Van Dissel: 'Prognoses op basis van aannames, en die verschillen per land'
RIVM-directeur Van Dissel ging vandaag in de technische briefing aan de Tweede Kamer in op recente kritiek op de modellen die het RIVM gebruikt. "U wilt dat we de laatste aannames op realistische getallen baseren, maar ik wil illustreren dat dat ingewikkeld ligt en dat dat afhankelijk is van naar welk land je kijkt."
Hierbij liet hij zien dat het RIVM gebruikmaakt van data uit verschillende landen en dat op basis daarvan aannames moeten worden gemaakt. Zo worden er aannames gemaakt over vaccineffectiviteit, de boostercampagne en ziekenhuisopnames. Data over ziekenhuisopnames worden voornamelijk uit andere landen gehaald, maar die data verschillen, liet hij zien.
Zo gaf hij aan dat op basis van Spaanse gegevens je zou kunnen afleiden dat het meevalt met de ziekenhuisopnames na een coronabesmetting. Maar in de Verenigde Staten gaan de ziekenhuisopnames juist omhoog. En in Israël, een land waar snel met een boostercampagne is begonnen, zie je een met de VS vergelijkbaar beeld.
"Als je te snel hebt geboosterd, heb je de deltavariant gedrukt, maar voor omikron was het te vroeg", verklaarde Van Dissel de Israëlische cijfers. "Modellen zijn net zo goed als de aannames die je erin stopt, maar de aannames verschillen per land. Er zitten keuzes in de modellen, en die probeer ik te duiden."
Van Dissel ging op vragen na zijn presentatie nogmaals in op de vergelijking tussen de omikronvariant van het coronavirus en de griep. "Als je nu kijkt in welk scenario we verkeren, dan is dit niet bepaald het beeld van een griep."
Na vragen van Kamerleden stelde Van Dissel dat het niet te vergelijken is met een griepgolf, ook niet met ernstige griepgolven zoals in de winter van 2017-2018. "Dat was ook een ernstige situatie, maar de aantallen infecties die gaan komen zijn veel hoger. Dat maakt die vergelijking een beetje mank." Ook zegt hij dat coronapatiënten vaker naar het ziekenhuis moeten met andere complicaties.
Geschat wordt dat 0,5 procent van de mensen met een besmetting naar het ziekenhuis moet. Bij de deltavariant was dat tussen de 1 en 1,5 procent. En 0,1 procent belandt op de IC, versus 0,25 procent bij delta. Maar het aantal besmettingen ligt wel een stuk hoger, zei Van Dissel, deels beïnvloed door een toename van het aantal testen.
"Omikron speelt zich meer af onder de medische radar", zei Van Dissel. Maar als de besmettingen heel erg toenemen kan dat wel een hoge belasting voor de zorg betekenen, en ook maatschappelijk kan de impact groot zijn nu de maatregelen versoepeld zijn. Van Dissel illustreerde dat door aan te geven dat bij 50.000 besmettingen 750.000 mensen in vijf dagen in quarantaine moeten.
Vandaag is er weer versoepeld. Ook de kroegen gingen weer open. En daar waren mensen blij mee, is te zien in deze video:
De RIVM-topman benadrukte daarom dat de basisregels nu des te belangijker worden. "Dan komen de infecties niet allemaal tegelijkertijd en kunnen we het uitsmeren." Van Dissel toonde in zijn presentatie dat een nieuwe piek vergelijkbaar kan zijn met die deltapiek, al zijn er onzekerheden. In de modellen is uitgegaan van sluitingstijden van 17.00 uur tot 05.00 's ochtends en niet tot 22.00 uur. Een andere factor die meespeelt is dat er nog drie miljoen boosterprikken gezet moeten worden. "Gebeurt dat niet, dan zijn de prognoses te optimistisch."
Door het opheffen van de lockdown krijgt Nederland hoe dan ook met een nieuwe toename van coronapatiënten in ziekenhuizen te maken, zei Van Dissel. "Als een lockdown wordt opgeheven, komen de besmettingen weer terug", zei hij. Daarom worden de basisregels en de boostercampagne extra belangrijk.
In vergelijking met de deltavariant is de kans op ziekenhuisopname na een besmetting met de omikronvariant een stuk lager: 40 procent. Daarbij moet 10 procent van de mensen die in het ziekenhuis terechtkomen naar de intensive care. Bij de deltavariant was dat 16 tot 21 procent.