Verbazing na spektakel op 1.500m: 'Deze tijd in oktober, slaat nergens op'
Als zelfs Ireen Wüst met verbazing om zich heen kijkt, is er iets bijzonders aan de hand. Al in oktober een 1.500 meter rijden in 1.53,48, minder dan vier tienden boven haar eigen baanrecord, "het slaat eigenlijk nergens op", zegt Wüst.
De 35-jarige specialiste op de schaatsmijl is haar laatste seizoen begonnen met zilver, want haar "bizarre" tijd was niet eens de snelste van de dag. Antoinette de Jong pakte in Thialf de Nederlandse titel in 1.53,20.
Zes vrouwen onder oude record
En ze zijn niet de enigen die verbazen. Maar liefst zes vrouwen doken onder het kampioenschapsrecord dat stond op 1.54,93.
Marijke Groenewoud had met haar tijd (1.54,67) bij alle voorgaande NK's de titel gepakt, nu grijpt ze op plaats zes zelfs naast een startbewijs voor de wereldbekers, die naar de topvijf per afstand gaan.
De Daikin NK afstanden gaan zaterdag verder met drie afstanden. Bekijk in de carrousel hieronder het programma van het weekeinde:
- NOS
Het programma van zaterdag - NOS
Het programma van zondag
"Ik ben verbaasd over het niveau in de breedte", zegt Wüst. "Iedereen rijdt hard. 1.53 in oktober is echt belachelijk snel."
Ondanks die verbazing weet Wüst moeiteloos drie oorzaken aan te wijzen voor de toptijden. "De omstandigheden zijn goed, het publiek geeft een extra boost en het is een olympisch seizoen."
De eerste wedstrijd in de olympische winter is meer dan een strijd om Nederlandse titels, beseft De Jong. "Iedereen is erop gebrand om hier al hard te rijden. Iedereen wil naar de wereldbekers, want dat is de beste weg naar het OKT (van eind december, red.)"
Publiek is voor mij heel belangrijk, ik ga er harder van schaatsen.
Daarnaast geeft zowel Wüst als De Jong de ijsmeesters "een dikke pluim". "Ik denk dat ze nu echt weten hoe ze de beste ijskwaliteit kunnen leveren", zegt De Jong. "Als je het vergelijkt met Inzell, waar we op trainingskamp waren, was het daar veel minder."
De laatste factor, de terugkeer van het publiek, moet volgens Wüst ook niet onderschat worden. Een winter lang werd er vanwege de coronamaatregelen voor lege tribunes geschaatst.
Hoe bijzonder de prestaties ook waren, ook tijdens het wereldrecord van Nils van der Poel op de tien kilometer bleef het ijzingwekkend stil.
Een ereronde heeft eindelijk weer zin, De Jong rijdt trots met een Nederlandse vlag om haar schouders in de rondte. Wüst zwaait een meter of twintig achter haar ook naar de tribunes.
"Iedereen gaat er goed op dat er weer publiek zit, dat heb ik echt wel gemist", zegt Wüst. "Voor mij is het heel belangrijk, ik ga er harder van schaatsen."
Wüst wil zich in december voor de vijfde keer op rij plaatsen voor de Spelen, in Peking hoopt ze haar olympische titel op de 1.500 meter te prolongeren. Het begin van de winter is veelbelovend. "Het is fijn dat ik erbij zit. En hoe, want het is ook niet dat ik het met de hakken over de slot haal."
"Ik zit er nog steeds tussen. Ik word gewoon tweede en was lang in de race voor de titel. De uitvoering was net even niet goed genoeg, ik ben op waarde geklopt door Antoinette."
'Ik kan mijn kracht kwijt'
De Jong, vorig seizoen op nieuwe schaatsschoenen opgebloeid, heeft de koninginnenafstand weten te omarmen. "Vroeger keek ik echt als een berg tegen de 1.500 meter op: hoe ga ik dit nou weer doen?"
"Negen van de tien keer ging het ook echt fout, was het een gevecht met mezelf. Nu kan ik mijn kracht kwijt."
En dan is er ook nog ruimte voor verbetering. "Ik was heel erg blij en Jac (Orie, red.) zei meteen: dit kan beter, dat kan beter en dat kan beter. Dus ik dacht: je staat meteen weer op scherp. Ik reed misschien ook toch nog iets te gehaast."
Bekijk hieronder de samenvatting van de 1.500 meter:
Niet alleen de tijden waren verrassend, ook de nummer drie op het podium hadden weinigen verwacht. De Jong en Wüst werden geflankeerd door Jutta Leerdam, die bij haar eerste officiële 1.500 meter sinds november 2018 direct een medaille greep.
Hoofdschuddend keek ze naar het scorebord, totaal verbaasd door haar 1.53,64. "Ik ga er gewoon voor en zie wel waar het eindigt", omschrijft ze haar tactiek. "Dat zie je ook aan mijn opbouw, ik reed het eerste rondje als een 1.000 meter."
De kilometer, de afstand waarop ze in 2020 doorbrak met de wereldtitel, ziet ze nog altijd haar favoriete afstand. Maar daarachter krijgt de 500 meter nu concurrentie van de 1.500m. "Ik dacht altijd dat ik er niet het niveau voor had. Nu denk ik: het is een leuke bonus."
Door die razendsnelle eerste volle ronde stortte Leerdam behoorlijk in. "Maar als ik het kunstje straks doorheb, kan het steeds iets makkelijker worden en kan ik steeds iets harder gaan."
"Het is nu niet zo dat ik elke wereldbeker alle afstanden ga rijden. Maar ik vind het best wel leuk. Met de staf van de ploeg ga ik de wedstrijden uitkiezen en dan maar gewoon rijden." Lachend: "en dan zie ik het wel."
