Een kleine groep van de ongeveer vijfhonderd bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen overtreedt "veelvuldig milieuwetgeving". Bovendien is de aanpak van milieucriminaliteit en milieuovertredingen "ontoereikend". Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in een vanmiddag verschenen rapport.
Bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zijn onder meer te vinden in de chemische industrie en de opslag. Voorbeelden van waarbij dat misging is bijvoorbeeld de brand bij Chemiepack in Moerdijk in 2011, waardoor een gevaarlijke situatie ontstond voor de omgeving.
Opvallend is dat de omvang van dit type milieucriminaliteit eerst onbekend was bij het ministerie Infrastructuur & Waterstaat en de toezichthouder Inspectie leefomgeving & transport. Er bestaat geen compleet overzicht van toezicht en handhaving, waardoor de totale keten van informatievoorziening niet op orde is. De Algemene Rekenkamer heeft dit nu voor het eerst in kaart gebracht.
Bij de 20.000 inspecties zijn bijna 3.500 keer een of meer overtredingen vastgesteld. Opvallend is dat er een relatief kleine groep is van veelplegers: 17% van de gecontroleerde bedrijven is verantwoordelijk voor de helft van alle geconstateerde overtredingen. Bij 56% van de strafzaken bleken 30 bedrijven (6%) te zijn betrokken. De Rekenkamer beveelt aan om in het vervolg uitkomsten van inspecties openbaar te maken.
Gebrekkige registratie
De reden dat hier eerder geen inzicht in was, komt door de "gebrekkige registratie" door de omgevingsdiensten. Soms ontbreekt er zelfs informatie. "Wij zijn van onze stoel gevallen", aldus Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer. "Er was soms niet duidelijk welke inspectie- en handhavingsgegevens bij welk bedrijf horen." Bovendien was bij maar liefst een derde van de overtredingen niet vermeld hoe zwaar de overtreding was.
In Nederland wordt de controle op milieuovertredingen- en criminaliteit uitgevoerd door de verschillende regionale omgevingsdiensten. Eerder bleek uit een rapport dat is opgesteld door een commissie onder leiding van Jozias van Aartsen dat die diensten verschillende werkwijze hanteren. De landelijke handhavingsstrategie wordt niet consequent toegepast. "Hierdoor wordt door de 29 omgevingsdiensten 29 keer het wiel uitgevonden", aldus Van Aartsen.
Daarnaast moeten omgevingsdiensten wettelijk allemaal zijn aangesloten op een centraal datasysteem voor het uitwisselen van gegevens, het zogenaamde Inspectieview. Negen omgevingsdiensten zijn dat nog niet. Het ministerie van I&W stelt in een reactie dat is afgesproken dat zij uiterlijk 1 januari 2022 aangesloten moeten zijn.
Het is geen klein bier. Het gaat uiteindelijk om gezondheid van burgers.
Strafzaken hebben volgens de Rekenkamer een weinig afschrikkende werking. Als een bedrijf wordt vervolgd, dan eindigt dit in het merendeel met een transactie of strafbeschikking van minder dan 10.000 euro. Dat zijn bedragen die volgens de Rekenkamer vaak minder dan 1% van de winst of omzet van de bedrijven uitmaken.
"Boetes dienen een afschrikwekkende werking te hebben en moeten gedrag vergelden. Nu kan het gezien worden als een gecalculeerd risico. Dit is echt een voorbeeld waar Den Haag naar moet gaan kijken."
Visser: politiek geen belangstelling
De naleving van de regels door bedrijven en het toezicht daarop, is een onderwerp dat wat Visser betreft hoog op de agenda moet komen in Den Haag. Vanuit de politiek was er weinig belangstelling voor het onderwerp, volgens Visser. "Maar het is geen klein bier. Het gaat uiteindelijk om gezondheid van burgers."
Van Aartsen zegt daarover: "Behalve wanneer er een grote affaire is zoals bij Tata Steel. Dat komt dan naar voren en dan zeggen we: oh, wat erg. Maar dit is juist iets structureels."
De Rekenkamer beveelt onder andere aan om de registratie overal hetzelfde te doen en om een speciale aanpak te ontwikkelen voor de veelplegers. Bovendien willen ze dus dat de overtredingen openbaar worden gemaakt.
Arno Visser en Jozias van Aartsen zijn vanavond te gast bij Nieuwsuur, om 21:30 op NPO2.