Lhbti-belangenvereniging COC bestaat 75 jaar: 'we zijn er absoluut nog niet'
Het COC, de belangenvereniging voor de lhbti-gemeenschap, viert morgen het 75-jarig bestaan. De club zat de eerste vijftien jaar na de oprichting in 1949 in feite zelf nog 'in de kast', maar is nu niet meer weg te denken uit het publieke debat.
Er is in driekwart eeuw veel veranderd: homoseksualiteit is in Nederland niet meer strafbaar, niet-hetero's mogen sinds 20 jaar trouwen en inmiddels ook kinderen adopteren. Mijlpalen waar ze bij de belangenvereniging trots op zijn. Maar er kan nog een hoop beter, vindt de vereniging, zeker nu ons land niet meer in de top 10 van Europese landen staat waar lhbti-rechten goed verankerd zijn.
"En zolang je nog steeds geslagen, uitgescholden en bespuugd kan worden omdat niet duidelijk is of je een jongetje of een meisje bent, of omdat je hand in hand loopt met je man of je vrouw, dan zijn we er absoluut niet op het gebied van acceptatie", zegt directeur Marie Ricardo.
Shakespeareclub
Het COC is wereldwijd de oudste nog bestaande belangenvereniging voor lhbti's. Zeker in de eerste decennia speelde de vereniging een grote rol in het samenbrengen van homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen, trans- en interseksepersonen. Eerst onder de naam 'Shakespeareclub' en daarna als 'Cultuur- en Ontspannings Centrum' (COC) organiseerde de vereniging allerlei sociale activiteiten en opvang voor leden.
Ook Clem Bongers (84) kwam als jonge dertiger in de hoofdstad bij het COC over de vloer. "Doordeweeks was ik de hetero in Nijmegen, de leuke jongen die maar geen meisje kon krijgen. In het weekend ging ik naar mijn kamertje in Amsterdam. Daar deed ik alles wat God verboden had. Ik kon daar mezelf zijn."
Bongers komt in 1963 uit de kast, gesterkt door de ervaringen die hij in Amsterdam opdoet en de behoefte om open te zijn tegen zijn omgeving.
Bongers vreesde zijn baan als onderwijzer te verliezen na zijn coming out:
Rond dezelfde tijd begint ook het COC meer naar buiten te treden. Vormgever en binnenhuisarchitect Benno Premsela, op dat moment voorzitter, is in 1964 de eerste homo die openlijk en herkenbaar op de Nederlandse televisie verschijnt.
Premsela werd destijds de vraag gesteld of homoseksualiteit meer geaccepteerd raakte. Zijn antwoord: in de grote steden wel, maar op het platteland echt nog niet. Dat is volgens Ricardo inmiddels veranderd. "Op sommige plekken is dat enorm verbeterd. Wat sowieso niet meer kan is dat mensen om lhbti'ers heen kijken: we zijn overal en we zijn zichtbaar. Ook in dorpen en kleine gemeenten zie je lhbti-identiteiten. Dat is echt een verdienste."
Artikel 1
Het COC veranderde de laatste decennia zelf ook: van een club die de lhbti-gemeenschap vooral samen wilde brengen, naar een belangenvereniging die voorlichting geeft en lobbyt voor het aanpassen van wetgeving.
Zo wil het COC dat de rechten van lhbti's verankerd worden in de Nederlandse Grondwet. De Tweede Kamer bespreekt volgende week donderdag een wetsvoorstel van D66, GroenLinks en PvdA dat beoogt dat 'seksuele gerichtheid' als verboden discriminatiegrond wordt toegevoegd aan artikel 1 (naast godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht).
Ricardo: "Zodat we over 75 jaar nog steeds kunnen trouwen, nog steeds verzekerd zijn van informatie op scholen over seksuele diversiteit en dat je niet met één pennenstreek een wet die we nu hebben om onze rechten te beschermen weg kunt vagen. Want dat is wat je ziet in landen als Polen en Hongarije."