Zindelijke koe kan helpen bij stikstofproblematiek, 'maar bekijk hele mestketen'
In de wei, stal of daartussenin: voor een koe is het om het even waar ze haar behoefte doet. Althans: zo was het altijd. Het is een groep Duitse en Nieuw-Zeelandse wetenschappers gelukt kalveren zindelijk te maken. Het zou volgens hen zomaar een deel van de oplossing van het stikstofprobleem kunnen zijn.
Door de urine van koeien op te vangen op een specifieke plek, kan het niet mengen met bijvoorbeeld de ontlasting. Daardoor komt er aanzienlijk minder schadelijke ammoniak vrij. Ook sijpelt de stikstofverbinding zo volgens de wetenschappers niet de bodem in en blijft de ammoniak niet in de atmosfeer hangen, om later weer neer te dalen. Als de stof neerslaat in natuurgebieden, verrijkt die namelijk de bodem en tast de biodiversiteit aan.
Voor hun onderzoek onderwierpen de wetenschappers zestien kalveren aan een op koeien toegesneden 'potjestraining': de MooLoo-methode. Daarbij werd de dieren eerst duidelijk gemaakt dat een deel van de stal was ingericht als toilet, door ze te belonen met iets lekkers als ze daar plasten. Als ze buiten de latrine urineerden, werden ze besproeid met water.
Gestaag legden elf van de zestien kalveren op een onderzoeksboerderij van het Forschungsinstitut für Nutztierbiologie, in het noordoosten van Duitsland, de link tussen het straffen en belonen, waarmee ze zindelijk werden.
De onderzoekers filmden het toiletbezoek:
Paul Galama, die onderzoek doet naar duurzame systemen in de melkveehouderij namens Wageningen Livestock Research, hoorde twee weken geleden op een congres in Zwitserland voor het eerst over het onderzoek. Het leidde meteen tot enige opwinding onder de aanwezige wetenschappers. "We wisten dat varkens trainbaar waren op dit gebied, maar bij koeien was dit nooit zo goed onderzocht."
De snelheid waarmee de kalveren in de studie zindelijk werden - binnen een paar weken en na zo'n vijftien trainingen - was aanzienlijk rapper vergeleken met de gemiddelde peuter, zei onderzoeker Lindsay Matthews van de universiteit van Auckland op de website van het wetenschappelijke tijdschrift Science.
Hij kwam op het idee voor de koeienpotjestraining toen in 2007 een radio-interviewer hem voor de grap tipte koeien zindelijk te maken. Die opmerking bleef hangen en werd actueel in de steeds urgenter wordende stikstofproblematiek.
In het artikel, dat gisteren werd gepubliceerd in vakblad Current Biology, schrijven de onderzoekers op basis van eerdere onderzoeken dat de ammoniakuitstoot met meer dan de helft teruggedrongen kan worden als 80 procent van de koeienurine opgevangen wordt.
Praktische haken en ogen
Galama ziet nog wel praktische haken en ogen, mocht de zindelijkheidstraining breed opgepakt worden. Bijvoorbeeld als het gaat om het creëren van ruimte voor de koeientoiletten op grote boerderijen. Ook is het niet duidelijk hoe zindelijk de koeien blijven als ze met velen tegelijk naar de wc moeten.
Het neemt volgens hem niet weg dat het scheiden van ontlasting en urine "zeker nuttig" kan zijn bij het terugdringen van ammoniakuitstoot. Hij legt uit dat er momenteel op allerlei manieren worden onderzocht hoe dit het beste en efficiëntste kan worden gedaan.
Als voorbeeld noemt Galama het zogenoemde Cow Toilet. "Daarbij wordt de koe in een krachtvoerbox, tijdens het eten, getikt op de zenuw op de uier die de plasneiging veroorzaakt. Vervolgens wordt de urine in een bak opgevangen. We zien dat ze daar vrij snel aan wennen. Als een koe als jong kalf dus al getraind is om op een vaste plek te urineren, zou in het Cow Toilet meer urine opgevangen kunnen worden." Ook zijn er speciale staltegels in ontwikkeling, zegt Galama. Daarop blijft de mest liggen en wordt alle urine doorgelaten.
Hij plaatst wel een kanttekening bij al dat pionieren, en dus ook bij het zindelijk maken van koeien: het valt of staat bij wat er gebeurt met de urine nadat het is opgevangen. Galama: "Oftewel de opslag en het vervolgens weer aanwenden op het land. Als je na het opvangen bijvoorbeeld de zuurgraad omlaag weet te krijgen, komt er minder ammoniak vrij. Je moet ook de emissie reduceren bij de nabehandeling. Het zijn perspectiefvolle ontwikkelingen, maar het moet vooral in de gehele mestketen bekeken worden."