Steef Bouwman
redacteur Binnenland
Steef Bouwman
redacteur Binnenland
Halen we straks onze eiwitten uit knoflookresten, schimmels en witte kool? Als het aan ondernemers en deskundigen ligt wel. Want plantaardige eiwitten zijn een stuk duurzamer en beter voor het klimaat dan de dierlijke eiwitten uit vlees, vis en zuivel die we nu voornamelijk eten.
Maar terwijl ondernemers, deskundigen en wetenschappers klaar zijn om de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten te maken, wil het in de politiek nog niet vlotten. Nieuwsuur dook in de mogelijkheden van plantaardige eiwitten en ontdekte dat er al heel wat kan.
Dan ligt de bal voor open doel: en dan schiet je weer naast.
Eerst even de politiek. Want ondanks dat de eiwittransitie al sinds 2009 onderdeel van het kabinetsbeleid is, zijn er nog steeds geen concrete plannen. 'Meer lokale, duurzame en alternatieve eiwitten kweken', schrijft het ministerie van Landbouw eind vorig jaar op als doelstelling in de 'Nationale Eiwitstrategie'. Maar nu "is het nog wachten op een nieuw kabinet", laat een woordvoerder van het ministerie weten.
Tot frustratie van Frank Wassenberg, kamerlid voor Partij voor de Dieren. "Dan ga je een strategie opstellen, dan ligt de bal voor open doel: en dan schiet je wéér naast. Maak de plannen concreet en stel doelen. Alleen op die manier kunnen we de deze ambities waarmaken."
Uienschillen en meelwormen
Terwijl de politiek nog geen concrete plannen maakt, zoeken ondernemers wél al naar mogelijkheden om op een ándere manier aan eiwitten te komen.
Biochemicus Hans Derksen bijvoorbeeld, denkt dat er nog veel uit zogenoemde reststromen te halen valt. Knoflookresten, citrusschillen en witte kool: ze barsten volgens Derksen van de eiwitten. Daarom brengen een aantal telers elke week een lading met deze voedselresten naar zijn terrein; Derksen gooit alles in een machine en zet de resten om in een eiwitrijk poeder. Dat kan weer worden gebruikt in allerlei producten. "Veel eenvoudiger wordt het niet. Bovendien is het heel duurzaam want je voorkomt dat eten onnodig wordt weggegooid."
"Dit is een van de belangrijkste manieren om aan genoeg eiwit te komen", zegt Stacy Pyett van de Wageningen University & Research (WUR). Ze doet veel onderzoek naar duurzamere eiwitten. "Als we de reststromen goed benutten, dan hebben we niet eens andere eiwitbronnen nodig."
Ook insecten zijn volgens Pyett een interessante eiwitbron. Ondernemer Michiel Moret is het met haar eens en ontwikkelt een 'kweekcontainer': een machine waardoor volgens hem iedereen, heel eenvoudig meelwormen kan kweken.
Varkensboer Willy van den Elzen heeft interesse in de container. Terwijl Moret nog volop bezig is met het bouwen van de container, laat hij alvast zien hoe-ie moet gaan werken:
"Ik denk dat met name de meelwormen belangrijk gaan zijn tijdens deze eiwittransitie. We zullen allemaal moeten veranderen. En ook ik wil die stap nog zetten", zegt boer Van den Elzen.
Ondanks alle ambities is het kweken van insecten nog geen grote markt. Het komt onder meer door de regelgeving. Want waar insecten in Azië, Afrika en Zuid-Amerika allang op de menukaart staan, zijn in Europa vrijwel alle insecten nog niet toegestaan als voedsel voor mensen. In mei dit jaar werd wel een eerste stap gezet: de Europese voedselautoriteit gaf groen licht voor de meelworm als menselijke voeding.
Eiwit uit het lab?
Wetenschapper Wim de Laat gelooft in 'microbiële eiwitten', oftewel eiwitten uit het laboratorium. Met zijn bedrijf The Protein Brewery heeft hij de eiwitbron 'Fermotein' ontwikkeld, waarvan hij bijvoorbeeld poeder maakt, die hij weer doorverkoopt aan bedrijven.
Naast bacteriën, schimmels en gisten zitten in Fermotein ook resten van maïs, cassave en aardappelen. "Essentiële aminozuren, mineralen en vitamines: er zit alles in wat je nodig hebt."
De Laat experimenteert erop los en doet dit steeds grootschaliger na een investering van 22 miljoen euro eind vorig jaar. Het bedrijf wacht nog op goedkeuring van de Europese Voedselautoriteit, maar er is volgens de eigenaar al veel interesse vanuit de voedselmarkt.
'Laatste zetje'
"We zitten op een kantelpunt", zegt eiwitexpert Jeroen Willemsen, die in zijn professionele kringen de 'eiwitcommissaris van Nederland' wordt genoemd. Alle ingrediënten voor een omslag zijn er, maar de consument en de politiek moeten volgens Willemsen nog een laatste zetje krijgen.
Daarom startte Willemsen, samen met enkele andere ondernemers, dit jaar de 'de Eiwitboeren van Nederland' op. Een gezelschap van tien boeren die verschillende eiwitrijke gewassen telen, zoals lupine, quinoa, soja en veldbonen. Ze willen samen optrekken en dezelfde duidelijke boodschap presenteren: er moet meer waardering komen voor plantaardige eiwitten van eigen bodem. Zo kan de eiwittransitie versneld worden.
Willemsen zegt met de Eiwitboeren van Nederland de politiek nadrukkelijk op te willen zoeken. "Deze boeren willen waardering en hopen dat ze ons ook financieel kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld voor het testen van nieuwe rassen, het opschalen van de teelt en het vergroten van de opbrengst."
Een langetermijnvisie is daarbij essentieel volgens Willemsen. "Boeren denken in termen van teelt- en oogstjaren. 2030 klinkt ver weg, maar het is voor de boer 'slechts' 8 zaai- en oogstmomenten ver. Laten we hopen dat er een minister van Landbouw komt die dit heel goed begrijpt."