Wederopstanding Jumbo-Visma op Ventoux: Van Aert wint, Vingegaard pijnigt Pogacar

Wout van Aert heeft op koninklijke wijze de elfde etappe van de Tour de France, een rit van 198 kilometer van Sorgues naar Malaucène, op zijn naam geschreven. De Belgische alleskunner reed op de steilste flanken van de Mont Ventoux weg uit een kopgroep met Bauke Mollema, Julian Alaphilippe en Kenny Elissonde en kwam na een pijlsnelle afdaling solo over de streep in Malaucène.

Achter de kopgroep hielden de klassementstoppers lang hun kruit droog, maar toch vielen er slachtoffers. De belangrijkste was Ben O'Connor, de nummer twee van het klassement. In de laatste kilometers verraste de jonge Jonas Vingegaard vriend en vijand, door al zijn concurrenten inclusief geletruidrager Tadej Pogacar uit het wiel te rijden.

Daarmee zorgden zij voor een prachtige dag voor de geplaagde formatie van Jumbo-Visma, die tot vandaag bezig was aan een rampzalige Tour.

Martin moet de strijd staken

Nog voor de Mont Ventoux in beeld kwam, kreeg Jumbo-Visma de volgende kaakslag te verwerken. Tony Martin ging na een kilometer of dertig namelijk hard tegen de vlakte ging en met een lijf vol schaafwonden de strijd moest staken.

Julian Alaphilippe had toen al luid en duidelijk laten merken dat hij zijn zinnen had gezet op eeuwige roem. De sterke Alaphilippe trok maandag het peloton in waaiers en plaveide zo de weg voor de 33ste Tourzege van zijn ploeggenoot Mark Cavendish.

Vandaag was hij een onbedoelde plaaggeest van zijn sprinter: terwijl Alaphilippe de aanval koos op de eerste beklimming van vierde categorie, loste de man in het groen al uit het peloton. Fataal werd dat niet, want Cavendish zou uiteindelijk zo'n zeven minuten binnen de tijdslimiet blijven.

Bergkoning Nairo Quintana sloop mee in het wiel van Alaphilippe, maar hield het niet eens vol tot aan de top van dat eerste klimmetje. En ook Steven Kruijswijk, die de oversteek probeerde te maken, zag de Fransman uit het zicht verdwijnen.

Alaphilippe kreeg even later gezelschap van Dan Martin, Pierre Rolland en Anthony Perez. Achter die vier gingen zestien renners in de achtervolging, waaronder Wout van Aert en Bauke Mollema.

Mollema en Van Aert in achtervolging

Dat Mollema zijn zinnen op vandaag had gezet was niet verwonderlijk. In 2016, de laatste keer dat de Ventoux in het Tourparcours was opgenomen, maakte Mollema een ijzersterke indruk. Tot hij samen met toenmalig geletruidrager Chris Froome en Richie Porte tot staan werd gebracht door een stilstaande motor.

Aan de voet van de eerste beklimming van de Mont Ventoux, de minder steile kant vanuit het dorpje Sault, vonden de achtervolgers aansluiting bij de koplopers. Mollema wist zich daarbij gesteund door ploegmaten Kenny Elissonde en Julien Bernard.

Daarnaast hadden Wout van Aert, Julian Alaphilippe, Pierre Rolland, Quentin Pacher, Xandro Meurisse, Daniel Martin, Nils Politt, Greg Van Avermaet, Anthony Perez, Pierre-Luc Périchon, Luke Durbridge, Kristian Sbaragli en Vegard Staeke Laengen een plekje gevonden in de kopgroep.

Alaphilippe kwam als eerste boven bij het weerstation op de top van de kale berg, waar de kopgroep inmiddels was teruggebracht tot zeven man. Ook Mollema moest in de klim even lossen, maar knokte zich sterk terug en zat na de snelle afdaling met zijn twee ploegmaten in een zetel.

Fabuleuze Van Aert

Een van die ploegmaten was Julien Bernard. De zoon van Jean-François Bernard die in de Tour van 1987 de klimtijdrit op de Mont Ventoux op zijn naam schreef hield het tempo van de groep met Perez, Durbridge, Meurisse, Van Aert, Alaphilippe en zijn ploegmaten Mollema en Elissonde hoog tot aan de voet van de steilste kant van de Ventoux.

Daar spatte de kopgroep vrijwel meteen uiteen. Elissonde demarreerde en pakte in een mum van tijd 25 seconden op de sterkste overblijvers van de kopgroep Van Aert, Alaphilippe en Mollema. Die positie leek ideaal voor Mollema, maar met stijgingspercentages die constant boven de tien procent liggen, gold het recht van de sterkste.

Die sterkste was Van Aert.

De Belgisch kampioen, dinsdag nog twee in de massasprint, knalde naar de ontsnapte Elissonde toe. Achter Van Aert en Elissonde ging Mollema de strijd aan met Alaphilippe.

Bij zijn tweede demarrage had Mollema succes, maar voordat hij op weg kon naar de koplopers was Van Aert al weggereden bij Elissonde. Ontketend reed Van Aert door in een tempo dat vrijwel even hoog lag als in de groep met favorieten die voortdurend op zo'n vier minuten bleef hangen.

Daar werd Ben O'Connor, de nummer twee van het klassement, het voornaamste slachtoffer. De Australiër moest aan de voet van de beklimming al lossen en maakte een duikeling in het klassement, al kreeg hij opmerkelijk genoeg nog wel steun van zijn eveneens geloste landgenoot Porte.

Ook de Franse hoop David Gaudu (al gelost bij de eerste passage van de Ventoux) en Guillaume Martin hielden het niet vol.

Vingegaard pijnigt Pogacar

Wilco Kelderman hield wel stand in de groep met geletruidrager Tadej Pogacar, Rogoberto Urán, Enric Mas, Jonas Vingegaard en Richard Carapaz die nog steun had van ploegmaat Michal Kwiatkowski.

Het tempo van de Pool lag te hoog voor Mas, die in het maanlandschap moest lossen. Even later ging Vingegaard in de aanval, kreeg alleen Pogacar met zich mee, maar ook die trok even later een grimas en moest het hoofd buigen.

Op de top had Vingegaard 40 seconden voorsprong op Pogacar en ging in de afdaling op weg naar Mollema en Elissonde. Pogacar dook de afdaling in met Urán en Carapaz, daarachter volgden Kelderman en Loetsenko.

De geëmotioneerde Van Aert kwam onder luid gejuich solo over de streep in Malaucène, op ruime afstand gevolgd door Elissonde en Mollema die hand in hand over de streep kwamen.

Kelderman klimt in klassement

Vingegaard hield uiteindelijk niet meer over dan een morele overwinning, want in de lange afdaling werd hij weer in de kraag gegrepen door de gele trui, Carapaz en Urán. Vijftien seconden later kwamen Kelderman en Loetsenko over de streep.

Bekijk hieronder de reacties van Bauke Mollema, zijn ploegleider Steven de Jongh en Wilco Kelderman.

Mas kwam ruim een minuut later over de streep en werd in het klassement gepasseerd door Kelderman. O'Connor kwam binnen op 5.11 van Van Aert, verloor zo ruim 4.00 op de favorieten en maakte een duikeling in het klassement.

Achter Pogacar, die nog altijd een uiterst gerieflijke voorsprong heeft van ruim vijf minuten op zijn concurrenten, is de strijd om het podium weer helemaal open. O'Connor zakte drie plekken in het klassement en is nu vijfde in het algemeen klassement, met 18 seconden voorsprong op Kelderman.

Vingegaard steeg naar de derde plek achter Pogacar en Urán.