Laatste kans op Peking voor Nuis: 'Dit doet ontzettend pijn, gisteren veel gejankt'
"Ik heb niet de race neergezet die moest en die ik zou willen." Duidelijke woorden van schaatser Kjeld Nuis na zijn teleurstellend verlopen 1.000 meter op het olympisch kwalificatietoernooi woensdag in Thialf.
Nuis hoopte op die afstand, waar hij vier jaar geleden in Pyeonchang de gouden medaille op won, zijn titel te kunnen verdedigen. Maar dat gaat niet gebeuren, omdat Thomas Krol, Kai Verbij en Hein Otterspeer sneller waren dan Nuis.
De vierde plek, en dus geen kwalificatie op de 1.000 meter voor Peking, is een harde klap voor de geboren Leidenaar. Maar vandaag wacht een nieuwe (en laatste) kans op kwalificatie op een andere afstand: de 1.500 meter.
Boven verwachting
"Ik dacht dat ik goed op weg was, ik had mijn snelste opening ooit hier. En ik had niet echt een supergrote fout in de race die ik mezelf kan verwijten. De bocht na de opening was te netjes en dat was het. Dat kan je jezelf niet veroorloven in dit veld", analyseert Nuis daags na zijn race ogenschijnlijk rustig.
Gek genoeg evenaarde Nuis zijn snelste tijd ooit in Thialf. Waar dat vier jaar geleden genoeg was voor kwalificatie voor de Winterspelen, is dat voor de Olympische Spelen in Peking niet het geval. "Er zijn zeker twee jongens boven zichzelf uitgestegen, en Kai Verbij reed gewoon netjes. Ik was niet goed genoeg", oordeelt Nuis.
Hij reed dan wel dezelfde tijd als vier jaar geleden, Nuis was juist sneller geworden de afgelopen jaren. Dat bleek woensdag niet, en dat frustreert hem. "Mijn rondje op de 500 was gewoon hetzelfde als op de 1.000 meter, en dat heb ik nog nooit gehad. Dat toont wel dat die eerste ronde te voorzichtig was, en dat kan je je tegen zulke rappe jongens niet veroorloven."
'Ontzettend gejankt' maar nieuwe kans
Volgens Nuis was het van tevoren bekend dat het op de 1.000 meter tussen Krol, Verbij, Otterspeer en hemzelf zou gaan. Dat hij degene is die buiten de boot valt, doet pijn: "Er waren vier touwtjes en ik heb de kortste getrokken. Dat doet ontzettend pijn. Ik heb gister ontzettend veel gejankt. Maar ik ga er vandaag volle bak voor om de ticket op de 1.500 meter binnen te slepen".
Want er is nog één kans voor Nuis om toch naar de Winterspelen in Peking te gaan, op de 1.500 meter. Nuis ziet kansen, maar is ook eerlijk over zijn twijfel na de teleurstelling op de 1.000 meter. "Gister was wel een grote klap. dat moest ik even een plekje geven. Ik ben er echt wel klaar voor, ik weet dat ik het kan. Maar de 1.500 is een rare afstand."
"Ik moet normaal rijden straks, en dan weet ik zeker dat ik het kan. Ik moet gewoon keihard rijden, het beste van mezelf laten zien. ik heb geen andere optie. Ik moet het simpel houden, en dan weet ik zeker dat ik een goede 1.500 kan rijden."
Nuis ziet er een paar uur voor de belangrijke 1.500 meter rustig uit, maar dat is volgens hem een masker: "Ik kan hier wel gaan zitten janken maar mijn tranen zijn op. Gister was gister, ik heb er niks aan om daaraan te blijven denken. Dat zeg ik de hele dag tegen mezelf. Als ik straks aan de start sta, ga ik drie rondjes beuken en dan zie ik wel waar het schip strandt."