Raad van Europa voert druk op Turkije op voor vrijlating Osman Kavala
De Raad van Europa zal een procedure tegen Turkije starten als het land Osman Kavala niet alsnog vrijlaat. De filantroop en zakenman Kavala zit al vier jaar in voorarrest, omdat hij wordt beschuldigd van betrokkenheid bij de Gezi-protesten en de mislukte staatsgreep in 2016.
Twee jaar geleden heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de onmiddellijke vrijlating geëist van Kavala, omdat er geen bewijs is voor de aanklachten tegen hem. Turkije is lid van de Raad van Europa en moet daarom gehoor geven aan het besluit.
Het land krijgt tot 19 januari de tijd om actie te ondernemen, maar het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Raad van Europa direct opgeroepen de onafhankelijkheid van de eigen rechterlijke macht te respecteren.
Brandbrief
Dit kan het begin zijn van een lange procedure tegen Turkije. De Raad van Europa beslist op zijn vroegst in februari of er inderdaad zo'n procedure komt, mocht Kavala dan nog vastzitten. Mocht uiteindelijk een overtreding worden vastgesteld, dan gaat het Comité van Ministers van de Raad, het besluitvormingsorgaan, zich beraden op vervolgstappen.
Op 26 november heeft Kavala te horen gekregen dat hij voorlopig achter de tralies blijft. Een maand eerder pleitten tien ambassadeurs, onder wie de Nederlandse, in een brandbrief nog voor zijn vrijlating. President Erdogan dreigde de ambassadeurs het land uit te zetten, maar dat liep met een sisser af.