep dan aanvankelijk bedacht. Deze gemeenten zijn bang dat de gemeentekas er bij in zal schieten doordat het Rijk te weinig geld overmaakt voor deze regeling.
Het idee van het kabinet is om mensen die rond moeten komen van maximaal 120 procent van het sociaal minimum, 800 euro te geven vanwege de stijgende energierekening. Het Rijk heeft daar 679 miljoen euro voor uitgetrokken. Daar kunnen maximaal 800.000 huishoudens deze toeslag van krijgen. Gemeenten kunnen er ook nog hun uitvoeringskosten mee betalen, redeneert het kabinet.
Maar in de praktijk is de groep die rond moet komen van 120 procent van het sociaal minimum of minder, veel groter dan dat. Het CBS gaat in de laatste cijfers uit van 981.000 huishoudens die van dat bedrag (1500 euro bruto voor een alleenstaande, ouder dan 21) moeten leven.
Dus het Rijk heeft te weinig geld beschikbaar gesteld voor gemeenten om al die gezinnen dat geld te geven.
Het ministerie van Sociale Zaken erkent dat. Maar het departement zegt dat er in de begroting vanuit is gegaan dat gemeenten niet alle armste gezinnen weten te bereiken.
Enschede heeft bijvoorbeeld nu alleen de armste groep mensen, die met een inkomen tot 100 procent van het sociaal minimum zit, 200 euro gegeven. De rest van de huishoudens moet nog wachten. Het bedrag dat Enschede van het Rijk gaat krijgen voor de energietoeslag is volgens wethouder Kampman niet voldoende om iedereen in Enschede die onder de regeling valt, 800 euro uit te keren.
Wethouder Grauss van Rotterdam vertelt dat het armste deel van zijn inwoners al 800 euro heeft gekregen, maar dat zijn in zijn gemeente mensen met een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum. De groep Rotterdammers met een inkomen tussen 110 en 120 procent van het sociaal minimum, die volgens het kabinet dus recht hebben op de energietoeslag, kan in de havenstad deze compensatie nu niet krijgen.
Simpelweg omdat de gemeente onvoldoende geld krijgt van het Rijk. "Dat gaat om 12.000 mensen", aldus Grauss. Zij krijgen voor nu 200 euro. "En dan is het budget op. Terwijl ik die laatste groep dolgraag 800 euro wil geven." Enschede en Rotterdam zeggen dat zij miljoenen tekort komen als ze de volledige groep gerechtigden dat bedrag moeten uitkeren.
'Financieel gestraft'
Peter Heijkoop van de VNG en tevens wethouder in Dordrecht zegt dus dat het totale bedrag dat het Rijk beschikbaar stelt 'bij lange na niet voldoende' is om iedereen die er volgens de richtlijn recht op heeft, dat bedrag te geven. Gemeenten die hun best doen om alle armste gezinnen te vinden en die 800 euro te geven, worden daar dus financieel voor gestraft, vrezen zij.
Er zijn ook gemeenten die meer geld uitkeren, zoals de gemeente Den Haag, maar deze gemeente betaalt dit uit eigen zak.
Persoonlijk heeft Heijkoop er vertrouwen in dat de minister wel geld bijpast als de rekening voor gemeenten duurder wordt. Maar hij ziet dat andere gemeenten dat vertrouwen niet hebben. Zeker omdat gemeenten eerder, met bijvoorbeeld de jeugdzorg, al in financiële problemen zijn gekomen doordat het Rijk te weinig geld gaf voor taken die de gemeenten moeten uitvoeren. En burgers kunnen nu dus de dupe worden van het onderlinge wantrouwen tussen de overheden omdat zij geen, minder of later geld krijgen.
'Enorm risico'
GroenLinks-leider Jesse Klaver vindt dat budgetgebrek geen probleem mag vormen en wil liever dat de toeslag ook gaat gelden voor de groep die tot 130 procent van het sociaal minimum verdient. "Gemeenten moeten dan wel de ruimte krijgen om die goed uit te kunnen keren."
Kamerlid Pieter Omtzigt denkt dat zich hier wreekt dat het kabinet aan gemeenten vraagt om een regeling uit te voeren die nog niet eens door de Tweede Kamer is. "Dit is echt democratie ondermijnend. Onze kerntaak in de Kamer is: kijken of het uitvoerbaar is." Hij zegt ook: "Het kabinet neemt hier een enorm risico. Dit gaat in een uitvoeringsschandaal eindigen."
Minister Schouten (Armoedebeleid) reageert dat zij in gesprek wil met gemeenten naar aanleiding van hun signaal. Op de vraag of gemeenten meer geld krijgen als ze meer geld kwijt zijn dan ze nu krijgen: "Ze moeten nu eerst het uitgeven, maar als ze zien dat het niet past, het bedrag dat ze hebben gekregen, dan gaan we het gesprek aan." Maar een aantal gemeenten vindt dat dus tot nu toe te weinig geruststelling.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) zei deze week in debat over de gemeenten dat ze gewoon 800 euro kunnen geven aan de groep die er recht op heeft: "Zij hoeven dus niet op voorhand te korten omdat ze denken: misschien heb ik te weinig."
Maar garanderen dat het geld er komt bij gemeenten die meer uitgeven dan ze krijgen, doet minister Schouten vandaag niet en haar woordvoering bij herhaaldelijke navraag ook niet. Daardoor houden sommige gemeenten toch nog de hand op de knip.