Kabinetsplannen onteigening bevatten grote verschillen, materiaal voor formatie
Het volgende kabinet staat voor een grote opgave: het stikstofprobleem oplossen. Daarbij zijn flinke ingrepen nodig. Vanochtend bleek dat twee scenario's worden bekeken waarin sprake is van gedwongen onteigening van boerengrond. Maar niet allebei zijn even haalbaar, zeggen deskundigen.
De totale kosten kunnen de komende jaren oplopen tot tientallen miljarden euro's, blijkt uit een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), waarin plannen van de ministeries van Financiën en Landbouw zijn geanalyseerd. De scenario's werden gelekt aan NRC; nog onduidelijk is wat ermee gaat gebeuren.
De plannen
De ideeën zijn omvangrijk. Variant A kost in totaal 30 miljard euro en is gericht op stikstofreductie via opkoopregelingen en technische maatregelen. Waar nodig wordt landbouw geëxtensiveerd; dat betekent meer grond voor minder vee. Variant B is met in totaal 14 miljard euro een stuk goedkoper. Die is met name gericht op het verminderen van de uitstoot door veestapels op te kopen.
Beide plannen gelden voor de periode 2022-2030. Onteigening geldt alleen voor boerenbedrijven die zorgen voor piekbelasting bij Natura 2000-gebieden. Wel zijn de scenario's door onzekerheid omgeven, onder meer door wat er gebeurt met de stikstofuitstoot in het buitenland.
'Geen landjepik'
Boerenorganisaties reageerden vandaag zeer kritisch op de plannen. "Wij zien er niks in, we hebben zelf plannen ingediend", zei voorzitter Sjaak van der Tak van Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) vanochtend. "We willen geen landjepik. We zijn tegen dwang en we zijn uiteraard voor een vrijwillige lijn."
Agractie noemt gedwongen verkoop "onacceptabel" en spreekt van proefballonnetjes.
Experts: duurdere scenario haalbaarder
Deskundigen aan wie de NOS het PBL-rapport vandaag voorlegde, noemen het duurdere scenario haalbaarder dan het goedkopere. "Het grote verschil tussen de plannen is dat bij de duurdere variant alle grond wordt opgekocht, bij de andere niet", zegt advocaat Joske Hagelaars, die bij advocatenkantoor Dirkzwager is gespecialiseerd in onteigeningsrecht. "Dan verdwijnen alleen de stallen en productierechten. De kans bestaat dat als je voor B kiest, de rechter - die oordeelt over de onteigening - zal constateren dat de grond minder waard wordt en dat je dan dus toch veel meer vergoedingen moet betalen dan is begroot."
Ook is er een verschil in wie wordt geraakt, zegt hij. "In de eerste optie zijn vooral melkveehouders de klos, dat zijn de boeren met de meeste grond. Bij variant B raakt het eigenlijk álle boeren." Volgens hem zal die laatste variant "desastreus" zijn voor agrariërs. "In feite zeg je daarmee: los het zelf maar op."
Hagelaar is daarnaast kritisch op de planning. "Dit moet binnen kort tijdsbestek geboren. Ze willen 300.000 hectare grond onteigenen, dat is twee keer de provincie Utrecht. Wie gaat dat allemaal organiseren, welke ambtenaren?" Juridisch kan het volgens hem weliswaar, maar hij plaats vraagtekens bij de uitvoering.
Alles begint met ander bestemmingsplan
Hoogleraar onteigening Jacques Sluysmans (Radboud Universiteit Nijmegen), die tevens als advocaat grondeigenaren bijstaat, zegt ook dat de duurste optie van volledige onteigening het makkelijkst uitvoerbaar is. "Bij de andere variant wordt uitgegaan van een onteigeningsmogelijkheid waarbij de grond bij de eigenaar blijft, maar de opstallen en productierechten niet. Daarvoor zal de wet moeten worden gewijzigd, dit kan niet in het huidige systeem."
Een procedure waarbij onteigening de uitkomst is, begint met een bestemmingsplan dat wordt gewijzigd, zegt Sluysmans. Grond waar bijvoorbeeld nu koeien op grazen, is dan ergens anders voor nodig.
Die onteigening is dus niet vrijwillig, maar juist bedoeld als vrijwillige verkoop niet lukt.
"Dan gaan partijen allereerst om de tafel om te kijken of ze tot een overeenkomst kunnen komen. Als dat niet lukt, is onteigening de stok achter de deur. Die onteigening is dus niet vrijwillig, maar juist bedoeld als vrijwillige verkoop niet lukt.
Als er sprake is van onteigening wordt iemand schadeloosgesteld. "Dit betekent: de waarde van de grond wordt vergoed, maar ook andere schade zoals het verlies aan inkomen. Het is een van de ruimste schadeloosstellingen die we in de wet kennen", zegt Sluysmans.
Het gaat dan om serieuze bedragen. Uiteindelijk bepaalt de rechter die over de zaak besluit, de hoogte van het bedrag. Daarbij laat de rechtbank zich adviseren door drie deskundigen die tot een voorstel komen.
Wat er gebeurt met de plannen voor onteigening is vooralsnog dus onduidelijk; de kwestie komt terug in de formatie.