Mirjam Bartelsman
Mirjam Bartelsman
Elke arts die een abortus uitvoert bij een baby van 24 weken of ouder is in Nederland strafbaar. Onderzoek naar de abortuspraktijk in Nederland moet uitwijzen of die grens bij medische gevallen moet worden opgeschoven. De NVOG, de Nederlandse vereniging van gynaecologen, pleitte daar al eerder voor.
In Nederland krijgt iedere zwangere bij 13 en 20 weken een echo om te kijken of er sprake is van een aangeboren afwijking. "Soms is een echo voldoende, maar soms is genetisch vervolgonderzoek nodig", zegt Eva Pajkrt, hoogleraar Verloskunde. Dat onderzoek kost tijd, soms wel enkele weken. "En dan is haast nu geboden om binnen de 24 weken zwangerschap te blijven."
'Alles kapot'
De zwangerschap van Bienvenida Linscheer zag er bij twintig weken heel goed uit. Haar zoontje ontwikkelde zich goed. "En ook bij een extra echo bij 24 weken was alles nog goed."
Maar bij een reguliere groei-echo rond dertig weken, bleek dat de groei van de baby achterliep en dat de kleine hersenen fors onderontwikkeld waren. Hij zou alleen zelfstandig kunnen ademen, maar de verdere kwaliteit van leven zou nihil zijn.
"De arts zei dat hij een onbehandelbare vorm van epilepsie zou krijgen en ook cognitief zou hij zich niet ontwikkelen. Aan de buitenkant was er niks te zien. Onvoorstelbaar dat in zijn hoofdje alles kapot was", vertelt Linscheer.
Ik voelde me crimineel.
Nederland is een van de weinige Europese landen die geen wettelijk onderscheid maken tussen een abortus omdat een kind ernstige afwijkingen heeft, of omdat een kind niet gewenst is. In beide gevallen is de levensvatbaarheid de grens. Die ligt nu op 24 weken, daarboven is abortus strafbaar.
Officier van justitie
Linscheer vertelde haar artsen dat zij en haar partner de zwangerschap niet wilden voortetten. "Maar de angst voor vervolging zorgde ervoor dat de optie van abortus niet met ons werd besproken", zegt Linscheer.
Door de Nederlandse wet lopen artsen die een zwaar gehandicapte foetus aborteren, het risico om na de ingreep gehoord te worden door de officier van justitie. Dat schrikt af en daarom doen artsen het maar zelden.
In België zijn er wel andere opties en Linscheer meldde zich er bij een arts. "Ik voelde me crimineel. Wat ga ik doen? Naar een ander land om mijn baby te laten overlijden. Ik was totaal in de war. Maar zij hebben ons gerustgesteld. Het was goed geregeld bij wet."
België hanteert geen einde aan de zwangerschapsleeftijd als een baby een ernstige afwijking heeft. "De ernst van de afwijking bepaalt dat. Een ethische commissie buigt zich dan over het geval. Een groep artsen beoordeelt de feiten", legt Yves Jacquemyn, hoogleraar gynaecologie in Antwerpen uit.
Gehandicapt kind
In België kreeg Linscheer een unaniem besluit dat er voor haar kind inderdaad geen sprake zou zijn van kwaliteit van leven. De commissie stemde in met een late zwangerschapsafbreking.
Die beslissing ligt in België uiteindelijk bij de ouders, elk ouderpaar kan iets anders kiezen. Zo zullen sommige ouders er niet voor kiezen de zwangerschap te beëindigen. De Belgische wet is op de verschillende keuzes ingesteld.
Linscheer wil nu dat de wet in Nederland wordt aangepast. "Het taboe moet er vanaf." Ze heeft gesproken met meerdere Nederlandse ouders met vergelijkbare ervaringen en heeft een missie. "Transparante communicatie en andere regelgeving." Ze heeft daarom de Wet van L.E.F. opgericht.
Navraag bij ziekenhuizen in Vlaanderen leert dat steeds meer Nederlandse vrouwen die zwanger zijn van een gehandicapt kind, de weg naar België weten te vinden.
Het onderzoeksinstituut ZonMw onderzocht in opdracht van de minister van Volksgezondheid hoe de Nederlandse abortusregeling in de praktijk werkt. Het onderzoeksverslag wordt binnenkort naar de Tweede Kamer gestuurd.