Onzekerheid over tekorten blijft groot in chipsector, al zijn er lichtpuntjes
Het is haast kijken in een glazen bol. Wanneer is de chipindustrie écht over het dieptepunt van de tekorten heen? De gevolgen waren afgelopen jaar overal zichtbaar: wat voornamelijk begon bij de auto-industrie, spreidde zich als een olievlek uit naar zo'n beetje alles wat een chip nodig heeft.
Inmiddels zijn er signalen van verbetering, maar de grote druk op de industrie is nog niet verdwenen. Want de vraag blijft onverminderd hoog, ziet ASML-topman Peter Wennink. Zijn bedrijf zit aan het begin van de keten: het concern uit Veldhoven maakt onmisbare machines voor chipfabrikanten als het Taiwanese TSMC en het Amerikaanse Intel. De druk bij die partijen om genoeg chips te maken, is nu zó hoog dat de chipmachinemaker de vraag niet aankan.
De omzet van ASML steeg in 2021 met ruim 30 procent naar 18,6 miljard euro. Bijna een derde daarvan, 5,9 miljard euro, blijft over als winst. De waarde van de bestellingen - waarvan een deel dus nog niet verwerkt is in de omzetcijfers - lag zelfs op 26 miljard euro.
ASML verkocht afgelopen jaar 42 geavanceerde EUV-chipmachines, die zo groot zijn als een bus en 130 miljoen euro per stuk kosten. Momenteel werkt ASML aan een nieuwe nog geavanceerdere chipmachine, de high-NA, Die komt dit jaar in productie en heeft een prijskaartje van 250 miljoen euro.
Vraag onderschat
"De vraag speelt over de heel breedte van de industrie", zegt Wennink in een gesprek met de NOS. "Zowel bij de meest geavanceerde chips, als bij chips die al jaren bestaan. Ik heb het nog nooit zo meegemaakt." Hij wijst op de behoefte aan chips in auto's, slimme verkeerssystemen, medische apparatuur en consumentenelektronica. "Het is iets wat we met z'n allen toch wel hebben onderschat."
Het betekent dat ASML flink moet bijbouwen. "Bouwkranen waarvan we dachten aan het begin van het jaar: die kunnen nu weg, laten we toch maar even staan", zegt de topman. Ook is het bedrijf druk bezig met nieuwe medewerkers. Afgelopen jaar zijn er 6000 mensen aangenomen. "Die moeten allemaal getraind worden. Daar zit natuurlijk een enorme spanning op. Want nogmaals, we maken geen heel eenvoudige producten."
De afgelopen maanden waren chipbedrijven bang voor het creëren van overcapaciteit, zegt technologie-analist Marc Hesselink van ING. "Er lijkt echter sprake te zijn van een hele grote, structurele vraag. Hoe meer de industrie het gevoel krijgt dat dit iets voor de lange termijn is, hoe meer geld er wordt geïnvesteerd." ASML bevestigt dit beeld.
Dat geluid klinkt ook bij TSMC, de topman zegt er heel zeker van te zijn dat de hoge vraag blijft. Het bedrijf steekt komend jaar maximaal 38 miljard euro in uitbreidingen, dat is meer geld meer dan in eerdere jaren.
Het is voor Hesselink een van de signalen dat het in de industrie de goede kant opgaat. Ook Albert Jan Swart, analist industrie bij ABN Amro, ziet verbeteringen. Hij kijkt dan vooral naar cijfers van marktonderzoeker IHS Markit. Daaruit blijkt dat het chiptekort in het najaar langzaam afnam. "De vraag is wat de cijfers van januari gaan zeggen, gezien omikron."
Zorgen om China
Opnieuw kan het coronavirus de boel ontregelen. Ook in China kan de zeer besmettelijke variant namelijk oprukken. Dat kan leiden tot grote problemen in de productieketens die afhankelijk zijn van fabrieken in dat land. The New York Times schrijft dat dit nu nog meevalt, maar de vrees is er wel degelijk dat de lockdowns worden uitgebreid, met alle gevolgen van dien.
Swart noemt de mogelijke ontwikkelingen in China slecht nieuws. "De chips zijn nu misschien beter leverbaar, maar als Chinese fabrieken die chips verwerken in auto-onderdelen worden stilgelegd, heeft de auto-industrie alsnog last van tekorten."
Wanneer ASML-topman Wennink denkt dat de tekorten écht voorbij zijn? "Het heeft tijd nodig, dus je zult een geleidelijke verbetering zien van de vraag-en-aanbod-situatie in de chipmarkt. Maar voordat we eruit zijn, zijn we twee tot drie jaar verder."