"De Joden hebben zich als makke lammetjes naar de gaskamer laten leiden. Het wordt nog steeds gezegd." Maar niets is minder waar, stelt Martijn Katan. Hij schreef het boek Geen makke schapen, over hoe een grote groep Joden zich actief verzette tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Onder wie zijn vader, een oom en een achterneef.
Van koerierswerk en het vervalsen van persoonsbewijzen, tot liquidaties van landverraders. Katan dook archieven in, deed navraag bij neven en nichten en speurde het internet af.
Maar hoe grootschalig het Joodse verzet daadwerkelijk was, is nog altijd niet bekend. Katan pleit daarom voor een groot onderzoek. Dat onderzoek staat "hoog op het verlanglijstje" van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), laat directeur Frank van Vree weten. "Wij hopen dat we binnen afzienbare tijd dit onderzoek ook daadwerkelijk uit kunnen voeren."
Martijn Katan wist tot zijn eigen verbazing tien familieleden te koppelen aan verzetswerk. "Ook mensen van wie ik het nooit had gedacht."
'Ga eens na wat de precieze geschiedenis van je familie is', was twee jaar geleden de oproep van de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie. "Om erachter te komen wat zij aan verzet hebben gepleegd in de Tweede Wereldoorlog", zegt voorzitter Jeroen Sprenger. "We dachten: misschien kunnen we een breder beeld schetsen, laten zien dat Joden zich zeker niet als makke schapen naar de slachtbank hebben laten leiden."
"Dat beeld van die makke schapen klopt inderdaad niet", bevestigt NIOD-directeur Van Vree. "De historicus Jacques Presser heeft wel eens gezegd dat het verzet in de Joodse gemeenschap minstens zo groot was, zo niet groter dan onder de rest van de Nederlandse bevolking."
Katan gaat nog een stap verder. In zijn boek schat hij dat er vijf keer meer Joden in het verzet actief waren dan niet-Joden. "Alles wijst erop dat er heel veel Joden in het verzet zaten van wie niemand ooit iets heeft geweten. Zelfs de namen die we kennen, leiden al tot een percentage dat relatief twee keer zo hoog is als van de Nederlanders. En misschien waren het er heel veel meer."
Het ging niet alleen om gewapend verzet. "Maar ook om tegenwicht bieden, onderduiken, niet gehoorzamen. Als je kijkt naar het hele proces: in alle fases van de oorlog is in allerlei vormen verzet gepleegd", zegt Van Vree.
'Kinderen niet belasten'
Naast een onderzoek, moet de Joodse gemeenschap de oorlogsverhalen vooral aan elkaar doorvertellen, vindt Katan. "Mijn vader heeft zelfs zijn vrouw nauwelijks iets verteld over de gruwelen die hij in de gevangenis in Scheveningen en in Kamp Amersfoort heeft meegemaakt."
"Ze wilden de kinderen er niet mee belasten, het achter zich laten", zegt Katan. "Maar ik denk ook dat ze niet goed konden overbrengen hoe gruwelijk het werkelijk was."