Iris de Graaf
Correspondent Rusland
Onafhankelijke media verdwijnen langzaam uit Rusland, zegt de internationale organisatie Reporters without Borders (RSF). Deze organisatie, die de persvrijheid in de wereld in kaart brengt, waarschuwt voor intimidatie tegen journalisten. Dit voorjaar werden zeker tachtig journalisten opgepakt terwijl ze verslag deden van demonstraties. In de persvrijheid-index van RSF staat Rusland op de 150ste plek.
Onlangs moest ook de onafhankelijke nieuwssite VTimes sluiten, een platform voor onderzoeksjournalistiek dat werd opgericht met steun van de Nederlandse uitgever Derek Sauer. Omdat de VTimes geen registratie kreeg in Rusland, weken ze uit naar Nederland. Maar organisaties die geld ontvangen uit het buitenland of daar geregistreerd staan, kregen dit voorjaar het stempel 'buitenlands agent'. Dat betekent dat ze dat bij alle berichtgeving moeten melden en dat ze extra gecontroleerd worden.
Formeel mocht VTimes blijven bestaan, maar de impact van zo'n stempel is groot, merkt Aleksandr Goebski, een van de oprichters van het nieuwsplatform. "Een 'buitenlandse agent' was in de Sovjettijd een vijand van het volk, een spion, zoals onder Stalin", zegt hij. "Die associatie hebben we daar nog steeds bij."
Veel bronnen zijn nu op z'n minst terughoudend in contacten met ons.
Iets minder dan een jaar geleden startte Goebski samen met een groep journalisten VTimes. Kort daarvoor werkten ze allemaal nog voor Vedomosti, een toonaangevende zakenkrant die is opgezet met hup van de Financial Times en de Wallstreet Journal. Maar de krant werd verkocht aan een vriend van Poetin en het was gedaan met de onafhankelijke journalistiek.
"De vrije meningsuiting is een dode letter. Ik denk dat we Wit-Rusland achternagaan", zegt Goebski.
Bronnen en adverteerders lopen weg
Door het predicaat 'buitenlands agent' werd de situatie ook voor VTimes onwerkbaar. Goebski: "Veel bronnen zijn nu op z'n minst terughoudend in contacten met ons. Zeker nu wetten in Rusland ook met terugwerkende kracht kunnen gelden. Ze kunnen dan over een jaar te horen krijgen: 'u had contact met buitenlandse agenten, dus u bent er zelf een. U mag geen ambtenaar of geen hoogleraar meer zijn'. Dat maakt mensen uiteraard kopschuw."
En daar blijft het niet bij zegt Goebski, want ook adverteerders zijn bang. Zij lopen het risico dat ze later het verwijt krijgen dat ze een 'buitenlands agent' hebben gefinancierd. Daarnaast liepen medewerkers ook nog het risico om individueel vervolgd te worden. Dus ging de site offline op 12 juni, een nationale feestdag in Rusland.
Deze maand verdedigde president Poetin dit beleid. 'Buitenlands agenten' zijn wel degelijk een bedreiging voor Rusland meent Poetin. Amerika steekt geld in Russische media ' niet om Rusland te versterken maar in organisaties die Rusland afremmen.
Uitgever Derk Sauer die eerder investeerde in het blad Vedemosti, ziet een nieuwe trend. "Poetin ziet het zwart-wit. Je kan niet meer onafhankelijk zijn. Als je niet voor hem bent, dan ben je tegen hem. Je moet partij kiezen, dat wordt van je geëist en dat is nu net wat journalisten juist niet kunnen doen."
Andere media worden ook getroffen, zoals het online platform Meduza, dat werkt vanuit Letland. Door het stempel 'buitenlands agent' liepen ook hier de adverteerders weg. De site loopt nu maandelijks twee miljoen mis en heeft kantoren gesloten en journalisten ontslagen.
'Afmaken als een strontvlieg'
Lilia Japparova is onderzoeksjournalist bij Meduza. "Zo erg als nu hebben we het nog nooit meegemaakt", zegt ze. Japparova kreeg onlangs een brief van een oligarch naar aanleiding van vragen die ze had gesteld. Iemand met de bijnaam 'de kok van Poetin', tegenwoordig baas van een huurlingenleger. "Hij schreef dat ik een vijand ben van het volk. In de Sovjet-Unie werden mensen als ik geëxecuteerd. En hij zou me in de rechtszaal afmaken als een anti-Russische strontvlieg", vertelt ze.
Dit voorjaar werden meer dan tachtig journalisten opgepakt die verslag deden van de pro-Navalny demonstraties in een aantal grote steden in Rusland. Een van hen is Armen Aramjan, een journalist van de studentkrant Doxa. Hij zit nu met een enkelband thuis, omdat hij en zijn collega's in een video studenten opriepen zich niet te laten intimideren door docenten.
"Het was natuurlijk heel eng en akelig om dit mee te maken", zegt Armen. "Maar als journalist weet ik inmiddels wel dat dit veel voorkomt. Gisteren was het een ander, vandaag gebeurt het mij." Hij wil zich niet laten intimideren, maar vreest de gevolgen. "Onze grootste vijand is de zelfcensuur, de angst. Dat knagende gevoel: Is het wel de moeite waard? Is het het waard om mij te laten opsluiten? Daar ga je toch over denken."