Een jaar Biden: grote ambities, nog grotere verdeeldheid
"Biden heeft een slechte week", "de plannen van de president verwelken", "wat is er mis met Joe Biden?" De Amerikaanse president heeft het zwaar. Koppen in de kranten herinneren Amerikanen er de laatste weken aan dat hun president nog maar weinig voor elkaar krijgt.
Vandaag een jaar geleden werd Biden geïnaugureerd op de trappen van het Capitool in Washington. Het was twee weken na de schok van de bestorming van datzelfde gebouw. Maar op 20 januari 2021 was er toch voorzichtig hoop op een klein beetje nieuwe energie en wat meer eenheid in het land.
Inmiddels lijkt dat optimisme zelfs onder Bidens aanhang te verbleken. Werd hij bij zijn aantreden nog gewaardeerd door 53 procent van de Amerikanen, sinds afgelopen najaar bungelt dat cijfer in peilingen steevast rond de 40 procent of daaronder. Alleen Donald Trump deed het na een jaar presidentschap slechter.
Bidens belangrijkste probleem zit in de geboekte resultaten. Waar in de beginperiode de 'terugkeer van redelijkheid' nog voor enthousiasme zorgde, lijkt in de laatste maanden alles te mislukken. En tot Bidens frustratie is het uitgerekend steeds een handjevol van zijn partijgenoten dat verdere successen blokkeert.
Compromiskandidaat
De problemen waar Biden mee kampt, zijn terug te voeren op de route naar zijn nominatie, in het voorjaar van 2020. De voorverkiezing binnen de Democratische Partij mondde uit in een fel ideologisch gevecht. Voor Amerikaanse begrippen zeer linkse Democraten daagden de gevestigde orde binnen de partij uit en eisten grote sociale veranderingen. Zij kregen enorme menigtes op de been, het partij-establishment kon maar moeilijk een antwoord vinden.
Hoe hard die confrontatie ook was, over één ding waren alle Democraten het eens: Donald Trump moest verslagen worden. Om dat te bereiken, ging de partijtop achter de ervaren en veruit bekendste kandidaat Joe Biden staan. De progressieven beloofden Bidens kandidatuur te steunen, maar eisten in ruil daarvoor vergaande inspraak in zijn beleid.
Biden werd zo de compromiskandidaat, die meteen een flink probleem had. Hij was nu de voorman van een sterk verdeelde partij. Zijn belangrijkste missie werd een succes: Trump werd verslagen. Maar de tachtig miljoen Amerikanen die op hem gestemd hadden, vormden een bonte coalitie van linkse idealisten tot verstokte conservatieven. Nu Trump weg was, wilden zij allemaal iets anders met Amerika.
Keukentafel
In de eerste periode na de inauguratie ging dat nog goed. In de opluchting over het einde van de sfeer van conflict en chaos in de Trump-jaren, hield Biden zijn aanhang bij elkaar. Amerika keerde terug in het Klimaatakkoord van Parijs, de wetenschap kwam weer centraal te staan in het coronabeleid, de immigratiestop uit moslimlanden werd teruggedraaid.
Met ongeëvenaarde coronasteunpakketten bereikte de nieuwe regering in die eerste maanden de keukentafels van alle Amerikanen. En in de zomer behaalde Biden zijn tot nu toe grootste overwinning in het Congres: met steun uit beide partijen werd een infrastructuurplan aangenomen waar het land al vijftien jaar naar snakte. Eindelijk ging Amerika z'n verouderde wegen, bruggen, vliegvelden en internetverbindingen serieus aanpakken.
Ik ga deze stad vaker verlaten. Ik ga met de mensen praten.
Maar sindsdien bleken de ambities van Biden steeds een maatje te groot. Hij kwam met de Build Back Better-wet, waarmee hij de sociale voorzieningen drastisch wilde uitbreiden. Een verbouwing van Amerika's economie, met een grotere rol voor de overheid. In dezelfde wet werden historische klimaatplannen opgenomen, die het land door een energietransitie moesten gaan leiden.
Met Build Back Better gebeurde wat sinds de nominatie van Biden in het voorjaar van 2020 al op de loer lag: linkse Democraten vonden het allemaal te mager en wilden meer, conservatieve partijgenoten vonden het veel te duur en keerden zich principieel tegen Bidens aanpak. Met een flinterdunne meerderheid van één stem in de Senaat, konden twee conservatieve Democraten Build Back Better de nek omdraaien.
En toch denkt Biden dat een groot deel van de plannen alsnog wordt uitgevoerd:
Hetzelfde gebeurde afgelopen nacht met Bidens andere grote belofte: nieuwe kieswetten die de toegang tot de stembus voor alle Amerikanen moesten garanderen. Ook hier hielden twee Democratische senatoren hun poot stijf en de kieswetten komen er niet.
De impasse binnen Bidens partij lijkt structureel. Onderhandelingspogingen stranden steeds opnieuw, de sfeer onderling wordt grimmiger.
De stad uit
En dat is extra pijnlijk voor Biden, omdat juist hij aan de macht kwam als dealmaker die met al zijn ervaring in de politiek de diepe verdeeldheid in het land zou helen. Aan zijn traditioneel goede banden met de Republikeinen heeft hij ook niks. De Republikeinse leider in de Senaat heeft openlijk verklaard zich "100 procent te focussen op het stoppen van deze regering".
Gisterenavond in zijn persconferentie ter ere van zijn eerste jaar presidentschap, gaf Biden aan hoe hij dit alles hoopt op te lossen. "Ik ga deze stad vaker verlaten", zei de president, die erkende dat hij zijn successen niet goed genoeg heeft verkocht. "Ik ga met de mensen praten." In campagnestand dus, in de hoop dat hij bij de kiezer bereikt wat hem in het Congres niet meer lukt: meerderheden vinden voor zijn beleid.