Etienne Verschuren
redacteur Online
Etienne Verschuren
redacteur Online
Nu het gevaar van het hoogwater in Nederland lijkt geweken, kan voorzichtig de balans worden opgemaakt. Heeft Nederland zich goed voorbereid op de watersnood, en welke lessen kunnen we trekken?
"We hebben iets meegemaakt waarvan we niet hadden gedacht dat we het ooit zouden meemaken", zegt waterbouwkundig ingenieur Douwe Meijer van RiQuest, een bedrijf dat gespecialiseerd is in vraagstukken met betrekking tot rivieren.
Meijer en zijn collega's maakten een analyse van de hoogwaterveiligheid en hoe die zich sinds 1995 heeft ontwikkeld. "Als ik het laatste rapport daarover lees, lijkt het alsof we een glazen bol hadden. In het rapport uit mei van dit jaar staan de zwakke punten aangegeven: in onder meer de Maastrichtse wijken Heugem en Randwyck waren de dijken niet hoog genoeg, concludeerden we. Precies de plaatsen waar het bijna misging."
Grote vs. kleine rivieren
Meijer is zijn hele carrière bezig geweest met de Maas en was ook betrokken bij de Maaswerken, het project dat is ontstaan na overstromingen in 1993 en 1995. Sindsdien zijn er veel maatregelen genomen op het gebied van rivierverruiming en dijkversterking. "Ik denk dat we nu kunnen concluderen dat het gewerkt heeft, maar ook dat we nog lang niet klaar zijn."
Volgens Meijer is er bij de Maas net genoeg gedaan om een kritieke situatie af te wenden. Dat is volgens hem nog niet het geval bij de kleine rivieren. "Zeker in heuvelachtig gebied. Daar kunnen rivieren ineens aanzwellen en dan kan het heel snel gaan. Zo'n kabbelend beekje door een dorp kan dan ineens een enorme rivier worden waarin alles wordt meegesleurd: auto's, plantenbakken. Vaak zie je dat het puin bij een bruggetje blokkeert, waarna in korte tijd een heel stadje kan vollopen. Mensen worden dan totaal verrast."
Waar Rijkswaterstaat de grote rivieren in de gaten houdt, ligt het beheer van de kleinere zijrivieren bij de waterschappen. Meijer ziet dat daar onvoldoende wordt geïnvesteerd in systemen om hoogwater aan te pakken. "Je kunt geen dijk bouwen langs een beek, maar je zou wel een geul om het dorp kunnen aanleggen zodat het water weg kan."
'Overheid loopt achter'
Toch zijn er zeker ook dingen bereikt sinds 1995. "Er is veel aandacht besteed aan rivierverruiming. In 1995 overstroomden tussen Maastricht en Maaseik, net als in de rest van Limburg, meerdere dorpen. De afgelopen dagen zag ik beelden van mensen die daar op klapstoeltjes naar het water gingen kijken. We hebben het in veel opzichten beter gedaan dan bijvoorbeeld onze buurlanden."
Maar we zijn er dus nog niet, bijvoorbeeld als het gaat om de hoogte en de staat van dijken. "Er zijn plekken waar de hoogte tekortkomt voor de norm, die is aangescherpt vanwege de klimaatverandering en toegenomen economische waarde. Rijkswaterstaat en de waterschappen lopen achter met het bijhouden van het geldende klimaatscenario. Dat hebben we nu gezien."
Dit kunnen we gewoon. We zijn een waterbouwland. We hebben voor hetere vuren gestaan.
Volgens Meijer zijn de grootste problemen niet technisch, maar politiek-bestuurlijk van aard. "De focus van onze waterbeheerders verslapt snel als we een paar jaar geen hoogwater hebben gehad. Dat is de afgelopen jaren ook het geval geweest. Vooral voor de knelpunten zoals Maastricht en Maaseik-Roermond liggen er al jaren mooie plannen klaar, maar ze komen niet tot uitvoering. Als het erop aankomt is er geen geld. In Venlo was er een prachtig plan, dat niet is uitgevoerd. We hebben de afgelopen dagen gezien dat daar een ziekenhuis is geëvacueerd."
Ook merkte hij in het verleden veel weerstand tegen waterprojecten bij bewoners. "De publieke opinie is vaak tegen, want mensen zijn bang voor landschapsverandering en dijkverhogingen, en willen hun uitzicht niet kwijtraken. In het Limburgse Bergen, dat door de overstromingen in een eiland is veranderd, prikten mensen uit protest met hooivorken in de dijk. Terwijl men achteraf vaak erg blij is met uitgevoerde projecten."
Zo werd Bergen afgesneden door het water:
"Als er een financiële crisis is of een coronacrisis zijn er honderden miljarden beschikbaar. Maar in de klimaatcrisis hebben we nog niet het punt bereikt dat we vinden dat geld geen thema is", zegt Meijer. "Terwijl het een van de beste investeringen is die je kunt doen: denk aan de miljarden die je bespaart na één keer een hoogwater dat wél echt misgaat, om niet te spreken van de slachtoffers."
Hij vindt vooral dat bestuurders de verantwoordelijkheid hebben om alert te blijven. "Van hen mag je meer verwachten. Dit kunnen we gewoon. We zijn een waterbouwland. We hebben voor hetere vuren gestaan."